Opinie

Hoe kan een deurwaarder €570 vragen om €76 te innen?

Wie een correcte rekening krijgt, moet die tijdig betalen. Dat lijkt een enorme open deur, maar de opvattingen op dit gebied lijken wat aan het schuiven te zijn. Zo is er op dit moment wetgeving in de maak die het mogelijk maakt een algemeen uitstel van betaling voor een half jaar te krijgen in gevallen waarin mensen zo diep in de schulden zijn geraakt, dat zij niet meer (volledig of tijdig) kunnen betalen.

Als je niet tijdig betaalt, kan rente in rekening worden gebracht. Ook redelijke kosten die een schuldeiser heeft moeten maken, komen indien de schuldenaar in verzuim is voor vergoeding in aanmerking. Dat is op zich allemaal heel terecht.

Er is, om uitwassen op dat gebied te bestrijden, sinds 2012 een wet die de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten regelt: het moet gaan om redelijke kosten en het moet redelijk zijn dat de schuldeiser die kosten heeft gemaakt. Het maakt niet uit hoe je ze noemt, onderzoekskosten, administratiekosten, dossieraanmaak en ga zo maar door, ze vallen allemaal onder buitengerechtelijke incassokosten en zijn dus gelimiteerd. Saillant detail: deze wet is in de Tweede Kamer min of meer gelijktijdig behandeld met de bepaling dat het CJIB gerechtigd is bij een boete, zónder dat de schuldenaar in verzuim is, meteen administratiekosten in rekening te brengen….

Als iemand in financiële problemen komt en rekeningen niet meer betaalt, loopt het op enig moment uit de hand: de rente en de kosten lopen dan zo hoog op dat de betalingscapaciteit onvoldoende is om de rente en kosten, laat staan aflossing, te betalen, waarmee de problemen voor de debiteur vrijwel onoplosbaar worden.

Met bestaande en komende wetgeving wordt de betalingsonmachtige dus enigszins beschermd.

Helaas kruipt het incassobloed waar het niet gaan kan. In een recent schuldsaneringsdossier zat een opgave door de deurwaarder van de vordering van zijn cliënte. De hoofdsom, wegens een teleshopbestelling, bedroeg € 76,94. De schuld was opgelopen tot € 866,65. Hoe kan dat nu ? De kosten waren toch gelimiteerd ?

Incassobureau Jacobse en Van Es zult u denken ? Nee hoor, een lid van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, een vereniging van zichzelf respecterende deurwaarders.

Een deel van de verhoging bleek te bestaan uit proceskosten. Omdat er niet werd betaald, was er een verstekvonnis gehaald en dat kost uiteraard geld. Maar het grootste deel van de vordering bestond uit executiekosten en overige executiekosten: € 570,86, maar liefst 750% van de hoofdsom.

Indien een schuldenaar niet vrijwillig aan een vonnis voldoet, kan het ten uitvoer worden gelegd. De kosten daarvan zijn voor rekening van de niet betalende schuldenaar.

Die executiekosten zijn (natuurlijk) niet geregeld in de wet over de buitengerechtelijke incassokosten en dus is het daar voor bepaalde figuren weer vrij schieten. Natuurlijk kun je van tevoren nooit helemaal taxeren hoe veel een tenuitvoerlegging gaat kosten, maar wie bij een hoofdsom van nog geen € 80,-- dergelijke bedragen besteedt, of zegt te besteden, is heel erg verkeerd bezig. Met deze kostensmijterij bewijst de deurwaarder ook de eigen klant bepaald geen dienst.

Maar wat moet de debiteur die door betalingsonmacht niet kan betalen en in handen valt van zo’n uitperser ? Een procedure wegens onrechtmatige executie ? Daar is al helemaal geen geld voor…. In een wettelijke schuldsanering zal de bewindvoerder deze excessieve kosten betwisten, al was het maar om nette schuldeisers bij de verdeling niet de dupe te laten worden van deze vorkenschrijverij. Wettelijk is deze materie lastig te regelen, omdat er vele vormen van executie mogelijk en soms nodig zijn. Wat dan ? Zwarte lijsten ? Of moet de Koninklijke wat beter op haar leden letten?

Oh ja, de schuldenaar had in totaal € 179,52 betaald, een dikke twee keer de hoofdsom. Hij is nog lang niet van zijn schuld af en wat er is betaald dekt ruimschoots de kosten niet. Louter verliezers, op eentje na. Maar dat is niet het doel van ons rechtssysteem.

De Togacolumn wordt afwisselend geschreven door een rechter, een officier en een advocaat. Deze week Matthieu Verhoeven, insolventie- en kort gedingrechter in de rechtbank Overijssel te Almelo.