Aanschaf tankvliegtuigen Defensie wordt duurder dan verwacht

Nederland zou in de aanschaf samenwerken met andere landen, maar alleen Luxemburg doet mee.

Een Airbus A330 MRTT van de Britse luchtmacht.
Een Airbus A330 MRTT van de Britse luchtmacht. Foto Angel Nikolov / CC-BY

Defensie is er niet in geslaagd om samen met andere voorname landen een nieuw tankvliegtuig aan te schaffen. De luchtmacht heeft alleen met Luxemburg overeenstemming bereikt over het kopen van twee Airbus-toestellen die kunnen worden gebruikt voor luchttransport en het bijtanken van gevechtsvliegtuigen in de lucht. Dat maakte Defensie donderdag bekend.

Omdat andere Europese landen die geïnteresseerd waren in de gezamenlijke aanschaf zich hebben teruggetrokken of nog geen beslissing hebben genomen, kunnen de kosten voor Nederland oplopen tot 1 miljard euro. De vliegtuigen van Airbus moeten in 2020 geleidelijk twee Nederlandse KDC-10’s vervangen.

Militaire capaciteit is schaars

In 2014 kondigde minister Jeanine Hennis (Defensie, VVD) aan dat samen met België, Noorwegen en Polen nieuwe tank- en transportvliegtuigen zouden worden verworven. Ook Duitsland raakte vervolgens betrokken. Binnen de NAVO en binnen de EU is deze militaire capaciteit schaars, daarom maken bondgenoten ook al gebruik van elkaars toestellen. Maar Duitsland, Polen, Noorwegen en België haakten onderweg af of kijken de kat nog uit de boom. “Vanwege nationale politieke ontwikkelingen is het voor die vier landen nog te vroeg om zich bij Nederland en Luxemburg aan te sluiten”, schrijft Hennis in een brief aan de Tweede Kamer. “Wel hebben zij de intentie om in een later stadium alsnog tot het samenwerkingsverband toe te treden.” Alleen als dat gebeurt kunnen de kosten voor Nederland omlaag van een miljard naar minimaal 250 miljoen euro.

Als dat niet gebeurt, betaalt Defensie de volle prijs. Desalniettemin is gekozen voor een constructie waarbij de twee nieuwe toestellen eigendom worden van de NAVO. De zogeheten Multi Role Tanker Transport vliegtuigen worden op luchtmachtbasis Eindhoven gestationeerd en kunnen ook door andere landen gebruikt worden wanneer Nederland deze niet nodig heeft.

Luxemburg heeft geen luchtmacht en zal de toestellen dus ook niet gebruiken om in de lucht andere toestellen bij te tanken. Wel kunnen zij ze inzetten voor het verplaatsen van goederen of voor medische evacuaties. Volgens Defensie doet Luxemburg vooral mee “om zo een bijdrage te leveren binnen de NAVO en de EU”.