Dit kan niet waar zijn, kopten de kranten verbijsterd. De nieuwe president is een politiek lichtgewicht, een volstrekt uitzinnige en grillige kandidaat, die door de zakenlieden van de Sunbelt in het zadel werd geholpen. Als filmster met zijn opgepoetste glimlach eindigde hij altijd verlaten, failliet of dood. Maar in 1966 won Ronald Reagan uit het niets de verkiezingen tot gouverneur van Californië. En in 1980 de verkiezingen voor het presidentschap. Met zijn dikwijls onnozele voorkomen en blunders werd hij door al zijn opponenten onderschat, inclusief zijn interne partijconcullega’s die in hem wel een grappige bliksemafleider zagen. Reagans geheim was zijn likeability, ‘gewone’ mensen vonden hem aardig. Hij sprak de taal van het schoolplein. Om vervolgens in 1980 zittend president Carter als een ‘whimpy’, een mietje, weg te zetten.
Laten we het heden de rug toekeren, en de hedendaagse ellende in historisch perspectief plaatsen. Ik neem 1980 en niet 2000, toen George W. Bush aan de macht kwam, 1952 (Eisenhower) of 1968 (Nixon). Die drie waren niet zulke complete mavericks als Trump en Reagan. „Iedereen die met hem werkte was geschokt door de mate waarin Reagan zich volstrekt niet liet leiden door feiten en informatie, maar uitsluitend voer op zijn instincten en innerlijke overtuigingen”, schreef een medewerker eens.
Reagan verkocht niet simpelweg domme onwaarheden.
En dat is de clou. In een situatie van diepe verdeeldheid, waarin beide kampen de hakken in het zand zetten, legt de macht van het goede argument het af tegen een veel dieper zittend, existentieel geloofsysteem. Ook in het stenen tijdperk van voor internet en de social media. In de al wat oudere bundel, The Reagan Presidency: An Incomplete Revolution (1990), wordt Reagans geheim met succes ontrafeld. Hij verkocht niet simpelweg domme onwaarheden. Hij bouwde consistent aan mythes die zo beeldend en overtuigend werkten dat niet alleen hijzelf, maar ook een fiks deel van de Amerikaanse burgers er in ging geloven. Daarbij maakte hij meesterlijk gebruik van zijn filmische talent.
Mythes, dat zijn geen leugens, dat zijn diepe morele waarheden. Het is verbijsterend hoezeer we als elites vergeten dat denken niet alleen, en vaak helemaal niet, objectief, bewust en rationeel is. Descartes, Kant en de Verlichting hebben ons in het ootje genomen.
De Duitse onderzoekster Elisabeth Wehling, werkzaam aan UCLA, vertelde vorige week in Berlijn over haar onderzoek (gepubliceerd in een Duitstalig boek Politisches Framing). Via het meten van activiteiten en emoties in de hersens onderzoekt ze hoe enorm beïnvloedbaar ons denken is door morele metaforen en beelden. Trump heeft volgens haar heel bewust twee morele metaforen gebruikt die hij steeds liet terugkeren, en die aanspreken bij conservatieve kiezers (rijk en arm): de metafoor van het huisgezin, met Trump als ‘Big Daddy’ die alles oplost, en die van de lichamelijke onreinheid - buitenlanders, Mexicanen, vrouwen zijn vies, bloeden etc.. Dat waren geen uitglijders, dat was strategie. Via neurologisch programmeren – dus door eindeloze herhalingen (social media!), verkorte zinnen en ‘lichamelijke’ woorden – veranderen de verbindingen in de hersens, zo liet Wehling zien. Ook al ben je het er niet mee eens, dit soort beelden gaan tot in het merg en ze transformeren iedereen die er langer aan wordt blootgesteld.
De verzamelde Duitse wetenschappers en beleidsmakers konden hun afschuw en angst niet voor zich houden. De macht van propaganda, van het eindeloze herhalen van beelden van ‘Schmutz’ en ‘Sauberkeit’, dat kennen ze daar wel uit hun geschiedenis. Wehling hield vol dat Hillary wel zou winnen, en dat die morele metaforen slechts werkten op een bepaald segment in de bevolking. Er waren toch nog mensen die nadachten, ook in de VS.
Waar Reagan, Nixon en Bush begonnen, daar gaat Trump verder. Veel verder. Hij beheerste een kunst waar Hillary en de meeste Europese welmenende en verlichte politici, niet aan willen: die van het produceren en systematisch verkopen van apocalyptische sprookjes voor eigen gewin. Daarmee schop je het ver. Reagan steunde het Apartheidsregime, hij hield Saddam Hussein de hand boven het hoofd, hij bewapende de mujahedeen in Afghanistan (en hielp zo indirect Al Qaeda op de been), hij steunde de dictatoren van Panama, El Salvador en de Filippijnen en financierde hun martel- en liquidatiepraktijken. Alles om de communisten te bestrijden en Amerika te verdedigen.
De situatie in de VS is anders dan in Europa. Enorme mediale verzuiling, reeds uitgehold vertrouwen in overheid en instanties, een tweepartijensysteem zonder nooduitgang naar alternatieve kandidaten en partijen – zo ver zijn de meeste democratieën van Europa nog niet.
Maar de Brexit laat zien dat ook hier de macht van de mythe wordt onderschat. En verkeerd wordt bestreden. Om de gevoelige groep van hun geloof te brengen heb je een betere mythe nodig, een concurrerend moreel verhaal. Obama kon het, Sanders ook. En wellicht Merkel, op het nippertje. Als je maar een oprechte en doordachte eigen boodschap hebt en bereid bent die in alledaagse morele taal te verpakken.