De strafzaak Passage, waarin een reeks liquidaties in de Amsterdamse onderwereld centraal staat, is er een voor de geschiedenisboeken. Het gerechtshof behandelde 600 ordners met dossier tijdens 140 zittingsdagen en verhoorde ruim 100 getuigen. Het ultieme bewijs tegen de tien verdachten van betrokkenheid bij in totaal zeven moorden moet komen van twee kroongetuigen. Bijna tien jaar na de start van deze in alle opzichten unieke zaak maakt het Openbaar Ministerie deze dinsdag de strafeis bekend. Het hof doet komend voorjaar uitspraak.
Het onderzoek naar de onderwereldmoorden is een zaak van lange adem, dat is duidelijk. Moord kent geen verjaringstermijn, en daarom kunnen de daders van vijf moorden uit 1993 nog worden vervolgd. De andere twee liquidaties – van Kees Houtman en Thomas van der Bijl – werden in 2005 en 2006 gepleegd. Hun dood was het kantelpunt in het onderzoek.
In de zomer van 2006 meldde de Nederlandse beroepscrimineel Peter la S. zich bij justitie met de mededeling dat hij wel uit de school wilde klappen over moord en doodslag in de onderwereld. Maar ‘Vieze Peter’, zoals hij in die kringen ook wel werd genoemd, wilde iets terug voor zijn verklaringen: bescherming, een nieuw leven en strafvermindering.
Kroongetuige
Dat plaatste het Openbaar Ministerie voor een dilemma. La S. vertelde namelijk ook dat hij zelf betrokken was bij de moord. Hij bekende Kees Houtman te hebben doodgeschoten, samen met zijn maatje Jesse R. die hem veel over de onderwereldmoorden had verteld. Vieze Peter werd kroongetuige – omdat hij niet alleen vertelde wie direct betrokken waren bij liquidaties, maar ook wie de opdrachtgevers waren. Zijn verklaringen waren precies wat justitie nodig had om andere bewijsmiddelen aan elkaar te rijgen.
De omstreden deal kwam onder grote druk tot stand. Een van de mensen die volgens Peter la S. op een dodenlijst stonden, werd vermoord toen de onderhandelingen tussen La S. en justitie nog liepen.
Vieze Peter toonde zich een nuttige, maar onberekenbare kroongetuige. Zijn verklaringen waren voor een aantal mensen heel belastend. Zo werden de schutters Moppie R. en Jesse R. (geen familie van elkaar) mede door wat La S. vertelde tot levenslang veroordeeld. Maar omdat Vieze Peter tijdens zijn proces bleef onderhandelen, lukte het niet de opdrachtgevers te pakken.
Een van hen – Dino S. – werd vrijgesproken omdat La S. onbedoeld tijdens het proces een bijzondere afspraak onthulde. Hij had bedongen dat zijn verklaringen over een andere opdrachtgever niet openbaar gemaakt mochten worden. Reden: angst voor diezelfde opdrachtgever. Het bleek om niemand minder te gaan dan Willem Holleeder. Diens naam hing al die tijd al boven de zaak omdat Houtman en Van der Bijl belastende verklaringen over hem hadden afgelegd bij de politie.
De schok over de ‘Holleeder-weglatingen’ was groot. De rechter oordeelde dat de verklaringen van La S. niet als bewijs tegen Dino S. mochten worden gebruikt en sprak hem vrij.
Tweede kroongetuige
Die vrijspraak opende de weg voor een tweede kroongetuige: Fred Ros, zogenoemd moordmakelaar, die geen bezwaar heeft tegen het noemen van zijn volledige naam. De rechtbank legde Ros 30 jaar cel op voor zijn aandeel in de moord op Van der Bijl. Tijdens het hoger beroep werd bekend dat ook Ros had afgespraken kroongetuige te worden in ruil voor een nieuw leven en een strafkorting van 15 jaar. Door deze deal kwam naast Dino S. ook Holleeder in beeld als opdrachtgever. Hij wordt in een aparte strafzaak vervolgd voor moord.
Hoewel de getuigen La S. en Ros elkaar op een aantal punten tegenspreken, vindt justitie dat de twee mannen betrouwbare en consistente verklaringen hebben afgelegd. Die conclusie zal de verdediging de komende maanden zeker aanvechten.