Turkije is in het zuidoosten van het land bezig met de grootste operatie tegen Koerdische militanten uit de geschiedenis. Dat heeft de Turkse president Tayyip Recep Erdogan donderdag verklaard tijdens een toespraak in Ankara. Een belangrijk onderdeel van het plan is het ontslaan van ambtenaren met links naar Koerdische organisaties.
Zo zijn 11.500 leraren met banden met de PKK-partij voorlopig geschorst. Ankara beschouwt de PKK als een terroristische organisatie. Ook de Europese Unie en Verenigde Staten hebben de partij op hun terreurlijst staan. Volgens de Turkse Binali Yildirim zijn er in totaal 14.000 leraren gelinkt aan de PKK. Of de 2.500 overige docenten hun baan kunnen behouden, is niet bekend. Eerder al stuurde Erdogan duizenden leraren weg omdat ze banden zouden hebben met een andere vijand van Ankara, de geestelijke Fethullah Gülen.
Offensief in Jarablus
Ondertussen liet de Turkse defensieminister Fikri Isik zich donderdag ook uit over het Turkse offensief in Noord-Syrië om de grensstad Jarablus terug in handen te krijgen. Dat lukte het land twee weken geleden. Ankara zal niet toestaan dat de Koerdische YPG-militie daar na verdrijving van IS een eigen staat vestigt, liet Isik weten:
“Turkije zal het niet accepteren dat de YPG-strijdkrachten de operatie tegen IS gebruiken om hun gebied uit te breiden en aan de macht komen.”
Volgens de Defensieminister heeft de YPG zich nog niet teruggetroken ten oosten van de rivier de Eufraat, terwijl dat eerder wel was beloofd. Ankara is bang dat de Koerden het de gehele zuidgrens met Turkije naar zich toetrekken. Erdogan zei daarom donderdag dat Turkije doorgaat met de operatie rondom Jarablus “om de Turkse grenzen veilig te stellen”.