In een Amstelveense kwekerij glijdt plantenveredelaar Ton van Oostwaard met zijn vingers over de behaarde steel van een kamperfoelieplant. „De planten die hier staan zijn ruig behaard en voelen viltig aan”, zegt hij terwijl hij het blad met grijzige haartjes tussen beide vingers beetpakt. „Over deze speciaal gekweekte kamperfoelie wordt gezegd dat hij ‘verslaafd’ is aan luchtvervuiling. Daarom wordt hij ook wel de Green Junkie genoemd.”
In de warme kas strekken de rijen planten zich honderden meters uit. Behalve kamperfoelie staan er wollige sneeuwbal en olijfwilg. Van Oostwaard selecteerde de soorten op eigenschappen die bijdragen aan klimaatverbetering en luchtzuivering: ze hebben een groot bladoppervlakte, veel beharing en blijven groen in de winter. „Sommige blinken uit in het vangen van fijnstof”, legt Van Oostwaard uit, „andere staan erom bekend veel CO2 te reduceren, de ozon te herstellen, stikstofmonoxide of zwaveldioxide te filteren.” In de kas worden de planten doorgekweekt op hun zuiverende vermogens.
De zogenoemde ‘klimaatplanten’ die ontstaan moeten uiteindelijk de forten van de Stelling van Amsterdam met elkaar verbinden. Vandaar dat Van Oostwaard zijn project ‘Stelling 2.0’ noemt. „Oorlogsverdediging wordt klimaatverdediging”, verklaart hij met een glimlach. „Een klimaatgordel rondom de stad kan de lucht zuiveren van onze druk bevolkte regio. Dat komt de leefbaarheid ten goede.” Op een kaart staan de forten: rode stippen in een brede cirkel rond de stad.
Van Oostwaard, ondernemend ambtenaar van de gemeente Amstelveen, ging samenwerken met onderzoeksinstituten AMS en Wageningen University om de effectiviteit van de planten te meten. Langs verschillende drukke wegen wordt de Green Junkie in een doorzichtige, plastic buis geplaatst, waar de vervuilde lucht met behulp van ventilatoren doorheen wordt gestuwd. Door zowel onderaan de plant als bovenaan de hoeveelheid fijnstof te meten, kan worden uitgerekend hoeveel de behaarde kamperfoelieplant precies opneemt. Exacte cijfers zijn nog niet bekend, maar het is al duidelijk dat de plant behoorlijk wat afvangt.
Volgens Van Oostwaard kan een klimaatgordel rond Amsterdam daadwerkelijk effect hebben. „De planten nemen door hun actieve groei veel CO2 op en zetten dit om in hout. Elke hectare klimaatgordel legt 20 ton CO2 vast. Dat staat gelijk aan de uitstoot van een huishouden per jaar, en 165.000 autokilometers.” Uiteindelijk is het doel om in 2025, als Amsterdam 750 jaar bestaat, 25.000 hectare aan bermen en openbaar groen beplant te hebben met luchtzuiverende planten. Met dat doel worden momenteel in zes kwekerijen 350.000 planten gekweekt. Aan de besproeiing worden voedingssupplementen toegevoegd, waardoor de planten extra behaard raken. „Dat zit ook in haargroeimiddel.”
Van Oostwaard maakt zoveel mogelijk gebruik van circulaire systemen. De planten worden gekweekt op substraat van reststromen uit de regio: bagger en compost uit de stad vermengd met overblijfselen uit de biovergister. „Daar groeien de planten heel snel op. Bovendien scheelt het veel energie om zo’n regioproduct te gebruiken in plaats van bosgrond uit de Baltische staten te halen.” Het idee is dat de gesnoeide biomassa die vrijkomt van de klimaatplanten gebruikt kan worden voor stadsverwarming.
Gezocht is naar leegstaande kwekerijen in gebieden waar geen woningbouw mogelijk is, zoals onder de landingsbanen van Schiphol. De arbeiders in de kassen zijn langdurig werklozen, stagiairs en asielzoekers die wachten op een verblijfsvergunning. „Elke ochtend rijden we met een busje langs azc Vijfhuizen en Amsterdam-Oost. Wie zin heeft, kan instappen.”
Al heel wat gemeentes hebben toegezegd de planten aan te willen kopen. Rijkswaterstaat plaatste ze onlangs bij geluidsschermen in Zuidoost: de ruimte tussen het scherm en de plant maakt dat een deel van de uitstoot achter de planten blijft hangen.
Met de klimaatgordel moet Amsterdam hét voorbeeld worden van de toekomstbestendige metropool. Uiteindelijk wil Van Oostwaard met de zuiverende planten de wereldmarkt op: alle metropolen een klimaatgordel.