Herman von Hebel is een beetje verbaasd. De griffier van het Internationaal Strafhof weet al een half jaar dat een buitenlandse jurist in Nederland met de dood wordt bedreigd. De vele intimidaties verwijzen naar haar werk. Nada Kiswanson levert namens Palestijnse mensenrechtenorganisaties (ngo’s) informatie aan het Strafhof, dat ‘vooronderzoek’ uitvoert naar mogelijke oorlogsmisdrijven door Israël in Palestina. Ze vermoedt dat Israël achter de bedreigingen zit. Het Openbaar Ministerie onderzoekt de zaak.
De Nederlander Von Hebel, als hoogste bestuurlijke functionaris verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het Hof, vindt de bedreigingen „heel ernstig”. Maar dat de openbaarmaking in NRC donderdag zo’n mediastorm zou generen, had hij niet verwacht. Het nieuws belandde via internationale persbureaus tot in kranten in Pakistan.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/08/1108BIN_advocate2.jpg)
„Dat verbaast me,” zegt Von Hebel, „omdat het niet ongebruikelijk is dat het Strafhof wordt tegengewerkt. Onze getuigen zijn heel vaak bedreigd, vooral in Kenia. Dat leidde nooit tot zoveel ophef. Maar de bedreiging van een ngo-medewerker is natuurlijk wel een nieuwe vorm van tegenwerking.”
En het is nieuw dat het in Nederland gebeurt, daar waar het Hof zetelt.
„Ja. En wij zagen ook onmiddellijk: deze bedreigingen zijn serieus. Hier moet goed naar gekeken worden. En er moet in Nederland meer bescherming voor ngo’s komen. Gelukkig pakken het ministerie van Buitenlandse Zaken en het OM dat nu op.”
Kiswanson krijgt nu bewaking. Maar vormt de bedreiging niet ook een gevaar voor het onderzoek naar Palestina, en voor het Hof zelf?
„Zeker. Een aanval op een ngo is indirect ondermijning van het werk van het Strafhof. Want wij leunen in eerste instantie op informatie die ngo’s aanleveren. Zij leveren vaak de getuigenverslagen waarop het Hof besluit wel of geen strafzaak te beginnen.
„Of dit het onderzoek kan schaden, is nog moeilijk te zeggen. Maar het is niet uitgesloten. De Kenia-zaak is ook stopgezet vanwege bedreigingen. En als het recht niet kan zegevieren door obstructie, is dat natuurlijk heel ernstig.”
Kan het Strafhof dat voorwerk van ngo’s zelf niet doen?
„Dat we in eerste instantie afhankelijk zijn van informatie van derden heeft deels te maken met middelen [het budget van het Hof, met 800 medewerkers, is dit jaar 140 miljoen euro, red.]. Maar het vloeit nog veel meer voort uit het karakter van ons statuut. Het idee is dat jij en ik informatie kunnen sturen naar de aanklager van het Hof, die onafhankelijk besluit of er een strafzaak komt.
„Daarom is de bedreiging van Kiswanson zo belangrijk voor ons. Het is niet alleen praktisch bezwaarlijk, maar ook een principekwestie. Het is een poging iemand te beletten ons informatie te geven. Dat is een aanval op het hele idee van het bestrijden van grootschalig onrecht.”
Hoe beoordeelt u de respons van de Nederlandse autoriteiten?
„In het begin was er niet meteen herkenning van het probleem. De politie had iets van ‘laat maar’. Daarom heb ik zelf contact opgenomen met Buitenlandse Zaken, om te zeggen dat ze beter naar deze zaak moesten kijken. Sindsdien nemen ze het heel serieus. Maar de eerste reacties waren lauw en afhoudend. Omdat het helemaal nieuw voor ze was.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2016/08/data3630229.jpg)
Is dat niet naïef? Met het Hof haal je ook problemen naar Den Haag.
„Nee, want in het begin hadden we eigenlijk geen problemen. Een paar jaar geleden kregen we pas intimidatie van getuigen. Misschien is dat wel een compliment, omdat het een effect kan zijn van het feit dat het Hof in staat is gebleken om te vervolgen.
„Maar het is ook zorgelijk, want het kan het begin zijn van een trend om het Hof zoveel mogelijk te dwarsbomen. Daar moeten we iets tegen doen en Nederland heeft daar een belangrijke rol in te spelen. Nederland moet niet meer alleen faciliteren, maar ook veiligheid garanderen. Als je grote organisaties als het Strafhof naar je land haalt, heb je die verplichting. Dat is volstrekt duidelijk.”
Wat moet Nederland doen, vindt u?
„We hebben met Buitenlandse Zaken afgesproken dat we nu eerst een inventarisatie gaan maken van de ngo’s waarmee we contact hebben.”
Het is nu zes maanden na het eerste dreigement. Ngo’s zijn in paniek. Vier organisaties sloten hun deuren, waaronder Amnesty International. En dit is alles wat er nu gebeurt?
„Het duurt even. En er zal ook nog wel wat tijd overheen gaan. Het is nog te vroeg voor concrete maatregelen. We zijn daarover in gesprek met Buitenlandse Zaken. We hebben alweer een paar weken niets van ze gehoord. Maar het staat op de agenda.”
Omdat het ministerie zo traag reageert, heeft het Strafhof ngo’s veiligheidsadviezen gegeven, en zelfs een lijst met psychologen.
„We hebben informeel wat assistentie gegeven. Dat is eigenlijk een taak van de Nederlandse overheid. Dat vloeit voort uit de gastlandovereenkomst. Maar we hadden hier zeer geëmotioneerde ngo-medewerkers over de vloer. Dan probeer je te helpen.”
Bent u ook bang voor intimidatie van getuigen in het onderzoek naar Palestina? Als e-mailaccounts van mensenrechtenorganisaties worden gehackt, zoals ook bij Kiswanson gebeurde, kunnen kwaadwillenden ooggetuigen nu al intimideren.
„Ook daarom is deze situatie zorgelijk. Want in dit stadium van vooronderzoek kan het Hof nog niets doen om potentiële getuigen te beschermen. Hoewel ze al gevaar lopen.”
Wordt het Hof ook direct bedreigd?
„Niet dat ik weet. Maar dat verwachten we in de toekomst wel. We zijn net een strafzaak naar Georgië begonnen. En we krijgen nu al vervelende opmerkingen van Rusland. Dat zijn gelukkig maar woorden. Het wordt pas een probleem als ze het onderzoek gaan dwarsbomen, bijvoorbeeld door intimidatie. Het ligt voor de hand dat dat nog komt. En het kan effectief zijn, dat zagen we in Kenia. Dat was een wijze les. Nu moeten we nog zorgen dat we herhaling zien te voorkomen.”