Ik kon op den duur zijn gedachten lezen: ‘Wanneer mag ik eruit? Ik wil laten zien wat ik kan... waarom zou ik anders mijn neus nat houden? Ik wil door het veld zigzaggen met mijn snuit aan de grond, en vinden, en dan luid naar de hemel blaffen, en complimenteuze knedingen in mijn nekvel ontvangen. Daar ben ik op afgericht.’
Soms legde Juan, want zo heette hij, gelaten piepend de kop op zijn poten. Met het vorderen van de vlucht voelde ik een steeds inniger verwantschap met de herder. Ik wilde vinden, en blaffen, daar had opa Ban me in zijn laatste ogenblikken op afgericht. De hond hielp me met zijn blik, en het gemanoeuvreer van zijn oren, mijn plan te verfijnen. Ik zou de eed bij mijn grootvaders sterfbed gestand doen. Goed, de Volksrepubliek Donetsk mocht ik niet meer in, op straffe van overhoop geschoten te worden. Het kwam dus aan op de juiste vermomming. Er was me toegezegd dat ik me bij het Australisch-Nederlandse onderzoeksteam aan kon sluiten, op voorwaarde dat ik van het veldwerk verslag uit zou brengen. Ik kreeg een slaapplek toebedeeld in een voormalige balletschool te Soledar, dat dichterbij de rampplek lag dan Donetsk. Rond de braakliggende akkers waar naar stoffelijke resten moest worden gezocht, zouden Seps op wacht staan, maar met mijn standaardoutfit van kiel, pet, mondkapje kon ik anoniem opgaan in het team.
‘Let nu goed op, Juan, wat mijn plan is. Op een middag, wanneer iedereen in de schaduw zijn siësta ligt te houden, haak ik af. Als je er iets van merkt, gelieve niet te blaffen. Ik bel mijn vaste chauffeur Pjotr in Donetsk, en vraag hem contact op te nemen met Oleg Sjoelga, bijgenaamd Oleg de Kozak. Hij behoort tot het peloton separatisten van commandant Mazepa. Ze waren samen bij de lancering van de BUK betrokken. Oleg heeft een geluidsopname van het gesprek in de commandowagen. Hij twijfelt... hij wankelt. Trouw blijven aan het pro-Russische ideaal? Of de waarheid wereldkundig maken? Ik probeer via Pjotr een afspraak met Oleg te maken op onze geheime plek van samenkomst: een stinkende kippenloods, waar ik de lichamen van mijn ouders gevonden heb. Eens zien of ik hem murw kan krijgen door hem een deel van de dertig miljoen dollar tipgeld van het Duitse bureau Rikscha in het vooruitzicht te stellen. Ja, piep maar, Juan... benieuwd of Oleg zal happen. Zo niet, dan doe ik een pittig middeltje in zijn wodka, zodat hij als een blok omvalt, en ontvoeren we hem op de achterbank van de taxi... naar Charkov. Daar mag de Nederlandse recherche hem dan aan de tand voelen.’
De herder geeuwde, waarbij zijn blauwige tong zich ver naar buiten rekte. ‘Je hebt gelijk, Juan, ik moet niet vergeten Oleg, als hij eenmaal knock-out is, burgerkleren aan te trekken. Hij wordt dan gewoon een dronkaard uit de heffe des volks, die achterin de auto zijn roes ligt uit te slapen. Dank voor je opmerkzaamheid.’
Toen ik op de luchthaven van Charkov uit de Hercules stapte, voelde ik geen greintje angst door de politie of de geheime dienst te worden aangehouden in verband met de aanslag op het hardrockcafé. Diep in mijn hart hoopte ik misschien wel op zo’n arrestatie: ik hongerde naar tegenstand, en snakte ernaar het Russisch in de strijd te werpen dat opa Ban me zo kundig en geduldig had bijgebracht. Ik moest de taal nu verder op eigen kracht veroveren. Ik liep achter de hondenbegeleiders in hun fosforescerend groene kielen aan naar de aankomstbarak. Herder Juan bleef een paar keer staan, en keek dan om, alsof hij onze intimiteit van hoog in de lucht nu al miste.
Er gebeurde niets. Alvorens de volgende ochtend in bussen naar Soledar vervoerd te worden, brachten we de nacht in het hotel van de Nederlandse missie door. Ik vroeg en kreeg de kamer waar Poolse Lina gelogeerd had voordat de SBOe haar was komen arresteren. Niet dat ik naar haar achtergelaten geuren wilde snuffelen, maar liggend in dat bed kon ik me misschien beter voorstellen hoe het haar nu verging, in Kiev. Ik sloot mijn ogen, en luisterde naar het verhoor dat zich in mijn hoofd ontspon. Vroeg of laat zou ze, voor de zoveelste keer geconfronteerd met de beelden van beveiligingscamera’s, mijn naam moeten noemen. Ik was nou ook weer niet zo’n geweldige minnaar voor haar geweest dat ze zich liever dood zou laten martelen dan mijn identiteit prijs te geven.
En stel dat ze zou opbiechten mij met die aktetas te hebben misleid? Ook dan zouden de heren geheim agenten mij gauw genoeg opgespoord hebben om het verhaal bevestigd te krijgen.
Alle reeds gepubliceerde afleveringen van het feuilleton zijn te vinden op nrc.nl/afth