‘Je hoopt dat het je nooit overkomt…’ De Week van de Veiligheid trapte maandag af met alarmerende woorden. In de campagne gaat het over ‘aanpak’ en ‘ellende’ en over ‘criminaliteit’ en ‘diefstal’. Geïnteresseerden krijgen tips over ‘agressie en geweld’ en een roadshow ‘Laat je niet overvallen’ toert door het hele land.
Week van de Onveiligheid zou een betere naam zijn geweest. Maar over veiligheid gaat het in onze samenleving eigenlijk altijd en alleen in negatieve zin, zegt Marc Schuilenburg, criminoloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. De positieve betekenis van veiligheid, als ‘geborgenheid’ of ‘verbondenheid’, wordt vergeten.
Hierdoor is alle veiligheidsbeleid op onveiligheid gebaseerd. Er is een ‘ongebreidelde bestrijdingsbegeerte’ ontstaan, mede door de bloeiende veiligheidsindustrie, die leidt tot nóg meer agenten, nóg meer fouilleren, nóg meer camera’s, nóg hogere straffen. ‘Controle’, ‘repressie’, ‘bestrijden’, ‘vergelden’ is de bijbehorende terminologie. „Oorlogstaal” noemt Schuilenburg het. Rotterdam heeft het over ‘targets’ en ‘stadsmariniers’ en in het laatste Veiligheidsplan van Amsterdam, 52 pagina’s, staat de term ‘aanpakken’ liefst 210 keer. „Ze pakken alles maar aan.”
Er zijn meer criminologen in binnen- en buitenland die twijfelen aan het nut van repressie. Ze muntten enkele jaren terug de term ‘positieve veiligheid’. Bestrijden van onveiligheid is volgens hen iets anders dan het creëren van veiligheid. Schuilenburg schreef er in 2014 het boek Positive criminology over en probeert sindsdien gemeenten anders te laten nadenken over veiligheid.
Is dat nodig?
Schuilenburg: „Denken in onveiligheid heeft een katalyserend effect. Strenge regelgeving leidt tot nog strengere wetgeving, want het is nooit genoeg. Intussen neemt daardoor het wantrouwen van burgers tegenover de overheid toe. Kijk in wijken waar de politie als ordebewaker optreedt. Jongeren voelen zich er gediscrimineerd, onheus bejegend. In die wijken is het vertrouwen in de overheid nog nooit zo laag geweest. En dat terwijl Nederland nog nooit zo veilig is geweest als nu. Veel veiliger gaat het op deze manier ook niet worden. De grens van repressie is bereikt, dat merken gemeenten. Ze beseffen: nóg meer veiligheidscamera’s heeft geen zin.”
Toch blijft het denken in onveiligheid aantrekkelijk.
„Informatie die negatief wordt gebracht kan sneller op instemming rekenen. Dat is bekend uit de psychologie. En er spreekt urgentie uit, zoals slecht nieuws ook beter verkoopt. Politici spinnen daar garen bij.”
Ook wetenschappers zijn vaak minder geïnteresseerd in de positieve kant. Er is geen aandacht voor ‘de banaliteit van het goede’. ‘Het kwaad’ en ‘agressie’ worden interessanter gevonden. Schuilenburg: „Veiligheid is vaak een neveneffect van sociale cohesie en verbinding. Dat wordt vergeten.”
Positieve veiligheid blijft abstract, zeggen critici. Kunt u concrete voorbeelden noemen?
„In Vancouver heb je het positive tickets-model. Agenten slingeren iemand op de bon voor een overtreding, maar ze delen ook bonnen uit als een jongetje bijvoorbeeld het vuilnis in de vuilnisbak doet. Een bon voor een ijsje. Het gaat om het creëren van vertrouwen tussen burger en agent. Zoals je ook in Den Haag een project had waarbij kinderen met agenten meeliepen door de Schilderswijk. Maar al die projecten zijn in de loop der jaren wegbezuinigd.
„Ander voorbeeld: in Rotterdamse wijken mogen burgers meebeslissen welke problemen door de politie en gemeente worden opgepakt. Dat zijn kansen om verbinding te maken.”
Klinkt als een pleidooi voor de participatiemaatschappij.
„Ja, maar op een andere manier. Nu wordt de ‘participatiemaatschappij’ vooral ingestoken als een verkapte bezuinigingsmaatregel. Maar het gaat om vertrouwen, het faciliteren van zelfbestuur, waardoor mensen meer waarde toekennen aan hun omgeving. Je ziet dat kleine aanpassingen, zoals een piano plaatsen in een stationshal, het veiligheidsgevoel al kunnen vergroten.”
Los je daarmee het veiligheidsprobleem op?
„Nee, ik ben niet naïef. En ik ben ook zeker niet tegen handhaven. Er is niks mis met repressie. Maar het is slechts één kant van het verhaal, waardoor het instrumentarium om veiligheid te creëren, te beperkt blijft. Vergelijk het met een stadstuin. Je kunt niet alleen maar onkruid wieden. Je moet soms ook een bloemetje planten.”