Als we dan toch moeten vervagen in deze schemering van regens
slechts de geur van ontbinding ons nog toekomt en kan doordringen
wanneer we niet verder reiken dan een armlengte, onze spanwijdste
als een stuk draad te kort om door het oog van de naald te trekken
wanneer we spreken in omgekeerde echo, de klanken wegsterven
in ons strottenhoofd nog voor ze onze mond uit zijn gevlucht
kunnen we maar beter kluiven op de opgeschorte avondschijn
tot de nacht zich terugtrekt en dichtvouwt
als de hand waarin ze werd bedacht
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
nrc.next (archief)
van 12 oktober 2016