Mager en toch begeerlijk: de raket is ultieme ijsillusie

Wekelijks zoekt de redactie wetenschap het antwoord op een vreemde vraag. Vandaag: waarom word je niet dik van een raketje?

Dit stukje is één grote reclame voor 3-Kleuren-Waterijs-Lollies. Voor Space Sticks, Spacerunners, Shuttles en Space Shuttles. Voor mierzoete oranje-rode-gele raketijsjes dus – het is niet anders.

Raketjes bevatten nogal weinig calorieën, dat is de kwestie. 44.000 om precies te zijn, beter bekend als 44 kcal. Dat is minder dan een appel, minder dan een biscuitje (allebei 70 kcal), en maar iets meer dan een rijstwafel (30 kcal). En op een raketje kun je trakteren en op een rijstwafel niet.

Hoe kan eten dat lekker is, toch niet zo ongezond zijn? Het is zo contra-intuïtief, dat Unilever keer op keer reclame maakt met die Ola-raketjes. Het antwoord is geen raketwetenschap, maar toch complex. Er zijn wel vijf oorzaken waardoor een raketijsje een zeldzaam product van de voedingsindustrie is: je stopt het zonder schuldgevoel in je mond, en toch bevredigt het. Het is voedingskunde, en illusie.

Om met dat eerste te beginnen: roomijsjes kloppen waterijsjes geheid, wat calorieën betreft. De enige brandstof in raketjes is suiker. Vet bevat 9 kcal per gram, suikers en andere koolhydraten slechts 4 kcal per gram. Een ijsfabriek kan gemakkelijk bezuinigen op calorieën door geen vet toe te voegen. Een magnum bevat 16 gram vet – meer dan de helft van de magnumcalorieën zijn vetcalorieën.

Daar komt bij dat waterijsjes bevroren zijn. Anders wordt het knap lastig om een product te maken dat uit 17 procent suiker bestaat en verder uit bijna niets.

Er is ook iets raadselachtigs, dat pas opvalt door lang naar de ingrediëntenlijst te turen.

Een mierzoet raketje bevat minder suiker dan een even zoete magnum

Een mierzoet raketje bevat minder suiker dan een even zoete magnum (27 procent) en veel minder dan ontbijtkoek (39 procent). Gevraagd naar het waarom mailt de persvoorlichter van Unilever enkele wollige zinnen terug. „Een waterijsje is een ideaal ‘milieu’ voor de ultieme zoet-ervaring.” Door vet of eiwit „vermindert de zoetkracht” van voedingsmiddelen, mailt het bedrijf.

Die kennis lijkt uit onderzoek te komen dat vooral in de jaren tachtig is gedaan, door de Amerikaanse epidemioloog Adam Drewnowski. Hij wilde weten waarom mensen zo dik worden, en richtte zijn pijlen daarom op eten dat vet én zoet is. Hij voerde zijn proefpersonen van alles, van gezoete melk tot taartglazuur.

Drewnowski ontdekte dat mensen vet eten als minder zoet ervaren (en omgekeerd). Schep 20 gram suiker in 100 gram vette slagroom en proefpersonen geven de zoetheid een 6,5. Doe die 20 procent suiker in magere melk en de zoetheid krijgt een 7,5. Van dat effect profiteert het vetvrije raketje.

En daar komt de psychologie van de Space Stick bij.

Een raket is een optische illusie. Raketijsjes zijn kleiner dan je denkt. Het ijsje is bijna even hoog als een glas limonade (10 cm, zonder stokje) terwijl er maar een kwart van een groot glas in zit: 55 milliliter. De slanke vorm vertekent. Was een raketje een kubus, dan zou het een blokje zijn van 3,8 bij 3,8 bij 3,8 centimeter.

Volgens Unilever zit de illusie ook in de vrolijke kleur. „Als je hetzelfde raketje kleurloos zou maken, zou de zoetbeleving een stuk lager zijn.”

De zoetbeleving zou trouwens best een stuk lager kunnen worden, als je de kinderen vertelt waar de rode en gele kleurstoffen van raketjes vandaan komen: uit groente. Er zit curcumine in (uit het kruid kurkuma), carotenen (oranje kleurstof uit planten, zoals wortels) en paprika-extract. Verzwijg dit.