Handgeschept, authentiek en naar ‘traditioneel recept’: bakkerijen doen er alles aan om consumenten het gevoel te geven dat ze gezond bezig zijn. Maar dat blijkt vies tegen te vallen. Veel van de zogenaamd ‘ambachtelijke’ broden van bakkerijketens zijn namelijk een stuk zouter dan wettelijk is toegestaan, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond
De Consumentenbond bekeek het zoutgehalte in als ‘ambachtelijk’ verkochte broden van tien bakkerijketens. Bijvoorbeeld een ‘Authentiek meergranen’ brood, of een ‘Brood van toen spelt’. Bij elke keten werd van drie broodsoorten het zoutgehalte gemeten. Van die dertig onderzochte broden zaten er dertien boven en vijf op de wettelijke zoutnorm voor brood van 1,8 procent. De zoutste broden vond men bij het Vlaamsch Broodhuys en bakkerij vanmenno: alle drie de onderzochte broden zaten daar boven de norm. Het Grand-mère wit van Vlaamsch Broodhuys bevat zelfs 0,8 gram zout per snee, wat neerkomt op een zoutgehalte van 2,3 procent.
Zoutgehalte
Nederlandse consumenten krijgen per dag gemiddeld 9 gram zout binnen, terwijl het advies is om maximaal 6 gram zout te eten. 80 procent van die zoutinname zit in producten waar door fabrikanten al zout aan is toegevoegd, waaronder brood.
Zeven jaar geleden nam de bakkerijbranche zelf het initiatief om het zoutgehalte in broden stapsgewijs terug te brengen, zodat consumenten geleidelijk konden wennen aan de smaak. In 2009 werd het maximaal toegestane zoutgehalte voor brood verlaagd naar 2,5 procent naar 2,1 procent, om in 2013 nog verder te dalen naar 1,8 procent. Uit onderzoek van de Consumentenbond in de afgelopen drie jaar blijkt dat supermarkten zich over het algemeen goed aan deze norm houden: in slechts vier van de zeventig onderzochte broden werd toen te veel zout gevonden.
Volgens de Consumentenbond hebben de meeste bakkerijketens inmiddels toegezegd naar aanleiding van het onderzoek hun receptuur aan te passen.