Een bomaanslag voor de ingang van een muziekfestival. Een doorgedraaide man met een machete.Doden en gewonden bij een schietpartij in een winkelcentrum.Een treinreiziger met een bijl en een mes. Een aanslag met een vrachtwagen in Nice. Een mislukte coup en intimidatie van burgers in Turkije. Een schietpartij in Dallas.
Waar zijn toch de onbezorgde, saaie zomers gebleven? De zomers waarin het spannendste nieuws een agressieve oehoe was? Een poema op de Veluwe? Een zomer met festivalverslagen. Met herhalingen op tv?
Jan Willem Vonk (34) volgt het nieuws niet meer. Zijn tv staat sinds juni vorig jaar op zolder. Geen Metro, Spits of krantenabonnement meer. Geen Nu.nl of NOS. Jan Willem Vonk heeft de wereld stilgezet.
„Ik geniet ervan.”
Vonk – coach voor jongeren die een psychose doormaakten – raakte vorig jaar verstrikt in het nieuws over de vluchtelingenstroom. Vooral de beelden raakten hem. „Ik kon het niet meer bolwerken. Ik snapte de wereld niet meer.” En in plaats van iets met die onvrede te doen, raakte Vonk van slag. „Ik kon echt huilen om een item.” Hij besloot zich radicaal af te sluiten en zette, op een dag in juni, „alle wereldproblematiek de deur uit”.
Vonk meldde zich bij de Koepelgevangenis in Haarlem, waar vluchtelingen worden opgevangen. Hij begon er een hardloopclub. Vonk: „Nieuws is meestal drama, drama, drama. Maar in Haarlem zag ik de mensen die de overtocht wél hadden gehaald. De mensen voor wie je wel iets zinnigs kunt doen.”
Door het nieuws niet meer te volgen, zegt Vonk, houdt hij zijn „geest gezond”. Zo lukt het hem beter iets voor een ander te doen.
Zeker, de media hebben een symbiotische relatie met alle ellende in de wereld. Bij aanslagen en oorlogen worden meer kranten verkocht en gaan de kijkcijfers omhoog.
Maar er is ook een groep Nederlanders die (tijdelijk) afhaakt bij het zoveelste bericht over grootschalig menselijk leed. Uit een recent intern onderzoek van RTL Nieuws blijkt dat sommige kijkers besluiten het nieuws te negeren vanwege de negatieve emoties die het bij hen oproept. „Zoveel ellende”, „negativiteit” en „de impact van terreur” werden als redenen genoemd om af te haken. Adjunct-hoofdredacteur Pieter Klein, die het onderzoek onlangs in een column beschreef, begrijpt de afhakers wel. „Als je partner de hele dag negatieve verhalen vertelt, raak je ook snel op hem of haar uitgekeken.”

Dat mensen zich afsluiten van schokkend nieuws heeft te maken met een overprikkeling van het angstcentrum in de hersenen. Foto Lars van den Brink
Oké, genoeg
Renée Haenen (31), lerares en gedragsspecialist op een vrije school, haakte ook af. Zij volgt het nieuws niet meer. Al krijgt ze via haar man de meeste gebeurtenissen toch nog mee. Toen die vrijdag uit zijn werk kwam, vertelde hij dat er in Nice een aanlag was geweest. „Zoiets als op Koninginnedag”, voegde hij eraan toe. Renée Haenen zei meteen: Oké, genoeg. „Het verlamt me.”
Vier jaar geleden begon ze de dag steevast met Nu.nl. Met collega’s nam ze het nieuws door. Toen ze moeder werd, veranderde dat. Ze wilde haar kinderen beschermen. „Misschien omdat mijn kinderen heel gevoelig zijn. Voor hen is iets al snel te groot. Verjaardagen, feesten, dat houden we allemaal klein. En dan nog zijn ze dágen van slag.”
De definitieve beslissing nam ze na de geboorte van haar tweede zoon. Hij kwam ter wereld op de dag dat MH17 uit de lucht werd gehaald. Niet haar zoon, maar het vliegtuig was het onderwerp van gesprek bij ieder kraambezoek. Haar zoon heeft veel gehuild het eerste jaar, en Haenen heeft zich suf gepiekerd. „Zoveel doden op één dag, en dan één nieuw leventje erbij. Kan mijn kind daar iets van hebben meegekregen?”
Als pedagoog heeft ze sterke opvattingen over wat je kinderen wel en niet meegeeft. Haar kinderen – 0, 2 en 3 jaar oud – mogen iedere dag één filmpje kijken op de tablet – steeds hetzelfde filmpje. Ze hebben nog nooit tv gekeken. Liever dan iets laten zien, wil ze erover praten. „Beelden zijn zo indringend, zo definitief.” Als ze het met haar kinderen over Nice zou hebben, dan zou het gaan over de vraag: hoe los je ruzies en problemen op? En dat deze dader juist dat nooit heeft geleerd. „Ik wil gevoed worden. Beelden van bloed, van drama, die voeden me niet.”
Overprikkeling van het angstcentrum
Dat mensen zich afsluiten van schokkend nieuws heeft te maken met een overprikkeling van het angstcentrum in de hersenen, zegt massapsycholoog Jaap van Ginneken. „Vooral terrorisme wordt buitensporig uitvergroot in de media en in ons hoofd”, zegt hij.
Het probleem is dat het menselijke brein zo is geëvolueerd dat we risico’s systematisch verkeerd inschatten. Het primitiefste deel van ons brein, de amygdala, reguleert onze angsten en is bijvoorbeeld heel goed in het herkennen van een slang in een ooghoek – dat kwam goed van pas in de oertijd. Hoe de amygdala precies werkt, weten we niet. Onderzoekers meten alleen meer activiteit bij angstige situaties, maar de amygdala blijkt nogal selectief te reageren. Juist moderne, alledaagse gevaren als een gammel keukentrapje ontsnappen aan de aandacht van dit hersengebiedje. En ook anonieme, moeilijk te bevatten gevaren als hongersnoden en het verkeer veroorzaken weinig activiteit in de amygdala.
Terreuraanslagen daarentegen, de moderne variant van een bijtende slang, appelleren aan onze diepste angsten. Harvard psychologiehoogleraar Daniel Gilbert zegt dat we door het evolutionaire pad dat we hebben bewandeld goed zijn in het herkennen van directe gevaren, maar bedreigingen die sluipenderwijs ernstiger worden (de opwarming van de aarde) niet als zodanig waarnemen.

Foto Lars van den Brink
Een aanwijsbare slechterik (de slang of terrorist) boezemt meer angst in dan een anoniem gevaar, zeker als die slechterik ook onze sociale en morele codes overschrijdt. „De amygdala registreert het nieuws op een primair niveau en veroorzaakt ook primaire reacties: vluchten, vechten of bevriezen”, zegt Van Ginneken. „Die vechtreactie kun je waarnemen bij mensen die schelden op sociale media of zich agressief uitlaten over moslims. De vlucht- en bevriesrespons, dat zijn de mensen die de rolluiken naar beneden doen en zeggen: van mij hoeft het niet meer.”
Dieren hebben de primaire angstreacties in de evolutie gekregen om te reageren op iets dat henzelf overkomt. Maar ze blijken bij mensen ook op afstand te werken. Via de media. Een mechanisme waar terroristen dankbaar gebruik van maken. Angst ontwricht ons dagelijkse leven, precies wat terroristen willen.
Dat terreurnieuws een ontwrichtend effect heeft op de samenleving, is vaak door psychologen en mediawetenschappers beschreven. Na de aanslagen op de Twin Towers in 2001 registreerden onderzoekers talloze symptomen van posttraumatische stress (overdreven schrikreacties, slaapproblemen, het herbeleven van het trauma, etc.) bij Amerikanen die het nieuws alleen op tv hadden gevolgd. Dezelfde symptomen zijn waargenomen tijdens en na de Tweede Intifada in Israël bij Israeliërs die de reeks aanslagen alleen via de media hadden ervaren.
Het volgen van nieuws over terroristische aanslagen kan niet alleen een traumatische ervaring zijn, het wakkert ook vooroordelen over minderheden aan. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Nederlands onderzoek naar de publieke reactie op de moord van Theo van Gogh en uit een onderzoek onder Israeliërs waarbij een verhoogde blootstelling aan terreurnieuws bleek te correleren met gevoelens van angst, stereotypering en de perceptie van een vijand.
Maar hoe moet je daar nu mee omgaan? De beste reactie op terreurberichten en ander ‘rotnieuws’ is zoveel mogelijk doorgaan met je dagelijkse leven én over de gebeurtenissen praten, zegt Van Ginneken. „Die inzichten heeft de psychologie verkregen uit jarenlange ervaring met traumaverwerking. Te lang blijven stilstaan bij een schokkende gebeurtenis kan het trauma kan vergroten. Soldaten met shellshock genezen bijvoorbeeld beter als ze worden teruggeplaatst in hun oorspronkelijke omgeving, waar ze met familie en vrienden hun ervaringen kunnen verwerken.”
Ik weet genoeg
Kun je de wereld nog wel begrijpen als je niets van narigheid wilt weten? Als je al het nieuws negeert?
Jan Willem Vonk wéét al genoeg. „Ik ben in Iran geweest. Ik weet wat er in Turkije speelt. Wie Erdogan is.” Daarvoor hoeft hij niet iedere snipper nieuws te volgen. Zijn vrienden verbazen zich wel eens. Wéét je dat niet? En goed, hij hoorde van de aanslag in Nice twee dagen later dan de rest van de wereld. „Ik ken de hoofdlijnen. Dat is genoeg.”
Renée Haenen is niet bang om wereldvreemd te worden – integendeel. Ze is juist bang om door al die ellende haar nuance te verliezen. Om haatdragend te worden, negatief. „Wat heb ik eraan te weten dat er kinderen dood zijn? Het is gebeurd, ik kan er toch niets meer aan veranderen.”
Zo nu en dan brengt haar moeder de krant langs. Een post-it op de plek van een interessant artikel – over pedagogiek, over kinderen. Vorig weekend duwde haar moeder het Algemeen Dagblad onder haar neus. Haenen: „Ze zei: dit moet je lezen én vergeten.”
Ze las over een in tweeën gereden kind, omgekomen bij de aanslag in Nice. Dat vergeten, dat lukt haar dus niet meer. „Wat moet ik daar nu mee?”
Jan Willem Vonk zag de laatste maanden zeker twee bevriende stellen dezelfde radicale keuze maken als hij. Hoe dat kan? „Het echte leed was altijd iets van buiten de Europese grenzen. Dat komt nu dichterbij”, denkt Vonk hardop. „Het is ook zo veel”, zegt hij.
Vonk, die vroeger het Journaal met zijn ouders keek, zag het nieuws veranderen. „Er gebeurde vast genoeg in de wereld, maar op het Journaal zag je misschien een oorlogje of drie. Één oliecrisis. Best overzichtelijk.”
Nu krijgen we veel meer te verwerken. Nu zit Vonks hoofd vol. „Ik kan het niet meer opslaan.”