Verbeelding, vergezichten en onverwachte coalities moeten de oplossing brengen. Met droge wetenschappelijke rapporten alleen overtuig je de samenleving niet dat de toekomst zonder fossiele brandstoffen ook leuk kan zijn, stelt Maarten Hajer. „We hebben een nieuw verhaal nodig.”
Zoals het vorig jaar geopperde plan om de Doggersbank vol te bouwen met 25.000 windmolens. Het ondiepe deel van de Noordzee op de grens van de Britse, Nederlandse en Deense wateren ombouwen tot een gigantische duurzame energiecentrale. Een stoutmoedig idee. Maar wel op basis van een lijvig rapport. Een combinatie dus van technische berekeningen en creatieve vormgeving.
De ministers van Energie van de EU mochten deze ‘verbeelding’ aanschouwen in een levensgrote installatie waarin de energiecentrale van de toekomst was geprojecteerd op de grond. Ze konden er omheen staan en het spel zien van wind, stroomopwekking en het balanceren van de aangesloten systemen in de verschillende landen.
En zagen dat het kón. Inmiddels zitten industrie en beleidsmakers bij elkaar om het project dat Noordwest-Europa op grote schaal van groene stroom kan gaan voorzien, verder uit te werken. Shell, Eneco, Van Oord, Siemens, het ministerie van Economische Zaken, ze zien allemaal kansen en willen inmiddels alleen maar dat de overgang van fossiele naar groene energie nog sneller gaat.
Maarten Hajer glundert als hij vertelt over het succes van zijn Energetic Odyssey, de installatie die vorig jaar op de architectuurbiënnale in Rotterdam voor het eerst de mogelijkheden van de Noordzee in beeld bracht. De oud-directeur van het Panbureau voor de Leefomgeving is nu hoogleraar Urban Futures aan de universiteit van Utrecht. Het is Hajers taak na te denken over de vraag hoe het verder moet in een stedelijke samenleving zonder fossiele brandstoffen.
Installatie Energetic Odyssey. Tekst gaat verder onder de video:
Waarom schiet de wetenschap alleen tekort?
„De taal van de klimaatwetenschap is effectief in het uitdrukken van een probleem, maar buitengewoon ineffectief in het tot stand brengen van verandering.”
Mensen zijn alle sombere rapporten zat?
„We zijn in een nieuwe fase van klimaatpolitiek gekomen. Je hebt een nieuw verhaal nodig, waarbij iedereen in de samenleving weer perspectief krijgt. Voor zijn bedrijf, voor zijn huishouden, voor zijn benzinestation. Voor die verbeeldingskracht ben je bij de huidige wetenschap aan het verkeerde adres, die doet daar niet aan. De verbeelding is het domein van de kunst, van de creatieven, van de sciencefictionschrijvers.”
Daarom schrijft u nu een prijsvraag uit hoe steden zouden kunnen functioneren zonder fossiele brandstoffen.
„Er is een overdaad aan verhalen over wat er allemaal mis kan gaan. Als wetenschapper weet ik dat toekomstbeelden heel belangrijk zijn voor besluitvorming. Daarom wil ik een groep om me heen die de toekomst positief kan visualiseren.”
Een havenstad als Rotterdam is moeilijk voor te stellen zonder fossiele brandstoffen.
„Het havenbedrijf weet dat het een aflopende zaak is met fossiel. Duitsland schakelt over op duurzame energie. De overslag van fossiele brandstoffen naar Duitsland valt straks dus weg. Het is voor Rotterdam juist van levensbelang om na te denken over een post-fossiele toekomst. In de Energetic Odyssey hebben we berekend dat er op een gegeven moment acht windmolens per dag zouden moeten worden geplaatst op de Noordzee. Maar we zagen ook dat de havencapaciteit van Rotterdam helemaal niet voldoende zou zijn om dat voor elkaar te krijgen. Duurzaamheid is business: er komt nieuwe werkgelegenheid bij, nieuwe verhuur van haventerreinen. Of neem het hergebruik van warmte. De haven bulkt van warmte. Die moet naar de stad toe worden geleid. Daar kan de haven aan verdienen. En dat verdienmodel begint niet bij een excelbestand, maar bij de verbeelding. Je moet eerst zien dat je met warmte die nu gewoon de lucht in gaat, morgen geld kan verdienen.”
Wat zou het havenbedrijf concreet moeten doen?
„Dochterondernemingen opzetten die je op een hele andere manier laat denken en die je de ruimte geeft. Anders zit de oude manier van denken de nieuwe in de weg. Vaak is die business case er veel sneller dan je verwacht. Dat maken we nu mee met wind op zee. Toen we vijf jaar geleden met het Planbureau voor de Leefomgeving het Energieakkoord doorrekenden, leek een kostenreductie van 40 procent een droom. Inmiddels is dat dubbel en dwars gehaald. Dat is het fantastische. Als je op een gegeven moment over de heuvel bent, gaat het ook snel.”
Wie moet dat trekken?
„We draaien nu om de hete brij heen. De overheid moet een veel nadrukkelijker rol nemen. Net als na de oorlog met de wederopbouw en het landbouwbeleid. Innovatie ten dienste van energietransitie, bouw, industrie, voedselproductie. Je moet de ontwikkeling van technologie en de grote economie dichter bij elkaar brengen en daar het universitaire onderzoek op richten. De overheid moet het langetermijnperspectief laten zien en geld beschikbaar stellen voor fundamenteel onderzoek. De markt kan dit niet alleen.”
Het politieke klimaat is daar niet bepaald naar, op dit moment.
„Dat is precies mijn puzzel: hoe werkt verleiding nou? We staren nu als een konijn in de verblindende koplampen van de klimaatverandering die als een auto in volle vaart op ons afkomt. Het is te passief. We hebben beelden nodig die laten zien dat een post-fossiele samenleving veel aangenamer en succesvoller kan zijn. Daarvoor hebben we ontwerpers nodig, creatieve mensen uit de literaire hoek, uit de hoek van de film. Die hebben misschien wel die gave. „De marketing van Tesla is een goed voorbeeld. Ze zijn daar begonnen met een sportauto die niemand zich kon veroorloven, maar die er wel onwijs gaaf uitzag. Daar hadden ze Italiaanse ontwerpers voor aangetrokken. Toen kwam het model S dat ook vrijwel niemand zich kon veroorloven, maar dat wel groot werd onder leaserijders. En nu beweegt Tesla met model 3 naar een niveau dat voor velen bereikbaar is. Dus die spelen met een droom van een auto die uiterlijk nog best lijkt op een conventionele auto, maar van binnen 100 procent elektrisch is.
Wie kan er meedoen aan uw prijsvraag?
„Creatievelingen, zonder uitzondering. De klimaatcrisis is voor mij echt een crisis van de verbeelding. Het is moeilijk om je een nieuwe stad voor te stellen. Mensen zoeken hun zekerheid voor de toekomst in het verleden. Dat is schijnbaar overzichtelijk. Maar een positief toekomstbeeld biedt mensen iets om naartoe te bewegen. Dat is van levensbelang, voor mensen, maar ook voor het bedrijfsleven. Onzekerheid is de dood in de pot voor de economie.”
Een animatie van netbeheerder Tennet, over toekomstplannen voor windmolens in de Noordzee. Tekst gaat verder onder de video:
Wat is uw persoonlijke drijfveer om dit te doen?
„Ik ben niet iemand die wakker ligt van milieurampen. Het is meer de logica van gemiste kansen. Ik zie soms iets wat kan en vraag me dan af: waarom zien anderen dat niet? Ik vind het leuk om het perspectief te kantelen. Bijvoorbeeld door grote fossiele bedrijven te helpen overtuigen dat ze met grote projecten op zee geld kunnen verdienen.”
Dus vooral een speelse geest, geen paniek van: als we het nú niet doen…
„Nee, want paniek stelt je niet in staat om te veranderen. Je moet een beetje ruimte houden. Ik ben mateloos geïnteresseerd in niet-lineaire veranderingen: dat je iets kleins doet met een groot effect. Dat hebben we nu gehad met wind op zee. Straks ga je dat zien met de elektrische auto omdat die slimmer, zuiniger en mooier is.”
Wat is de grootste bedreiging voor dit soort denken?
„De logica van de routine, het gemak van de default, is zo groot. Soms moet je dat doorbreken door bijvoorbeeld letterlijk de straten anders in te delen. Neem de Laan van Meerdervoort hier in Den Haag. Die was in de spits een levensgevaarlijk autokanaal, nu is er aan twee kanten een fietspad en nog maar één rijstrook. Dan komt er een moment dat de automobilist denkt: laat maar, dit heeft gewoon geen zin meer. Ik ga wel fietsen in plaats van naar de sportschool na een dag in de auto. Je moet ze dus prikkelen. Waar ik me het meeste zorgen over maak is dat mensen onvoldoende geprikkeld worden om het eens anders te doen. We moeten meer ruimte maken voor het experiment.”
De Post-Fossil City Contest begint op 11 januari.