Honderden doden en bijna duizend gewonden in Frankrijk als gevolg van radicaal-islamitische terreur in 2015 en 2016. Tientallen doden in Duitsland in dezelfde periode en evenzoveel gewonden. België verloor 35 mensenlevens; 340 mensen raakten gewond op 22 maart bij de aanslagen op vliegveld Zaventem en de Brusselse metro.
En Nederland? Tot nu toe raakte een handjevol Nederlandse toeristen gewond bij een terreuraanslag in Thailand (11 augustus dit jaar). Daarbij was niet duidelijk of radicale islamieten er de hand in hadden. Voor de rest werden enkele aanslagen verijdeld. Twee weken geleden nog werd in Rotterdam een man opgepakt die in het bezit bleek van een kalasjnikov, veel explosief illegaal vuurwerk en een schilderij met daarop een IS-vlag.
Is het kwestie van geluk dat Nederland tot nu toe het lot van Frankrijk, Duitsland en België bespaard bleef? Zijn onze inlichtingendiensten zo goed? Of zijn er andere verklaringen?
Het is van alles wat, zeggen veel experts, voor zover er überhaupt iets over te zeggen valt. Geluk speelt een rol. Daarnaast zijn de nodige factoren te identificeren die terreurkansen voor Nederland vergroten dan wel verkleinen. Een voorzichtige inventarisatie onder deskundigen van plussen en minnen leert dat die factoren elkaar aardig in evenwicht houden.
+ Legitimiteit van het doelwit
Veel terroristen willen een, volgens hen, legitieme reden hebben voor een aanslag. Frankrijk biedt zo’n reden bij uitstek omdat het voorop loopt in de strijd tegen IS, in Mali, en als voormalig koloniale macht. Nederland is, net als Duitsland, ook een gerechtvaardigd doelwit en staat op lijstjes van zowel Al-Qaeda als het Islamitische Kalifaat, zo waarschuwen zowel de AIVD als anti-terrorismedienst NCTV. Nederland bombardeerde immers IS-bolwerken in Syrië en Irak. Ook de anti-islamitische retoriek van Geert Wilders trekt de aandacht van jihadisten.
De Noorse terrorisme-expert Petter Nesser brengt wel enkele belangrijke nuances aan. Hij publiceerde onlangs een boek over de geschiedenis van islamitisch terrorisme in Europa. Nesser zegt: „Nederland is geen prominent doelwit omdat zijn militaire voetafdruk in het Midden-Oosten relatief licht is. En afgezien van het optreden van Wilders, zijn er geen incidenten geweest die veel aandacht trokken in de categorie ‘beledigingen van de islam’ die gewroken moeten worden.”
- Aantallen asielzoekers
Aanslagen in Duitsland vestigden de aandacht op asielstromen als risicofactor. De aanslagplegers bij een muziekfestival in Ansbach en in Würzburg, kwamen als asielzoeker het land binnen. Of de gebeurtenissen in Berlijn, begin deze week, daar ook toe te herleiden zijn, is nog onduidelijk.
Het zijn vooral de grote aantallen asielzoekers die Duitsland kwetsbaar maken, zegt veiligheidsdeskundige Rob de Wijk. Duitsland kent momenteel zo’n 800.000 vluchtelingen in opvangcentra, Nederland niet meer dan 30.000 à 40.000. „De aantallen asielzoekers hier zijn daardoor veel behapbaarder dan die in Duitsland”, zegt De Wijk. Hij noemt „de omvang van etnische minderheden in een land en van de vluchtelingenstromen” als een van de variabelen die de kansen op een aanslag beïnvloeden.
Tot nu toe werd slechts één asielzoeker opgepakt op verdenking van terreurplannen
Ook hier geldt weer een ‘maar’. Nederland kon de enorme toestroom van soms 4.000 asielzoekers per week, vorig najaar, nauwelijks verwerken. Daardoor konden de IND, politie en andere betrokken diensten niet alle binnenkomende asielzoekers goed screenen. De Inspectiedienst van het ministerie van Veiligheid en Justitie ontdekte belangrijke onvolkomenheden in de controle. Naar verluidt zijn er nog steeds lacunes. Tot nu toe werd overigens slechts één asielzoeker opgepakt op verdenking van terreurplannen.
+ De herkomst van migranten en vluchtelingen
Behalve de omvang van de migratiestromen is de herkomst van asielzoekers mogelijk ook van belang. Zo vragen diverse experts zich al een tijdje af waarom het Verenigd Koninkrijk tot nu toe relatief ongeschonden door de recente terreurgolf is gekomen. Dit los van de prestaties van de Britse inlichtingendiensten die veel ervaring hebben met binnenlandse terreurbestrijding (IRA).
Rob de Wijk, die met zijn Haagse denktank HCSS momenteel nieuwe analyses van terreurdreigingen aan het uitvoeren is, wijst op het verschil in herkomst van migranten. „Het maakt echt uit of de migranten en vluchtelingen afkomstig zijn uit het gewelddadige Midden-Oosten, of uit relatief rustiger Aziatische streken. Het Verenigd Koninkrijk kent veel migranten uit de laatste categorie.”
Naar Nederland kwamen echter juist veel asielzoekers uit Syrië, en recentelijk uit Noord-Afrikaanse landen. Hetzelfde geldt voor Duitsland.
- De aanwezigheid van effectieve terreurleiders
Een vaak vergeten factor bij de beoordeling van terreurkansen, is de aanwezigheid van ervaren en charismatische leiders. De Noorse terrorismedeskundige Petter Nesser hamert steeds op de aanwezigheid van „terroristische entrepreneurs” als factor die een cruciaal verschil maakt. Rob de Wijk deelt deze analyse. Als voorbeelden gelden terroristen als Nizar Trabelsi in België, die Osama Bin Laden enkele keren ontmoette en in 2001 een mislukte poging deed tot een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs. Oussama Atar, een Belg van Marokkaanse komaf die het brein was van de Parijse aanslagen van november 2015, is een ander voorbeeld. Nederland kent weinig of geen van zulke leiders.
Nesser zegt: „Frankrijk, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk hadden altijd sterkere terreurnetwerken en meer entrepreneurs dan Nederland. Bovendien zijn veel Fransen opgeklommen in de hiërarchie van IS, die aanslagen plant. De sterke netwerken gaan deels terug op de vijandschap van Algerijnse militanten tegen de Franse staat.”
+ De hoeveelheid uitreizigers
In vrijwel elke kwartaalrapportage wijst terrorismebestrijdingsdienst NCTV op het gevaar van Nederlandse uitreizigers naar Syrië en Irak. Hun relatief hoge aantal (190) is een risico voor de staatsveiligheid, zeker als velen van hen zullen terugkeren tijdens of na de val van het Islamitische Kalifaat.
Overigens is deze risico-inschatting onderwerp van debat. Deskundigen als Edwin Bakker en Daan Weggemans plaatsten onlangs in deze krant vraagtekens bij de voorspelling dat grote aantallen jihadisten zullen terugkeren. Zij verwachten dat slechts een gering aantal terugkomt. De meesten zullen volgens hen omkomen op het slagveld of uitwijken naar andere gebieden.
- De samenwerking van diensten en politie
Na de aanslag op Theo van Gogh (2004) door de moslim-radicaal Mohammed B. gingen inlichtingendiensten en politie in Nederland nauwer met elkaar samenwerken, zeker in vergelijking met buurlanden als België. Als coördinator werd de – toen nog – NCTb (nu NCTV) in het leven geroepen. Ook liep Nederland voorop in het vormgeven van intensievere Europese samenwerking na de aanslagen in Parijs van november vorig jaar. Daarnaast deed het in 2015 en 2016 actief mee aan de bewaking van de Europese buitengrenzen.
- Voelhoorns in de wijken
„Het lijkt erop dat Nederlandse autoriteiten een goede balans hebben weten te vinden tussen ‘softe’ preventieve maatregelen, en ‘hard’ vervolgingsbeleid”, zegt de Noorse deskundige Petter Nesser. Wat betreft het eerste doelt hij daarbij op de intensieve aanwezigheid van buurtagenten in risicovolle wijken met veel Nederlanders van Marokkaanse herkomst, en hun samenwerking met buurtcomités en scholen. Bij elkaar vormen die waakzame ogen en oren in de wijk.
+ De onmiddellijke beschikbaarheid van doelwitten en moordwapens
Experts als Rob de Wijk beklemtonen het impulsieve, ongeplande karakter van sommige terreurdaden. „In sommige opzichten wekt de Berlijnse aanslag van deze week die indruk”, zegt hij. „Anders kan ik niet verklaren waarom er relatief weinig slachtoffers vielen.” Een gemakkelijk te overvallen truck of snel beschikbare kalasjnikovs kunnen een weifelende jihadist veranderen in een vastberaden terrorist. „De gelegenheid maakt de aanslagpleger”, zegt De Wijk.
Nederland loopt in dit opzicht de nodige risico’s. Niet alleen als dichtbevolkt land met een kwetsbare infrastructuur, maar ook omdat hier al decennialang de wapenhandel floreert. Ook heerst hier geen traditie in gehard veiligheidsdenken. Lang niet elk stadsbestuur zal alle kerstmarkten binnen de gemeente met een haag van betonblokken willen omringen.