Ooit waren het de genetisch veranderde micro-organismen waar we bang voor waren. Nu maken genbacteriën veel van de aroma’s in ons eten. Daarna zagen we – zeker in Europa – weinig in genetisch veranderde planten. En nog niet zo heel lang geleden wisten we ook zeker dat we niet moesten gaan sleutelen aan de genetische samenstelling van de mens.
Nu is er een televisieprogramma over een gekloonde buldog: Pipo de kloon, geïmporteerd uit Korea. En vorige week verklaarden Europese genetici officieel dat ze het bij nader inzien toch niet zo’n heel slecht idee vinden om in te grijpen in menselijke genen. Zeker, we moeten voorzichtig blijven, maar je was toch gek als je met relatief makkelijke ingrepen niet een familie zou bevrijden van een ernstige erfelijke ziekte? Dat is - kort gezegd - de redenering van de gengeleerden.
We moeten de natuur van de mens onaangetast laten. Ooit was dat een belangrijk argument tegen ingrijpen in wat heet de menselijke kiembaan. Nu voelen we dat niet meer zo. In deze gendiscussie zien we zo ons veranderende mensbeeld onder een microscoop liggen. Zeker heeft die verandering te maken met verval van religieuze gevoeligheden. Maar vooral zijn wij onszelf steeds meer als ding gaan beschouwen, gewoon omdat we dankzij de wetenschap nu oneindig veel meer van de werking van ons lichaam begrijpen dan honderd jaar geleden. En daarmee is de mens een deel van zijn ongrijpbare unieke identiteit verloren en is hij ietsje meer een machine geworden waaraan je kan sleutelen.
Het taboe is eraf. Wie iemand een donorhart wil geven, kan uiteindelijk ook wel zijn genen veranderen. Zonder enige gewetenswroeging hebben we het pokkenvirus uitgeroeid. Hoe erg is het dan om ook voor eeuwig slechte genen uit de menselijke genenpool te vissen en veel anders ten dode opgeschreven kinderen gelukkig te laten opgroeien zonder de plaag van taaislijmziekte of de ziekte van Huntington?
Zoals altijd is er ook een praktische reden om de gen-teugels te laten vieren. Als wij in Amerika en Europa dit soort ingrijpende gentherapie blijven verbieden, dan gebeurt het elders toch wel. De wereld is groter geworden dan onze eigen morele regels.
Versoepeling is onvermijdelijk, maar we moeten goed beseffen dat hiermee een eerste stapje naar een nieuw mensbeeld wordt gezet. Wat voor veel individuele mensen redding zal betekenen, hoeft niet voor de mensheid als geheel een zegen te zijn. Hoe ons lichaam werkt beginnen we te begrijpen, maar wat ons verder te wachten staat kunnen we nog lang niet overzien.