Geen gleufhoed
Bijna 20 jaar doet Raymond dit werk nu. „Onderzochten zijn bijna altijd schuldig, helaas. Ik heb van alles gezien. Mensen doen elkaar veel narigheid aan.” Hij weet dat hij zijn wereldbeeld niet door zijn werk moet laten bepalen, maar soms is dat moeilijk. Hij is er strikter door geworden, in zijn eigen leven. „Het allerstoerst is het om trouw te blijven aan de mensen van wie je houdt,” zegt hij. „Je leeft maar één keer, uiteindelijk is het doel gewoon een beetje lief te zijn voor elkaar.”
Onzichtbaar
Onzichtbaar zijn is niet zo moeilijk, zegt hij. Bedenk dat één: de meeste mensen dagelijks honderden vreemdelingen tegen het lijf lopen en dat niemand ervan uitgaat dat daar een privédetective tussenzit. En dat twee: de meeste mensen juist moeite moeten doen om op te vallen. „Je bent onzichtbaar door je aan te passen aan je omgeving.” In de meeste gevallen komt dat neer op het dragen van een spijkerbroek of een pak. Maar er zijn uitzonderingen.
Casus 1: de vreemdganger in de parenclub. Raymond droeg een erotische boxershort en nam als dekmantel een vrouwelijke collega mee. Binnen een paar minuten had Raymond gezien wat hij moest zien. „Nooit naar een parenclub gaan met je geliefde”, zegt hij. „Al het mooie gaat daar stuk.”








Casus 2: de jogger die steeds thuiskwam met verdachte vlekjes in zijn joggingbroek. Raymond stapte in zijn sportkleren en jogde mee, zo naar een geparkeerde auto met een vrouw achter het stuur. Terwijl zij en de onderzochte jogger zaten te zoenen, deed Raymond op gepaste afstand wat rekoefeningen.
Casus 3: de werknemer met een whiplash die naar Frankrijk ging voor een concert van Metallica. Raymond liet een baardje staan, kocht kisten en een metalshirt en reed achter hem aan. De jongen die al maandenlang niet naar zijn werk kwam stond vooraan zonder brace om zijn nek, te headbangen.
Veel narigheid
Hij rookt niet, hij drinkt niet, hij droeg nog nooit een gleufhoed en hij verstopt zich nooit achter een krant. Maar zijn kantoor is precies het kantoor dat je van een man met zijn beroep zou verwachten: een ruimte op de 24ste verdieping van een chique woontoren met licht dat in strepen naar binnen valt. Hijzelf zit badend in een oceaan van soft light, precies zoals Bruce Willis in Moonlighting, achter een lange glazen salontafel. Groot, donkerblond, met een vriendelijke lach: Raymond Dörr, 49 jaar, privédetective. „Ik moet zien zonder gezien te worden”, zegt hij. Als mensen andere mensen ergens van verdenken – overtreding van concurrentiebeding, frauduleus ziekteverzuim, of vreemdgaan – komen ze bij Raymond. Het is dan zijn taak uit te vinden of die verdenkingen kloppen of niet. „Als je daar een koffer met plaksnorren en pruiken bij nodig hebt, dan doe je je werk niet goed.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/11/hoi-.jpg)