Het Nederlands is de belangrijkste taal in het Nederlandse en Vlaamse bedrijfsleven. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Gent en het Meertens Instituut, in opdracht van de Taalunie.
Onderling spreekt op de werkvloer zo’n 80 procent van de ondervraagden uitsluitend Nederlands met collega’s en leidinggevenden. In 5 procent van de gevallen werd alleen een andere taal gesproken, in de meeste gevallen Frans of Engels. Ook de communicatie naar buiten toe gaat voornamelijk in het Nederlands. In zowel Nederland (67,6 procent) als in Vlaanderen (60,5 procent) ging dat in het Nederlands. In respectievelijk 11,1 procent en 14,9 procent van de gevallen was dit in een andere taal.
Verder was voor de helft van de Vlamingen de beheersing van het Nederlands een voorwaarde om aan werk te komen. In Nederland was dit voor één op de drie het geval.
Meer Engels: goed of slecht?
Voor het onderzoek, met als titel ‘Staat van het Nederlands’ werden ruim 7.000 Nederlanders en Vlamingen online ondervraagd. Met dit onderzoek als basis wordt om de twee jaar een vervolgstudie gedaan.
Er is de nodige discussie over de toepassing van het Engels op hogescholen en universiteiten. Zo bekritiseerde Warna Oosterbaan het toenemende gebruik van het Engels omdat het de Nederlandse identiteit zou aantasten.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/09/ANP-46107119.jpg)
Schrijfster Louise Fresco, tevens voorzitter van de Raad van Bestuur Wageningen UR, vindt juist dat de Engelse taal goed is omdat het meer kansen biedt voor studenten.
Lees het opiniestuk van Louise O. Fresco: Engels in onderwijs is goed voor de openheid