Op 21 februari 2016 demonstreerden Feyenoord-supporters voor de wedstrijd tegen Roda JC tegen het bestuur van hun club. Er werden 312 demonstranten ingesloten, gefouilleerd en aangehouden. Een aantal werd met ID-bewijs op de foto gezet. Alle aangehouden demonstranten kregen een strafbeschikking aangezegd: een veroordeling zonder tussenkomst van de rechter.
Vanwege de ophef over de massa-aanhouding deden de Rotterdamse en Nationale Ombudsman onderzoek en rapporteerden het volgende:
1. De betoging was niet officieel aangemeld, maar wel bekend bij de autoriteiten. Tussen demonstranten en politie is overleg geweest over de route. De betogers zouden langs het Maasgebouw lopen, daar als ludieke actie verhuisdozen, bestemd voor het bestuur, over het hek gooien en daarna naar de wedstrijd gaan.
2. De demonstratie verliep vreedzaam, maar toch werd de voorste groep ingesloten. Dit bleek een vooropgezet plan van de politie. De zogenaamde ‘driehoek’ (burgemeester, politie en OM) wilden niet dat demonstranten langs het Maasgebouw liepen. Dit verbod werd echter bewust niet bekend gemaakt.
3. De ingesloten demonstranten waren ‘not amused’, maar er vonden volgens aanwezige politiemensen geen strafbare feiten plaats. De ‘voetbaleenheid’ van de politie had ook geen voorinformatie dat ze uit waren op rellen.
4. Bij vrijwel alle demonstranten is de zaak inmiddels geseponeerd. Bij de meeste betogers komt vooralsnog echter wel een aantekening in hun justitiële dossier.
Niet alle Feyenoord-supporters zijn lieverdjes. Ook niet alle politici trouwens. Waar het om gaat, is dat ook zij het grondrecht hebben om te demonstreren. De grondrechten zijn geschonden, concluderen de Rotterdamse en Nationale Ombudsman. Zij vinden dat de betogers vooraf te horen hadden moeten krijgen dat zij deze route niet mochten lopen. Nu zijn ze er feitelijk ingeluisd. Burgemeester Aboutaleb veegt de conclusies echter van tafel en kijkt, gesteund door een meerderheid van de gemeenteraad (Leefbaar, PvdA en CDA) de andere kant op. De betogers waren immers geen ‘klanten van de Huishoudbeurs’, om een politiewoordvoerder te citeren. Negatieve beeldvorming wint het van grondrechten, terwijl het in een democratische rechtsstaat precies andersom zou moeten zijn.