Opinie

Een klap in het gezicht van de literatuur…

Muzikant Bob Dylan krijgt Nobelprijs voor de Literatuur

Door Bob Dylan de Nobelprijs voor de Literatuur te geven, zegt Stockholm dat het gedaan is met deze kunstvorm, vindt .

We waren er een beetje aan gewend. Vaak moest je, na de bekendmaking van de Nobelprijs, wel heel diep in je boekenkast duiken om nog een boekje op te diepen van de obscure winnaar. Toen ik gisteren iets voor één uur online ging las ik dat ‘No Bra Day’ trending was. Dat moest haast wel de uitgelekte naam zijn van de winnares, dacht ik. Vast een Afrikaanse lesbische dichteres die met vurige haiku’s streed tegen een even bruut als onbekend regime.

Maar het was gewoon wat het was: een bh-loze dag, en de Nobelprijs ging naar iemand anders, die ik al evenmin in mijn boekenkast aantrof, al schijnt hij ook heus wel boekwerkjes geschreven te hebben: de experimentele dichtbundel Tarantula, uit 1971, en een deeltje memoires uit 2004.

Maar daar kreeg Bob Dylan zijn Nobelprijs natuurlijk niet voor.

Dat er bij programma’s als De Wereld Draait Door voortdurend figuren aanschuiven die ‘schrijver’ worden genoemd, zonder dat we drie titels van ze kunnen opnoemen, dat fenomeen kennen we. Sinds donderdag is het ook neergedaald op de hoogste Parnassus van de literatuur, in Stockholm. Bob Dylan: de eerste Boekloze Nobelprijswinnaar.

Dat is een klap in het gezicht van de literatuur. Natuurlijk, de man krijgt de prijs voor zijn werk als tekstdichter, en niet voor zijn zangkwaliteit of zijn gitaartechniek, maar idioot is het wel. Kennelijk wil het Nobelprijscomité een statement maken: het verschil tussen hoge en lage cultuur is relatief, genres zijn ook maar relatief. En hé, bij de Oude Grieken was literatuur en zang en dans toch ook nog één kunstvorm? De Odyssee en Ilias? Die werden zingend doorgeven van generatie op generatie. Bezíng mij, o muze! Bob Dylan is gewoon de nieuwe Homerus! En wat dacht je van al die toneelschrijvers die de prijs kregen?

Allemaal gelul. De stukken van, bijvoorbeeld, Harold Pinter (in 2005 bekroond) zijn autonome literaire werken, ook zonder de opvoering te genieten, zoals we Homerus en Shakespeare ook zelfstandig van papier lezen zonder iets van de intenties van de auteurs te missen. De songteksten van Dylan zijn nooit bedoeld als literaire werken, maar altijd voor zang met muzikale begeleiding. Het is alsof je een voetballer de Gouden Zwaan geeft.

Notabene in het wereldwijde jaar van het boek bekroont Stockholm de eerste boekloze schrijver. Vanaf nu staat de deur open voor andere singer-songwriters. En waarom geen filmmakers? Choreografen? Want wat is nu eigenlijk de grens van literatuur? De bekroning is kenmerkend voor de hedendaagse verwarring. Het populisme heeft de literatuur bereikt.

De Nobelprijs was een van de laatste instituten die de literatuur nog als hoge en zuivere kunstvorm beschouwden en waardeerden. De prijs erkende dat er wel degelijk onderscheid is te maken tussen hoge en lage cultuur, en dat was nodig in een tijd waarin de literatuur als kunstvorm al zo achterop raakte door alle thrillers, chicklit, sportboeken en celebrity-bio’s die ineens het genre kwamen binnenkruipen.

Dit jaar zegt Stockholm dat het gedaan is met de literatuur. Gaan popartiesten vanaf nu hun albums insturen voor de Man Booker Prize? Wint Boudewijn de Groot straks de P.C. Hooftprijs en Guus Meeuwis de Libris?

Nee, dan duizendmaal liever een Nobelprijs voor de zoveelste obscure No Bra Day.

Christiaan Weijts is schrijver.