Na een half jaar ruzie in de redactie en het vertrek van twee hoofdredacteuren is de beslissing gevallen. Vrij Nederland (VN) wordt vanaf dit najaar een maandblad, zo maakte de redactie dinsdag bekend. Een vernieuwde site en een reorganisatie van de redactie – zes van de negentien banen op de redactie zullen verdwijnen – moet VN behouden voor de toekomst.
Het linkse opinieblad begon als verzetsblad in de Tweede Wereldoorlog en maakte naam als toonaangevend blad van de protestgeneratie in de jaren zestig en zeventig. En nog steeds is de journalistieke kwaliteit hoog. Maar het belang van het blad – hét boegbeeld van de Nederlandse pers – neemt snel af. Ooit had Vrij Nederland een oplage van 117.000, nu bedraagt die 20.000.
En het nieuwe plan van aanpak heeft de redactie verscheurd. Het afgelopen half jaar vochten de redacteuren een kleine ‘burgeroorlog’ uit, terwijl de lezers en de hoofdredacteuren wegliepen.
NRC sprak voor dit verhaal met dertien betrokkenen, die grotendeels niet met hun naam in de krant willen. Wat ging er mis?
Lijfblad van de babyboomers
Het lijfblad van de babyboomers liep in de voorhoede van de cultuuromslag die Nederland vanaf 1966 onherkenbaar veranderde. Het is te lezen in het boek De gouden jaren van het linkse levensgevoel, waarmee John Jansen van Galen de geschiedenis van VN heeft opgetekend. De unieke mix van bevlogen betogen, treiterige provocaties, onthullingen, aandacht voor politiek, cultuur en human interest, was precies waar de progressieve intelligentsia behoefte aan had.
Het was de tijd van passie voor politiek; van zeggen wat je voelt, en voelen wat je zegt. Het was de tijd van polarisatie tussen links en rechts. En het voormalige verzetsblad voelde zich daar goed bij. Het morele kader van de Tweede Wereldoorlog werd te pas en te onpas gehanteerd. Jansen van Galen in zijn boek: „Ja, het is opnieuw oorlog en VN zit weer in het verzet.”
Het was ook de tijd van bevrijding. Onder leiding van eerst Mathieu Smedts en daarna Rinus Ferdinandusse en Joop van Tijn krijgen de schrijvers van VN de vrije hand om frank en vrij overal over te schrijven. Bibeb (Elisabeth Maria Lampe-Soutberg ) zorgde voor spraakmakende interviews die ongekend openhartig waren. De columns van Renate Rubinstein waren een nieuw mengsel van stevige meningen en persoonlijke ontboezemingen. In de contactadvertenties Zettertjes woedde ondertussen de seksuele bevrijding. Als in een Second Love avant la lettre zochten lezers hier naar de vrije liefde.
Neergang
Maar ja, dat was toen. Frits van Exter, ex-hoofdredacteur: „Het roemruchte verleden is een soort mantra geworden. Je wilt er trots op zijn, zonder voortdurend ingepeperd te krijgen hoe goed het vroeger was.”
Sinds begin jaren tachtig daalt de oplage, eerst gestaag, nu steeds sneller. De afgelopen vijf jaar halveerde de betaalde oplage: van 45.500 (2010) naar 22.937 (2015). Dat geldt niet alleen voor VN: in de jaren zeventig waren er veertien opiniebladen, nu nog drie. Nieuws en meningen zijn nu overal en dat maakt een abonnement op een weekblad „minder vanzelfsprekend voor jongere lezers”, zegt toenmalig hoofdredacteur Van Exter in december. Jongeren hebben volgens Van Exter nu al het gevoel dat zij tijd tekort komen.
En Carel Peeters, sinds 1973 boekenpaus van het blad, nu als freelancer op enige afstand van de redactie: „Er is zoveel concurrentie in het gevecht om de aandacht, het is een krabbenmand geworden. De status van een serieus opinieblad, dat niet het amusement zoekt, is dan zo precair. Verder: de verrechtsing werkt in het nadeel van een links blad. Dat drukt de oplage.”
Spraakmakend is het blad niet meer. Er staan niet zozeer opinies in, wel serieuze onderzoeksjournalistiek, reportages, beschouwingen, interviews. Klassiek VN is ‘De week waarin’, de column die luchtig opiniërend de nieuwsweek doorneemt. En de journalistieke kwaliteit is er nog: bij de uitreiking van de Tegels, de belangrijke persprijzen, zit VN er vaak bij. Maar de provocerende, vlegelachtige rol is overgenomen door rechtse bloggers en twitteraars.
Scheuring en impasse
Het huidige conflict bij VN begon op 14 december 2015, enkele maanden na het 75-jarige jubileum. Hoofdredacteur Frits van Exter, zijn adjunct Robert van de Griend en uitgever Wouter van der Meulen kwamen met een reddingsplan. VN werd voortaan een maandblad. En de helft van de twintig redacteuren moest eruit.
Van Exter bracht het plan heel stellig. Dat bleek een inschattingsfout. Hij had verzuimd de redactie te raadplegen en stuurde het plan meteen de buitenwereld in. Daarmee schoffeerde hij zijn redacteuren. VN heeft een stevig redactiestatuut: de journalisten hebben beslissingsrecht over structurele veranderingen.
Wat ook niet hielp: de hoofdredacteur nam in één moeite door ontslag. Hij wilde nog wel als extern ingehuurde adviseur het plan begeleiden. Nee bedankt, zei de redactie, en stemde het plan weg.
Adjunct Van de Griend werd interim-hoofdredacteur. Maar ook hij liep stuk op het dossier. Op 16 juni verliet hij voorgoed het pand aan de Amsterdamse Wibautstraat.
Vanuit eigenaar WPG, tevens moederbedrijf van de geplaagde boekenuitgeverij De Bezige Bij en het kwakkelende Voetbal International (VI), viel geen redding te verwachten. In april maakte ook bestuursvoorzitter Koen Clement zijn vertrek bekend.
Toen zat de redactie zonder plan en zonder leiding en moesten ze zelf iets bedenken. De redacteuren waren verdeeld over hoe het verder moest. De kwestie verscheurde de redactie. Dissidenten werd het leven zuur gemaakt, diverse redacteuren solliciteerden bij andere media.
Carel Peeters: „Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat journalisten weten wat de koers van een krant moet zijn. Zij denken dat wel, omdat ze deels verantwoordelijk zijn, maar ze zijn meer gericht op het dagelijkse handwerk.”
Eindredacteur Marleen Slob – die samen met Mischa Cohen tijdelijk de dagelijkse leiding heeft – houdt vol dat de sfeer uitstekend is. „We hebben niet echt ruzie”, zegt ze, „we hebben verschillen van inzicht. Gezien de omstandigheden is de sfeer best goed. We zaten in een limbo-situatie. En juist nu zie je wat voor geoliede machine het eigenlijk is, want het werkelijke proces van het blad maken ging gewoon door.”
Traditie van ruzie en verlies
Volgens de biograaf van het blad, Jansen van Galen, heeft VN een lange traditie van noodlijdend zijn. Alleen in de tweede helft van de jaren zestig, toen het blad snel populair werd en de redactie klein was, heeft VN volgens hem echt winst gemaakt. Daarna werd de redactie flink uitgebreid, en kreeg je de tijd van de dure kleurenbijlage. „En dat drie man zes weken lang op Aruba gingen zitten voor een artikel”.
Het blad werd eerst overeind gehouden door ‘de rode familie’ (de socialistische instituten), en later door winst uit de andere titels van WPG, eerst vooral door VI, later ook Happinez. De uitgever houdt VN altijd de hand boven het hoofd. Dit wordt het ‘primaat’ van VN genoemd. In de statuten van Stichting Weekbladpers – eigenaar van WPG – staat dat zij op aarde is om de linkse pers in de lucht te houden: „in het bijzonder het sedert negentienhonderd veertig aanvankelijk ondergronds verschenen weekblad: ‘Vrij Nederland’.”
Dat uitgeschreven jaartal zegt het al: VN dient te worden beschermd als een oorlogsmonument. Verzetshelden hebben hun leven gegeven voor het blad. Zoals uitgever Koen Clement zei: „Het is onze verdomde plicht om een blad waarvoor mensen zijn gestorven niet kapot te laten gaan.”
Ook de interne ruzies horen bij de traditie – zo blijkt uit De Gouden Jaren. De redactie bestaat uit uitgesproken types, die vaak met elkaar overhoop liggen. Jansen van Galen: „Het is een soort sekte. Juist in zo’n klein gezelschap komt de focus snel op jezelf te liggen. En dat gaat gepaard met veel heftig beleefde conflicten. Dat heb ik vroeger ook meegemaakt bij HP/De Tijd en de VPRO.”
Peeters ziet het positiever: „Al die individuele mannetjes en vrouwtjes zorgen toch voor een soort eenheid. Dat leidt wel tot bonje, maar ik verwacht niet anders. Als je zelf iets te zeggen hebt over je eigen blad, geeft je dat enorm veel energie. Conflict hoort erbij. Overal waar gedacht wordt, ontstaan geschillen.”