Hoe kan het dat bijna alle opiniepeilingen ernaast zaten?

Brendan Smialowski/AFP

De nederlaag van Hillary Clinton betekent ook een nederlaag voor bijna alle opiniepeilers in de VS. Verreweg de meesten voorspelden dat Clinton gemakkelijk zou winnen, ze discussieerden alleen nog over hoe zeker dat was. Nog maar een paar dagen geleden beschuldigde The Huffington Post peilingsite FiveThirtyEight van „gepruts” omdat de site Trump 35 procent kans op een overwinning gaf. The Huffington Post zelf gaf Clinton op verkiezingsdag 98,3 procent kans op een overwinning. The New York Times zat op 85 procent, persbureau Reuters op 90.

„Journalisten zijn opgehouden de peildata kritisch te bekijken”, schrijft mediacolumnist Jim Rutenberg deze woensdag in The New York Times, „toen die hun onderbuikgevoel bevestigden dat Trump het nooit in een miljoen jaar zou redden.”

Dat is vreemd, want er zijn genoeg redenen om peilingen te wantrouwen. Te beginnen bij resultaten uit het verleden: de grote peilers zagen de Brexit niet aankomen en gaven de Republikeinse nominatie van Trump een kleine kans.

Niets was normaal aan deze presidentsrace, en toch hebben de grote peilbureaus hun resultaten gewogen zoals ze gewend waren. Dat kan betekenen dat opkomstpercentages van bijvoorbeeld laagopgeleide witte Amerikanen te laag zijn ingeschat. Een aanwijzing daarvoor is dat Trump in de noordelijke swing states veel beter heeft gepresteerd dan voorspeld. Peilers en media hebben „de kolkende woede van een groot deel van het Amerikaanse electoraat” enorm onderschat, concludeert Rutenberg.

Daarnaast schaamden veel kiezers zich voor hun stem op Trump. David Lauter van de Los Angeles Times, de enige grote peiler die winst voor Trump voorspelde en daarvoor veel kritiek kreeg, onderzocht of kiezers zich op hun gemak voelden bij het delen van hun stem met een telefoonenquêteur. Daaruit bleek dat Trumpstemmers zich daar helemaal niet prettig bij voelden, en Clintonstemmers juist wel. Die schaamte kan de resultaten bij peilers hebben beïnvloed. Het was voor Lauter juist een reden om bij de weging van de resultaten Trump méér voordeel te geven.

Zijn peiling, de Los Angeles Times Daybreak, wijkt op een aantal belangrijke punten af van andere peilingen. Ten eerste vraagt Lauter mensen de kans in te schatten dat ze een van de twee kandidaten zouden kiezen. Iemand die 100 procent zeker is van zijn stem op Trump wordt zwaarder meegewogen dan iemand die 60 procent zeker op Trump stemt. Zo meet de peiling enthousiasme en ambivalentie, factoren die door andere peilers niet worden meegenomen.

Daarnaast geeft de Daybreak, die gebruikmaakt van een vast panel, kiezers een week om over hun antwoord na te denken. Dat maakt hun antwoorden volgens Lauter betrouwbaarder. Veel kiezers weten simpelweg nog niet op wie ze stemmen op het moment dat ze worden opgebeld door een peilbureau. Ook de waan van de dag – een nieuwe onthulling over Clintons e-mails – beïnvloedt de antwoorden minder als kiezers de tijd wordt gegund om in alle rust te wikken en te wegen.

Het blijkt, dit keer, de beste methode. Peilbureaus over de hele wereld zullen er lessen uit trekken. Het is alleen wel de vraag wie ze straks nog gelooft.