Nederland heeft het afgelopen half jaar 3.750 meldingen ontvangen van twaalf andere EU-lidstaten over zorgverleners die hun taak niet naar behoren deden. Negen mensen waarover een klacht binnenkwam, stonden in Nederland met hun naam in het register voor Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), zo meldt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dinsdag. Voor hen is een procedure opgestart om de buitenlandse maatregel, bijvoorbeeld beperking van de bevoegdheden, over te nemen.
Het Europese waarschuwingsmechanisme is begin dit jaar in werking getreden. Het betekent dat Europese lidstaten verplicht zijn om elkaar melding te doen van beroepsverboden of -beperkende maatregelen die zijn opgelegd aan geregistreerde zorgverleners zoals artsen of verpleegkundigen. Het gaat om maatregelen die vanaf 18 januari 2016 in het register zijn genomen. Landen mogen vervolgens zelf bepalen wat het gevolg is van de buitenlandse melding.
In Nederland betekent dat bijvoorbeeld dat de maatregelen worden overgenomen als ze zijn opgelegd aan personen die in het BIG-register staan. De enige uitzondering is wanneer de Nederlandse rechter of de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in hetzelfde geval geen maatregel zou opleggen. Nederland doet jaarlijks gemiddeld 35 meldingen in het systeem en heeft sinds begin dit jaar 13 meldingen gedeeld met lidstaten binnen de EU.
Nog niet alle landen doen melding
In totaal deelden twaalf van de overige 27 EU-lidstaten (naast Nederland) misstanden in de zorg. In de overige vijftien landen wordt nog gewerkt aan het opzetten van systemen die het doorgeven van dit soort berichten mogelijk moet maken, benadrukt een woordvoerder van minister Edith Schippers (Volksgezondheid, VVD). “In sommige landen moesten de autoriteiten daar nog mee beginnen. Nog niet iedereen heeft een tuchtrechter die uitspraken doet of een IGZ zoals wij.”
Schippers zelf is tevreden met de eerste resultaten:
“Het is een mooie eerste stap op Europees niveau waarmee we patiënten beschermen tegen zorgverleners die niet goed functioneren. Dat is goed voor de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. Tegelijkertijd zie je dat nog niet alle landen melden. Daar moeten we met elkaar naar kijken.”