Volgens de officiële tijdschema’s kan het Tour-peloton op zijn vroegst om vijf voor vier passeren. Dus om half vier zet Claude Feissat middenin het weiland langs de D7 bij het dorp Roussac in de Limousin zijn antieke tractor vast in beweging. „Hij moet warmlopen”, zegt hij. De 51-jarige veeboer kijkt bezorgd als een gitzwarte rookpluim uit de uitlaatpijp opstijgt. „Hopelijk houdt hij het.”
Met vier andere oude exemplaren staat de machine van Feissat in een cirkeltje. „Dit moet het achterwiel van een fiets voorstellen.” Honderd meter verder staan vier hypermoderne tractoren. Dat is het voorwiel van de fiets. In het midden staat een oude boer met paard en wagen klaar om rondjes te draaien op de plaats waar denkbeeldige trappers zitten. „Vanuit de lucht moet het prachtig zijn”, zegt Feissat niet geheel overtuigend.
Hij en andere boeren uit de omgeving werken al dagen aan de presentatie die tijdens de live uitzending van de Tour de France in miljoenen huiskamers te zien zal zijn. Dat doen ze niet spontaan, zoals veel argeloze tv-kijkers bij de dagelijkse beelden van boerenkunst in het Tour-landschap denken. Ze nemen deel aan een strak geregisseerd concours van de boerenvakbond FNSEA.
De bond is een belangrijke partner van de Tour-organisatie en organiseert onder het motto ‘Boeren houden van de Tour’ sinds negen jaar een concours om de Franse landbouw onder de aandacht te brengen. Een jury met Tourdirecteur Christian Prudhomme en oud-renner Bernard Hinault beoordeelt de inzendingen. De prijsuitreiking is jaarlijks tijdens de landbouwbeurs in Parijs.
Voor de boeren uit Roussac en omgeving is het allemaal nieuw. Zij hebben nog niet eerder deelgenomen en huurden op kosten van het productschap Crépal een specialist in om in het weiland met speciale verf producten van de Limousin af te beelden. „De kunstenaar” wordt hij door de boeren genoemd, l’artiste. Hij schilderde boerderijdieren met doorsnedes van zestig meter en een hand met een appel die volgens de boeren meer op een tomaat leek. Een dag voordat de Tour zou passeren liep hij nog in een witte doktersjas met een stuifsproeier door het weiland om de laatste kale plekjes weg te werken.
„Ik maak mijn eigen verf, volgens geheim recept”, zei François Robertière, zoals de kunstenaar bleek te heten, voor de camera van een regiozender. „Geheel natuurlijk en afbreekbaar.” Het was nog een aardige klus geweest om het ontwerp op papier te zetten. „Daar gaan dagen in zitten.” En als de boeren niet meeluisterden zei hij ook dat de samenwerking lastig was geweest. „Ik doe grasverfklussen voor de grootste opdrachtgevers en die laten me altijd mijn gang gaan. Dit zijn boeren, dat is toch anders.”
Maar professional als hij is, trad hij aan het eind van de laatste verfdag, daags voor de passage van de Touretappe, met alle andere hoogwaardigheidsbekleders aan voor een persconferentie. Midden in het weiland was een decortje neergezet met de tekst ‘Viandes et pommes du Limousin’. Er waren twee gendarmes, de burgemeester in korte broek en voor de borrel waren boeren uit de wijde omtrek naar Roussac gereden. Er waren ook twee journalisten.
De kunstenaar was ingehuurd „om het niveau wat omhoog te trekken”, legde voorzitter Emmanuel Rabaud van de departementale boerenbond uit. „En omdat de jury beweging weet te waarderen zullen niet alleen tractoren hun rondjes maken, maar hebben we ook vrijwilligers die de geschilderde appel in het veld visueel opknabbelen als de helikopters overvliegen.” Na de persconferentie maakte een van de boerenzonen met een drone luchtfoto’s. Dorpsbewoners die het resultaat met eigen ogen wilden zien, werden in de schep van een tractor omhooggetild.
„90 procent van de Tour gaat door agrarische landschappen, langs onze boerderijen”, zei Rabaud nog. „Dan moeten we ons laten zien, onze producten presenteren en een goed beeld van onze beroepsgroep geven.” Want boeren doen meer dan staken en wegen blokkeren. „Twee keer per week zijn er tv-uitzendingen die kritisch zijn over hoe wij ons werk doen. Dan moeten we een tegengeluid laten horen. Zonder ons zou Frankrijk niet te eten hebben.” Ja, het was veel werk, zo’n kunstwerk. „Maar we hebben de toezegging dat we tien seconden in beeld komen. Adverteren voor miljoenen kijkers is duurder.”
De volgende ochtend zijn de boeren alweer vroeg in touw. Op de plaats waar de kunstenaar de appel had geschilderd die op een tomaat leek, liggen nu uitgeknipte doeken. De kunstenaar is boos vertrokken.
„We werden gek van die man”, zegt Marjorie Festoc (28) die namens de boeren het project coördineerde. „Wij boeren zullen toch wel weten hoe een appel eruit ziet”, zegt ze. Even voor half vier vraagt ze iedereen „posities in te nemen”. Als om tien voor vier het klapwieken van de eerste helikopters klinkt, beginnen de tractoren hun rondjes te draaien.
Niet één, maar zeven helikopters vliegen over het weiland langs de D7. Het peloton scheert langs. Claude Feissat en de andere boeren blijven op de antieke trekker maar rondjes rijden. Ze zwaaien naar de helikopters. De laatste helikopter maakt een extra draai en blijft heel laag een tijdje boven het weiland hangen.
„Dat moet hem zijn”, zegt Festoc opgewonden.
Een paar seconden later is alles voorbij. In Roussac is het weer zo stil als altijd. Een boer die thuis voor de televisie was gebleven, heeft een foto van zijn scherm gemaakt en naar de telefoon van Festoc gestuurd. De landbouwdieren zijn door de felle zon moeilijk te onderscheiden en de tractoren zijn naar verhouding wel erg klein. Festoc kijkt beteuterd naar het mobieltje. „Tout ça pour ça”, zegt ze.