Beleggers hadden in 2016 de beleggingsadviezen van analisten over de Amsterdamse beurs het beste links kunnen laten liggen. De aandelen waarover analisten het positiefst waren, presteerden gemiddeld 4 procent slechter dan de markt. Aandelen waarover zij het meest negatief waren deden het daarentegen maar liefst 11 procent beter.
Dat blijkt uit het recent verschenen jaarlijkse onderzoek van de broers Dirk Gerritsen (docent financiële markten aan de Utrecht University School of Economics) en Willem Gerritsen (data-analist).
Analisten worden veelvuldig geciteerd in de financiële pers en aan de hand van hun koop-, houd- en verkoopadviezen maakt menig belegger zijn investeringskeuzes. De broers Gerritsen namen tot 14 december ruim 2.800 analistenadviezen over bijna honderd aan het Damrak genoteerde bedrijven onder de loep.
Met name in het eerste kwartaal zaten analisten er flink naast. Veel bedrijven waar analisten negatief over waren, boekten hoge koerswinsten, zoals ArcelorMittal (32 procent rendement) en Air France-KLM (19 procent).
En aandelen van bedrijven die analisten juist aanraadden, presteerden slecht. Bijvoorbeeld biotechbedrijf Galapagos (-35 procent rendement), ING (-15 procent) en ABN Amro en Aegon (beide -13 procent rendement).
De adviezen zijn bovendien verre van gelijk verdeeld over kopen, houden en verkopen. Maar liefst 54 procent betreft een koopadvies en slechts 13 procent een verkoopadvies.
Volgens data-analist Dirk Gerritsen is er vanwege de financiële belangen bij hun banken druk op analisten om positief te zijn. „Als je negatief bent over een bedrijf is de kans klein dat je als bank bijvoorbeeld gevraagd wordt voor het begeleiden van een nieuwe aandelenuitgifte. Daarnaast wordt door beleggers meer naar koopadviezen geluisterd en kunnen banken daarmee commissie-inkomsten genereren.” Banken zeggen altijd dat de analistenafdeling met chinese walls van de rest van de bank gescheiden is.
ING onderaan
De onderzoekers hebben ook nagerekend bij welke banken beleggers het beste uit waren geweest als ze alle adviezen hadden opgevolgd.
Slechts 7 van de 20 onderzochte banken behalen een positief rendement. Bovenaan staat de Amerikaanse zakenbank Jefferies met een rendement van 13 procent. Theodoor Gilissen is de enige Nederlandse bank die, met 4 procent rendement, positief scoort. ING staat met -21 procent een na laatste, net voor Deutsche Bank.
De Duitsers stonden vorig jaar nog op de eerste plaats, terwijl de nummer één van dit jaar, Jefferies, in 2015 nog onderaan bungelde. Gerritsen: „Het laat zien aan hoe moeilijk de financiële markten te voorspellen en te verslaan zijn.”