Het begint al te schemeren als Klaas Otto op dinsdagmiddag 26 februari 2013 zijn witte Mercedes-Benz het parkeerterrein op draait van een kantoorkolos in Amsterdam-Zuidoost. Klaas heeft een afspraak met niemand minder dan Willem Holleeder en diens criminele vrienden Danny K. en Dick V. Voordat hij naar binnen loopt, pakt Otto een blauwe boodschappentas uit zijn auto, zo ziet een observatieteam van de politie.
Eenmaal binnen horen rechercheurs via afluisterapparatuur dat de inhoud van de tas in een geldtelmachine wordt gestopt. Het is contributiegeld van nieuwe leden dat is binnengekomen na de officiële oprichting van de motorclub No Surrender, een dag eerder. Waar motorclubs doorgaans zeer gesloten zijn, heeft Otto de oprichting van zijn club bekendgemaakt tegenover de NOS, net als de deelname van Willem Holleeder. Ook nu hij vastzit op verdenking van afpersing, heeft hij geen bezwaar dat zijn naam voluit in NRC komt.
Danny K., zo hoort de politie, vat de oprichting van de nieuwe motorclub in twee zinnen samen: „Normaal moet je eerst twintig jaar een club hebben, twee mensen vermoorden en een raket naar binnen gooien voordat je een naam hebt. Maar met Willempie sta je gelijk op de kaart.” Gevoel voor marketing kan Klaas Otto niet worden ontzegd: een jaar na de oprichting heeft No Surrender 28 afdelingen in vijf landen met circa 500 leden.
Normaal moet je eerst twintig jaar een club hebben, twee mensen vermoorden en een raket naar binnen gooien voordat je een naam hebt
De Brabander mag voor het grote publiek een nieuw gezicht zijn, in de wereld van de motorclubs kenden ze hem al langer. Otto kwam vaak op clubavonden van de Hells Angels, werd in 2009 lid van Satudarah en begon een jaar later een eigen Satudarah-chapter in Zundert: de afdeling Ciganos. Een naam die verwijst naar zijn achtergrond als kamper – ‘ciganos’ is Portugees voor zigeuners. Al snel bleek dat Otto geen genoegen nam met het leiderschap van een plaatselijke afdeling en richtte hij No Surrender op. „Klaas wilde een club die van hem was”, zegt Guus Pronk, een bestuurder van Satudarah. „We waren blij dat hij weg was.”
Nog nooit vertoonde actie
Otto begint in het oude clubhuis van Satudarah in Zundert zijn nieuwe motorclub. Een nog nooit vertoonde actie in deze wereld, die zichzelf reguleert met een ongeschreven gedragscode. Dat hij er mee wegkomt, zegt iets over zijn status in die wereld. Otto dwingt respect af. Daarom heeft No Surrender ook geen bestuur, zoals gebruikelijk bij een motorclub. Er is één baas: generaal Klaas Otto. „Ik hoef dus alleen met mezelf te discussiëren”, zei hij daarover in Panorama. „Soms sta ik dan voor de spiegel en vraag ik of het goed gaat, dan zeg ik ja, en is de vergadering weer afgelopen.” Het is een uitspraak die past in het beeld dat bekenden van hem schetsen. Hij heeft geen echte vrienden. In de wereld van Klaas Otto is er maar één iemand belangrijk: Klaas Otto.
Wie is deze man? En waarom zien justitie en politie hem als een van de meest invloedrijke criminelen in Brabant? NRC ging op onderzoek uit, kreeg inzage in oude dossiers, sprak met zijn familie en oude bekenden. „Klaas is een kamper”, zegt vader Leo Otto. „En kampers hebben het in de ogen van de politie altijd gedaan.”
Nicolaas Jacobus Otto wordt op 29 oktober 1967 geboren in Bergen op Zoom, waar zijn vader Leo een autosloopbedrijf heeft. De familie Otto – vader, moeder, twee dochters en zoon Klaas – woont in een woonwagen op het sloopterrein aan de rand van de stad, omringd door kermisexploitanten. Vader Otto is een man van regels. Zolang je je aan de regels houdt, heb je geen last van de overheid.
Die levensles is aan zijn puberende zoon Klaas niet besteed. Als iedereen op bed ligt, verlaat Klaas via het raam de woonwagen om geld te verdienen als portier in het Brabantse nachtleven. Hij is dan zeventien jaar oud en krap 1,80 meter lang. Maar Klaas is niet bang, weten ze in Bergen op Zoom. Met zijn gedrongen postuur en armen en benen waar de spieren als driedubbel gevlochten staalkabels bovenop liggen, heeft hij iets weg Jerommeke uit de strip Suske en Wiske.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/ANP-34697371.jpg|//images.nrc.nl/PjUIcKZJgzFJBU_nQJJg02eD1JI=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/ANP-34697371.jpg)
Woonwagenkamp
Op zijn twintigste begint Klaas autobedrijf N.J. Otto, een groothandel in sloopmateriaal. Hij woont dan op De Linie, een woonwagenkamp op nog geen tien minuten rijden van zijn ouderlijk huis. In die tijd ontmoet hij ook zijn partner Nancy. In 1992 wordt hun oudste dochter geboren. In 1995 en 2008 krijgen Klaas en Nancy nog twee zoons.
Het gezin Otto woont dan inmiddels op Rijsselbergen, een kamp dat net als De Linie in de jaren negentig door de gemeente Bergen op Zoom is overgenomen van het Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant. Hier verrijst aan het begin van de eeuw een heuse, op Italiaanse stijl geïnspireerde villa: La bella vita. Een huis met witte stenen muren, grote halfronde ramen, balkons met witte balustrades en overal marmer op de vloer.
Vader en moeder Otto en zus Marieke zijn op hetzelfde kamp gaan wonen als Klaas, die de rol van pater familias langzaam lijkt over te nemen van zijn in 1943 geboren vader. „Klaas is een echte familieman”, vertelt Marieke voor haar woning schuin tegenover het huis van haar broer. „Toen mijn man in 2008 overleed was hij er voor mij en mijn kinderen. Ik kan altijd bij hem terecht.” Marieke krijgt bijval van andere familieleden op kamp Rijsselbergen. Als je met pech langs de weg staat, bel je Klaas en komt hij je halen, vertellen ze. Iedere middag om klokslag twaalf uur komt hij op de koffie bij zijn ouders. Kwestie van respect.
Toen mijn man in 2008 overleed was hij er voor mij en mijn kinderen. Ik kan altijd bij hem terecht.
Marieke Otto, zus van Klaas
Klaas draagt een haarstukje
Andere mensen die Klaas Otto sinds het begin van deze eeuw hebben leren kennen, schetsen een ander beeld. Ja, hij is een warme Brabander maar ook extreem ijdel. Klaas wil absoluut niet lelijk op de foto staan en draagt jarenlang een haarstukje. Tijdens een gesprek, zo blijkt uit de verhalen, kan Otto in een oogwenk omslaan van amicaal naar onprettig. Dan gedraagt hij zich als een potentaat, die fysiek geweld niet schroomt.
Binnen zijn motorclub gedraagt Otto zich autoritair. „Hij voelt zich God”, zegt een ex-lid. Clubleden staan op wanneer hij binnenkomt. Vragen eerbiedig of ze mogen inbreken tijdens een gesprek. Houden de wacht als Otto ze dat vraagt. Zijn vaste hulpje Janus de V. hangt constant om hem heen. „Je kunt hem zien als zijn persoonlijke slaaf”, vertelt een ingewijde. Janus woonde in de camper naast Otto. Maar toen de zoon van Otto oud genoeg was om uit huis te gaan, kreeg hij de camper van Janus. Die moest maar in het tuinhuisje gaan slapen. Bij een huiszoeking stelde de politie vast dat Janus daar nog steeds woont. Er staat een piepklein bedje, er is geen verwarming of sanitair.
Het is opvallend rustig als Klaas en Janus op een oktobermiddag in 2011 op de A16 tussen Rotterdam en Breda rijden. Janus ziet tot zijn verbazing bijna alleen maar Mercedessen op de weg. Als vlak daarna een helikopter boven de snelweg verschijnt, wordt het duo klemgereden: die Mercedessen blijken politieauto’s. Als Janus en Klaas worden afgevoerd, is de politie ook bezig met een grootscheepse inval van het clubhuis van de Ciganos in Zundert. Tien leden van Otto’s chapter worden verdacht van afpersing en bedreiging in het Bredase uitgaansleven. De motorclub zou controle willen hebben over de portiers die actief zijn bij cafés en andere uitgaansgelegenheden. Sterke mannen aan de deur: een manier om invloed te verkrijgen die ook door andere motorclubs met succes is toegepast. De clubleden krijgen celstraffen tot 4,5 jaar opgelegd – Otto zelf krijgt vier maanden cel voor de bedreiging van een portier.
De verhalen uit het Bredase uitgaansleven staan niet op zichzelf. Ook in de autobranche krijgen ondernemers te maken met de handelswijze van Otto. Hij dwingt handelaren zaken met hem te doen, ook als zij dat niet willen. Als Klaas Otto iets vraagt, kun je geen nee zeggen, vertellen slachtoffers op voorwaarde van anonimiteit. Ze zijn bang voor represailles.
Onredelijke boetes
Het afpersen verloopt via een vast stramien. Het eerste contact met Otto verloopt doorgaans aangenaam. Doe je een opdracht voor hem, dan volgt er nog een, en nog een. Zodra je een opdracht niet naar behoren uitvoert, heeft Klaas Otto je in zijn zak en legt hij onredelijke boetes op. Daarna mag je beginnen met het aflossen van je ‘schuld’, die steeds verder oploopt als je niet betaalt.
Naast zijn autosloperij heeft Otto sinds eind vorige eeuw een eigen garagebedrijf. In 2008 komt daar nog een poot bij: Horizon Auto’s en Autoverhuur. Het is zeer succesvol. Na drie jaar heeft het verhuurbedrijf een balanstotaal van ruim 400.000 euro. Niet gek voor een eenmanszaak. Na zijn arrestatie op de A16 komt de klad erin. Hij laat zijn sloopbedrijf en autohandel eind 2011 uitschrijven bij de Kamer van Koophandel. Horizon Auto’s en Autoverhuur wordt in 2013 ontbonden. „Ze gaan me nu aan zo veel regeltjes houden en helemaal kapot controleren dat het voor mij handiger is m’n bedrijf in Spanje voort te zetten”, aldus Otto in Panorama.
Het mannenblad drukt in 2013 en 2014 meerdere interviews af met de oprichter van No Surrender. De stukken zijn zonder uitzondering gemaakt door verslaggeefster Mylène de la Haye. Otto pronkt in oktober 2013 op de cover van Panorama: de redactie heeft hem uitgeroepen tot ‘Man van het jaar’ voor het oprichten van een motorclub in crisistijd.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/ANP-34697897.jpg|//images.nrc.nl/3DV2aWawtkUHyu3iNK8z-ThxwyM=/1920x/smart/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/ANP-34697897.jpg)
In het voorjaar van 2014 doet verslaggeefster Mylène de la Haye een opmerkelijke stap. Ze begint, op verzoek van Otto, een eigen vrouwenchapter bij No Surrender. „Het wordt tijd om de mooie kanten van het MC-leven te belichten”, schrijft De la Haye op de cover van het blad. „Dat kan het beste van binnenuit.” Maar nog geen twee weken nadat Otto en De la Haye de ‘No Surrender Sisterhood’ groots op de cover van Panorama aankondigen, is het chapter alweer opgeheven.
Na de twee afleveringen over haar ‘Sisterhood’ heeft De la Haye geen letter meer over Otto en No Surrender geschreven. Wat is er gebeurd? Volgens bronnen van deze krant zijn hoofdredacteur Frans Lomans en verslaggeefster De la Haye bedreigd toen het blad een artikel wilde publiceren waarin verwezen werd naar de criminele aspecten van de club. De publicatie moest worden ingetrokken en Lomans moest tegen zijn zin een contract tekenen waarin staat dat Panorama geen stukken meer schrijft over No Surrender. Lomans is op vakantie en niet bereikbaar voor commentaar. De la Haye wil niet ingaan op de kwestie. „Ik ben er voortijdig mee gestopt”, zegt ze. „Je bent vrij om je eigen conclusie te trekken waarom.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/10/data5646541.jpg)
Na de episode met Panorama vindt No Surrender andere manieren voor zijn pr. De club houdt zijn Facebook- en Twitter-accounts actief bij. Guus Meeuwis en Johnny de Mol worden uitgenodigd om een reportage maken in het clubhuis van No Surrender, waarin de club wordt neergezet als gezelligheidsvereniging voor stoere mannen. Meeuwis en De Mol krijgen zelf ook een hesje van No Surrender. „Het valt wel mee” hoe crimineel de club is, concluderen de twee.
Een dramatische gebeurtenis in het voorjaar van 2015 zet vermoedens over Otto’s activiteiten in de Brabantse autobranche in een heel nieuw daglicht. Otto wordt in de nacht van vrijdag 22 op zaterdag 23 maart neergeschoten bij een woning in het Belgische Poppel. De schutter: Joop M., handelaar in exclusieve auto’s. Hij verklaart tegenover de politie dat Otto hem afperst en bedreigt. Hij zou tegen zijn wil diensten hebben verleend aan Otto. En toen dat niet naar wens verliep, heeft Otto hem een boete opgelegd die hij niet kon betalen. Voor het Openbaar Ministerie is de schietpartij aanleiding voor een nieuw onderzoek dat in juli 2016 leidt tot Otto’s arrestatie. Hij wordt verdacht van afpersing, mishandeling en witwassen.
Afgetuigd door Otto
Joop M. blijkt niet de enige afgeperste autohandelaar. Een garagehouder uit Bergen op Zoom zou hetzelfde zijn overkomen. De man durfde geen aangifte te doen, maar de politie heeft uit afgeluisterde gesprekken afgeleid dat hij in zijn eigen garage werd afgetuigd door Otto vanwege een uitstaande schuld.
Afgeperste zakenrelaties, de bedreiging bij Panorama: de politie ziet een terugkerend patroon. Criminele informanten melden de politie bovendien dat Otto vrouwen in zijn omgeving ernstig zou mishandelen. Het zijn nog maar verhalen, maar die bevestigen in het criminele milieu Otto’s nietsontziende reputatie.
In het voorjaar van 2016 krijgt de politie signalen over een conflict rond een partij gestolen drugs die, zo is het vermoeden, toebehoort aan Otto. Twee Rotterdamse No Surrender-leden worden verantwoordelijk gehouden voor de diefstal: Bas ter H. en Clement H. Op basis van een afgeluisterd gesprek in het clubhuis van No Surrender ontstaat het vermoeden dat de ruzie dreigt te escaleren.
Klaas Otto zou Bas ter H. willen laten liquideren, vermoedt de politie. Het is een beschuldiging waarvoor hard bewijs vooralsnog ontbreekt. Clement H. wordt in mei, na een begrafenis van een No Surrender-lid, in elkaar geslagen en zwaargewond achtergelaten in een bos. Het onderzoek richt zich op enkele kopstukken van No Surrender die de mishandeling mogelijk in opdracht van Otto uitvoerden. Otto is enkele maanden daarvoor, in februari 2016, opgestapt bij No Surrender. „Als er iets gebeurt is het altijd: dat moest van Klaas. Of dat heb ik in opdracht van Klaas gedaan”, vertelde hij in RTL Boulevard. „Dat ben ik zat.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/09/nosurrender-2048x1370.jpg)
Zo vertrok Otto drie jaar na de veelbesproken oprichting van No Surrender uit zijn eigen club. De generaal is weer gewoon Klaas, kamper uit Bergen op Zoom. In woonwagenkamp Rijsselbergen vinden ze dat niet erg. „Pa vond het altijd al niks, die hele club”, zegt zijn zus Marieke. Nou ja, die motorfietsen vond vader wel stoer. „Maar al die types die eromheen hingen, daar was hij niet blij mee.”
Tegenover Otto’s villa gaat het raam open. „Klaas had eerder moeten stoppen”, klinkt het. Het is vader Leo Otto die zijn hoofd door de kier van het raam steekt. „Dat heb ik vaak tegen hem gezegd: kap nou met die club. Maar weet je wat Klaas dan altijd zei? ‘Tachtig procent van mijn leden is goed, twintig procent is slecht. Waarom moet ik boeten voor die twintig procent?’ Daar heeft hij wel gelijk in.” Vader Otto zegt dat zijn zoon onterecht vastzit. Daarna gaat het raam dicht. Hij zou best meer willen vertellen, maar daar wil hij eerst over praten met zijn zoon Klaas.