De Franse actrice Isabelle Huppert lacht minzaam als ik speculeer waarom er zo weinig rollen zijn voor actrices boven de veertig jaar: die gaan allemaal naar Meryl Streep (67) en Isabelle Huppert (63). „Het is een probleem, ja. Maar inderdaad niet mijn probleem.”
Een kleine, kordate vrouw in kleurige kleding: we spreken haar medio februari in Berlijn over L’Avenir van de 35-jarige Franse regisseur Mia Hansen-Løve, die in 2000 haar dochter speelde in Les destinées. „En nu is zij mijn moeder”, zegt Huppert. „Want dat is een regisseur. Je legt je lot in haar handen en moet haar blindelings vertrouwen.”
Toch dacht ze over de rol van filosofieprofessor Nathalie Chazeaux niet lang na. „Ik wist al wat Mia kon, en bovendien: in L’Avenir staat de camera voortdurend op mij gericht. Daar houdt een actrice wel van.”
Nathalie is een Parijse intellectueel die stoïcijns reageert als haar man voor een jongere vrouw kiest. „Zij maakt zich niet druk om geld of meubels of eenzaamheid”, zegt Huppert. „Eerder om welke boeken hij meeneemt.” Natuurlijk, Nathalie is best boos, jaloers en bang – en bovendien een beetje verliefd op de idealistische student Fabien. „Maar ze weet dat het hopeloos is, en handelt er dus niet naar. Ze onderkent het met zelfspot en zonder zelfmedelijden. Mij bevalt dat enorm.”
Een echte Huppert-rol dus? Waar de kameleontische Meryl Streep in rollen verdwijnt, of dat nu een slachtoffer, malle hittepetit of zure non is, is Hupperts bandbreedte smaller, maar haar uitstraling intenser. Slachtoffer is ze zelden: haar personages slaan terug. Huppert speelt fier, vilein, labiel, bokkig, hard, maar zelden huilerig.
130 titels telt Isabelle Hupperts filmografie: de rest van de tijd lijkt ze op de planken door te brengen. En niks wijst op versagen. De afgelopen vijf jaar speelde ze in 25 films en tv-series en voor 2017 staan er opnieuw zeven films op de rol, waaronder Happy Days van Michael Haneke, over een gezin uit de haute bourgeoisie die leeft vlakbij het vluchtelingenkamp van Calais. Als we haar in Berlijn spreken, heeft ze even vrijgenomen van de repetities van Phédre(s), een voorstelling in het Parijse Odéon die zij, lees ik later in recensies, zo’n beetje eigenhandig van de ondergang redt.
Pragmatisch
Hoe Huppert op de filmset is? „Ik hou niet zo van wroeten in psychologie of van lange repetities”, zegt ze. „Als de regisseur dat graag wil, moet dat maar. Zelf ga ik liever direct aan de slag.” Regisseur Mia Hansen-Løve : „Isabelle is net zomin als ik bezig met de abstracte psychologische achtergrond van personages. Ze zoekt heel pragmatisch en concreet de waarheid in elke scène apart. Het ritme van scènes definieert uiteindelijk het personage en de film.
„Isabelle verzint zoveel nuances. Tijdens het filmen kwam ze naar me toe: hoe wil je deze ‘hm’ hebben? En dan komen er vijf, zes varianten. Een verbaasde hm! Een vaag peinzende hm. Een vragende hm. Een sceptisch hm, nog ééntje daar tussenin. Ik zeg: ‘doe maar hm’. ‘Aha, ik begrijp precies wat je bedoelt.’ En die hm doet ze dan, levensecht.”
Heeft Huppert nooit overwogen te stoppen met acteren? „Ik flirt soms met die gedachte”, zucht ze. „Ik heb er nog vreselijk veel plezier in, maar is het geen levensbehoefte geworden? Een verslaving zelfs? Zou ik me gewoon niet eens een jaar moeten inschrijven bij de volksuniversiteit? Mijn tuintje moeten gaan bijhouden?” Haar stem zwerft weg in een dramatische pauze, dan kijkt ze spottend om zich heen. „Maar dat duurt hooguit vijf minuten. Acteren is mijn levensstijl. Je vergeet tijdelijk de realiteit, net als met alcohol, als je dronken bent. Het duizelt je en dat is heel, heel fijn.”
Een loeder?
Als ik Huppert in mei in Cannes zie, prijst ze goedgemutst haar tweede grote onewoman-show van 2016 aan: de komische thriller Elle van Paul Verhoeven. Je kan er ingewikkeld over doen, maar is de koel manipulerende zakenvrouw Michèle niet gewoon een loeder, vraag ik haar. Huppert trekt een wenkbrauw op in een sceptische hm? „Ik ben altijd erg verbaasd als ik mijn personages op zo’n manier hoor typeren”, zegt ze afgemeten.
Hoewel: „Veel van mijn personages zijn nogal hard, dat is wel waar. Erika in La Pianiste was een sadomasochist en best een sadist. Er zit altijd meer achter zo iemand, maar ik begrijp wel dat jullie ze als loeder zien. Mijn personages zijn niet erg sentimenteel, en dat ben ik zelf ook niet. Ik idealiseer niet, ik maak de zaken nooit zacht of zoet.” Universele bijval hoeven haar films noch haar personages te krijgen. Liever niet zelfs. „Elke artistieke expressie bevat contradicties. Een film zonder vijanden is oninteressant.”