(Bijna) alles begint bij Bach

Klassiek Muziekcriticus Merlijn Kerkhof (29) brengt met liefde klassieke muziek aan de man. Bij de verschijning van zijn boek Alles begint bij Bach selecteert hij acht stukken die het leven volgens hem de moeite waard maken.

1. Johann Sebastian Bach - Hohe Messe

Elk jaar bezoeken vele duizenden Nederlanders de Matthäus-Passion. Een mooie traditie, maar het is wel wat onterecht dat de Matthäus alle aandacht krijgt. Had je Bach (1685-1750) gevraagd wat zijn beste stuk was, goede kans dat hij dan voor de Hohe Messe had gekozen. Je kunt het zien als een soort greatest hits-album: voor de mis recyclede en bewerkte hij enkele van zijn beste werken. Het is een staalkaart van zijn kunnen, waarin hij zowel duizelingwekkende meerstemmige muziek stopte als een stuk dat zo uit de Napolitaanse opera had kunnen komen (Christe eleison).

2. Guillaume de Machaut - Messe de Nostre Dame

Begon alles dan bij Bach? Nee. Hij was de componist die aan het begin van de negentiende eeuw op een voetstuk werd gezet, de uitgave van zijn eerste biografie in 1802 wordt wel gezien als het startschot van de vorming van de muziekcanon. Maar al eeuwen vóór Bach werd er prachtige muziek gemaakt. De eerste echte complete zetting van de roomse mis door één componist, kwam van Machaut (c.1300-1377), een dichter en componist uit de buurt van Reims. Wat een waanzinnig stuk.

3. Claudio Monteverdi - Lamento d’Arianna

Hoe zou jij je voelen als je vriend (Teseo) jou (Arianna) heeft achtergelaten op een eiland (Naxos)? En hij maar niet terugkeert, en maar niets van zich laat horen? De Lamento d’Arianna, gepubliceerd in Monteverdi’s Zesde madrigaalboek (1614), is een klaagzang vanuit het perspectief van Arianna. Alle schakeringen van de te verwachten emoties komen voorbij: droefheid, boosheid, angst, woede, zelfmedelijden, overgave. De lamentatie, een bewerking van een deel uit een verloren gegane opera, is, sorry voor het cliché, een emotionele rollercoaster (en na afloop wil je gelijk nog een keer).

4. Jan Pieterszoon Sweelinck - Psalm 118

Moest er zo nodig een Nederlander in het lijstje? Sweelinck (1562-1621) is geen excuuskaaskop, hij was gewoon waanzinnig goed. Lang werd hij vooral beschouwd als klaviercomponist, maar zijn levenswerk was zijn corpus van meerstemmige zettingen van alle Franstalige calvinistische psalmen. Het Gesualdo Consort nam ze allemaal op en iedere muziekliefhebber zou die opnames moeten bezitten. Wat een vindingrijke, veelzijdige componist, wat een energie zit er in die muziek. Levensveranderend goed.

5. Ludwig van Beethoven - Derde symfonie

Over welk genre Beethoven (1770-1827) zich ook boog – het strijkkwartet, het vioolconcert, de mis, de pianosonate – hij zorgde wel dat hij het groter aanpakte dan zijn voorgangers. De negen symfonieën van Beethoven zijn zulke reuzen dat we de 104 (!) van Haydn niet eens meer zien staan (ten onrechte, overigens). In zijn Derde symfonie, de Eroica, laat hij je geen moment los.

6. Maurice Ravel - Daphnis et Chloé

Weinig muziek is zo beeldend als Ravels Daphnis et Chloé. Dit ballet van ongeveer een uur is zo verrassend dat je bij iedere sectie opveert. Ravel (1875-1937) laat de strijkers zwelgen, schmieren, en laat de koperblazers knorren. Het Lever du jour (het aanbreken van de dag), met kirrende vogeltjes en al, is magisch. Wie wil weten wat met kleur in muziek wordt bedoeld, moet de Daphnis draaien: de mooiste regenboog ooit gecomponeerd.

7. Béla Bartók - Concert voor orkest

Bartóks Concert voor orkest is een van de hoogtepunten uit de twintigste-eeuwse muziek. Bijzonder is dat iedere instrumentgroep een solistische rol heeft – vandaar de titel. Bartók (1881-1945) laat in vijfendertig minuten horen waartoe een orkest in staat is. Het bruist als cola die wil ontsnappen uit een wild geschudde fles.

8. Luciano Berio / Franz Schubert - Rendering

De Italiaan Luciano Berio (1925-2003) was een van de gezichtsbepalende componisten van de vorige eeuw. In 1990 voltooide hij het stuk Rendering (weergave). De basis was een onvoltooide symfonie van Schubert, een stuk vol gaten. Schuberts maten liet hij intact, de leegte vulde hij op, maar niet op schubertiaanse wijze. Wat zo knap is, is dat hij alle middelen van zijn eigen tijd gebruikt, terwijl de overgangen toch volkomen organisch aanvoelen. Rendering is een spannend eerbetoon aan Schubert en een tijdloos muzikaal juweel.

De tips van Merlijn Kerkhof. Luister ze hier.