De Haagse politie treft disciplinaire maatregelen tegen vier van de vijf politieagenten betrokken bij de fatale arrestatie van Mitch Henriquez vorig jaar. Twee agenten krijgen „voorwaardelijk strafontslag” opgelegd, twee anderen ontvangen een schriftelijke berisping. Dat maakte de Haagse politiechef Paul van Musscher donderdag bekend op een persconferentie. Een vijfde agent gaat vrijuit, omdat hem geen plichtsverzuim wordt verweten.
Voorwaardelijk ontslag wil zeggen dat die straf formeel wordt opgelegd, maar nog niet wordt uitgevoerd. Daaraan is een proefperiode van een jaar gekoppeld. Als de twee agenten tijdens die periode opnieuw de fout ingaan, wordt het ontslag definitief gemaakt. In die tijd mogen zij „niet met geweldsmiddelen op straat werkzaam zijn”, aldus Van Musscher.
De arrestatie van Mitch Henriquez in de zomer van 2015 wordt door Van Musscher „terecht” genoemd, maar de uitvoering „ongecoördineerd”. Door drie van de vijf agenten is volgens de politiechef buitenproportioneel en normoverschrijdend geweld toegepast. „Het was te hard, het was te veel en het was ongecoördineerd.”
Mitch Henriquez kwam op 28 juni 2015 om het leven. De 42-jarige Arubaan werd aangehouden bij een muziekfestival in het Haagse Zuiderpark. Daarbij werd excessief geweld gebruikt. Henriquez werd op zijn neus geslagen, in een nekklem genomen, er werd pepperspray in zijn ogen gespoten en vervolgens ingewreven. Hij liep een gebroken strottenhoofd op.
In plaats van een ambulance te laten komen, werd Henriquez, buiten bewustzijn, een politiebusje ingesleept en naar het bureau gereden. Zijn dood leidde tot dagenlange rellen in de Haagse Schilderswijk. Honderden mensen werden opgepakt.
Volgens politiechef van Musscher speelde in de overwegingen mee dat geen van de betrokken agenten ooit eerder disciplinair is gestraft, en geen van hen de intentie had Henriquez „naar het leven te staan of ernstig te mishandelen”.
Los van deze disciplinaire maatregelen loopt er ook een strafonderzoek naar twee van de vijf agenten.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/data5511959.jpg)
In oktober onthulde NRC dat Gerard Bouman, destijds de hoogste baas van de Nationale Politie, de vijf betrokken agenten had gegarandeerd dat „wat er ook gebeurt” geen hen van zou worden ontslagen. Ook werden de gevolgen van hun buitenfunctiestelling teruggedraaid. Amnesty International noemde die beloftes destijds „onacceptabel” en „een gebrek aan respect voor de democratische rechtsstaat”.