Kleinere musea bang voor marginalisering

Museumsector Kleine en middelgrote musea staan er financieel al slecht voor en zijn bang dat ze nog minder subsidies krijgen.

Foto ANP

Bijna de helft van de middelgrote en kleine musea verwacht dat overheden de komende jaren verder zullen bezuinigen op hun subsidies. Nu al noemt ruim de helft van de middelgrote en kleine musea zijn financiële positie kwetsbaar of slecht.

Dat blijkt uit een onderzoek van NRC onder 144 kleine en middelgrote musea. Uit cijfers van de Museumvereniging was al gebleken dat in de laatste vier jaar de kleinere musea vaker rode cijfers schrijven. Ze zijn onvoldoende in staat teruglopende subsidies van Rijk, provincies of gemeenten te compenseren met hogere inkomsten uit bijvoorbeeld entreegelden, winkels, horeca en sponsorinkomsten. Het verschil met de grote musea, die - zoals Rijksmuseum en Mauritshuis na hun heropening - veel meer bezoekers en ook sponsors trekken, wordt zo groter.

Verdere verslechtering

Eén op de zeven kleine en middelgrote musea verwacht verdere verslechtering van de financiële situatie. Fondsenwerving blijkt lastig. Zo verwacht een kwart zelfs dat sponsorinkomsten de komende jaren zullen afnemen.

De kleinere musea missen na bezuinigingen op personeel de mensen om fondsen te werven. Zeker de kleine musea hebben vaak alleen de directeur nog als personeelslid. Verder draaien zij op vrijwilligers.

„Ik vraag me af of veel gemeenten zich wel realiseren wat ze in huis hebben”, reageert directeur Siebe Weide van de Museumvereniging op het onderzoek. „Juist hun musea vertellen het verhaal van de stad of de streek. Daarmee kan de stad zich onderscheiden van andere steden. Als het museum sluit, verdwijnt dat verhaal.”