Dat blijkt uit het onderzoek Media:Tijd van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De onderzoekers vroegen drieduizend Nederlanders vorig jaar om vier tot zeven dagen lang elke tien minuten hun (media)activiteiten bij te houden. Een herhaling van onderzoek uit 2013.
Dit voorjaar werden de eerste conclusies bekend gemaakt. Toen bleek dat Nederlanders gemiddeld 8 uur en 33 minuten per dag aan media besteden. Ook werd uit de dagboeken duidelijk dat traditionele media dominant blijven. De televisie is veruit het populairst: 2 uur en 24 minuten per dag staat het scherm aan, meer tijd dan we aan elke andere mediadrager besteden.
Een nieuwe analyse van dezelfde data bevestigt die conclusies, maar laat ook zien dat er grote verschillen zijn tussen bevolkingsgroepen. Op een doorsnee dag kijkt 90 procent van de 65-plussers lineair televisie. Terwijl dit onder de jongeren (13 tot 19-jarigen) slechts de helft is (49 procent).
En die cijfers dalen hard. In 2013 keek van deze groep nog 67 procent lineair televisie. Het aandeel jongeren dat kijkt naar gestreamd, gedownload of gekocht videomateriaal verdubbelde in twee jaar tijd van 9 procent naar 18 procent.
Daarnaast concludeert het SCP dat laagopgeleiden meer tv kijken dan - dan hoogopgeleiden. Bij het uitgesteld kijken en het bekijken van gestreamd, gedownload en aangekocht videomateriaal is het beeld omgekeerd.
SCP-onderzoeker Annemarie Wennekers zegt dat die conclusies de vermoedens bevestigen. Maar ze laten óók zien dat het nog lang niet over is met lineair televisiekijken. „Het ligt er maar net aan welke bevolkingsgroep je bekijkt.”
Ook aan het moment waarop Nederlanders kijken, verandert al jaren weinig. Lineair, uitgesteld of gestreamd: we doen het vooral ’s avonds tussen acht en tien uur.