Een lage rusthartslag vergroot de kans op een langer leven. Per vijf hartslagen lager, heeft een vrouw een kans op 2,6 meer levensjaren en een man op 2,9 jaar.
Dat berekenden onderzoekers onder leiding van Pim van der Harst, cardiologiehoogleraar aan het UMC Groningen. Hun publicatie verscheen maandag online bij het wetenschappelijke tijdschrift Nature Genetics.
Dit flinke verschil in levenskans rolde uit een speurtocht naar genen met invloed op de rusthartslag. Uit de genetische gegevens van ruim 265.000 mensen, waarvan ook rusthartslag, leeftijd en eventuele doodsoorzaak bekend waren, vonden de onderzoekers 64 plaatsen in de erfelijke code waar een kleine variatie in de erfelijke code (een SNP) de rusthartslag beïnvloedt. Van der Harst: „Iedere variatie verhoogt of verlaagt de rusthartslag een klein beetje, met 0,2 tot 1,1 slagen per minuut.”
Tien jaar
De rusthartslag is makkelijk zelf meetbaar door direct na het ontwaken de polsslag een minuut te tellen. Cardiologen noemen een rusthartslag onder de 50 laag – boven de 100 is hoog. Bij veel mensen pompt het hart dan 60 tot 70 slagen per minuut. „Het verschil in levensverwachting is dus ongeveer tien jaar tussen mensen met lage en hoge normale rusthartslag”, zegt Van der Harst.
Dit onderzoek is niet gedaan om te zien hoe de kans op meer levensjaren toeneemt door bijvoorbeeld te gaan sporten, wat de rusthartslag met ruim 5 slagen kan verlagen. Een verlaging van de rusthartslag bij patiënten met hartfalen leidde tot een langer leven, maar bij andere ziekten had verlaging geen effect. Van der Harst: „Op grond van onze gegevens kunnen we niet zeggen waardoor je met een lagere rusthartslag langer leeft.” Daar wil hij wel achter komen.
Mooi aangrijpingspunt
Van der Harst doet onderzoek naar de biologie van de hartwerking. Van der Harst: „Als we de biologie van werking, vernieuwing en veroudering beter begrijpen, levert dat hopelijk aangrijpingspunten voor nieuwe behandelingen.” De rusthartslag was een mooi aangrijpingspunt om via de genetica de biologie in te duiken.
Al tientallen jaren is bekend dat zoogdieren een gemiddelde ‘levensduur’ hebben van ongeveer een miljard hartslagen. Een olifant leeft in het wild ruim 20 jaar met een hartslag van rond 30 per minuut – een muis een jaartje met een hartritme van rond de 600.
Het zoogdier mens valt buiten het rijtje. Die haalt tegenwoordig vaak 2,5 miljard hartslagen (80 jaar lang 60 slagen per minuut). „Maar dat was 10.000 jaar geleden waarschijnlijk heel anders. Die 2,5 miljard hartslagen halen we door onze kennis en cultuur.”
Er komen steeds meer 100-plussers en sommige deskundigen speculeren dat veel mensen binnen afzienbare tijd 120 worden. Hoeveel jaren het hart er bij kan hebben is onbekend. Van der Harst: „We weten niet goed of en hoe het hart verjongt. Of bijvoorbeeld de spiercellen regelmatig worden vervangen en hoe snel andere celtypen in het hart worden vervangen.”