De hetze tegen de veehouderij in het algemeen en de varkenshouderij in het bijzonder neemt in Nederland groteske vormen aan. Individuele boeren zijn hiervan in toenemende mate het slachtoffer. Varkenshouders worden steeds vaker via e-mail en sociale media bedreigd en geïntimideerd. Vergelijkingen met nazi-Duitsland en de Holocaust worden meer regel dan uitzondering.
De op de persoon gerichte reacties gaan zelfs zo ver dat boeren besluiten te stoppen met het op een open en eerlijke manier delen wat er op hun bedrijf gebeurt. Dit alles wordt aangejaagd en aangewakkerd vanuit de ‘dierenlobby’, bijvoorbeeld door Varkens in Nood, Wakker Dier en Partij voor de Dieren. Zij voeren bewust ongenuanceerde campagnes die vaak niet op de realiteit zijn gebaseerd. Boeren worden afgeschilderd als dierenbeulen en milieuvervuilers. Individuen die sympathiseren met deze organisaties, grijpen de campagnes vervolgens aan als vrijbrief om boeren te bedreigen, te kwetsen en te intimideren.
De organisaties hebben zich een zeker ‘aanzien’ aangemeten en mogen regelmatig in de media hun mening verkondigen. Zonder weerwoord van de boer. Zonder nuances. Zonder feitencheck. Met het willen verduurzamen van de varkenshouderij/veehouderij heeft het niets te maken. Zij hebben één gezamenlijk doel: alle veehouderij wegkrijgen uit Nederland.
De varkenshouderij schuwt kritische reacties niet. Maar toen varkenshoudsters onlangs op de Facebookpagina van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) publiekelijk werden vergeleken met ‘kampbeulen’ en met ‘liefhebbers van de slavernij’, was de maat vol. NVV verwijderde de kwetsende reacties en blokkeert mensen die ze plaatsen. Het is voor het eerst dat de NVV censuur toepast en het is betreurenswaardig dat dit nodig is. De varkenshouderij is een groot voorstander van een dialoog met politiek en maatschappij.
De manier waarop Varkens in Nood, Wakker Dier, Partij voor de Dieren en in hun kielzog nog enkele andere dierenorganisaties de strijd aangaan met de varkenshouderij, is een doodlopende weg en werkt averechts. De varkenshouderij kan op deze manier alleen nog maar reactief optreden, terwijl de sector juist proactief bezig wil zijn om de varkenshouderij verder te verduurzamen.
Vlees zal geïmporteerd worden uit landen waar dierenwelzijn en milieu (bijna) geen issues zijn
Door de campagnes van genoemde partijen hangt nog meer dwingende wet- en regelgeving boven het hoofd van de varkenshouders. De kostprijs om te produceren wordt dan hoger en de boer kan niet investeren in maatregelen die het dierenwelzijn en het milieu ten goede komen. Op termijn kan dit tot gevolg hebben dat de varkenshouderij uit Nederland verdwijnt. De dierenlobby heeft dan zijn zin, maar dieren zijn bepaald niet beter af. De maatschappij zal immers nog steeds vlees willen eten. Het vlees zal dan echter geïmporteerd worden uit landen waar dierenwelzijn en milieu (bijna) geen issues zijn.
Verduurzaming van de sector zal achterblijven als de dierenorganisaties, omwille van hun eigen vleesloze agenda, burgers tegen boeren blijven opzetten. Varkenshouders zullen de muren weer gaan optrekken en niet meer willen laten zien wat zij doen. De motivatie om duurzamer te produceren zal steeds minder worden. Kortom: zonder constructieve discussie tussen boeren, maatschappij en politiek, loopt verduurzaming van de veehouderij dood.
De politiek moet haar verantwoordelijkheid nemen. Ook politici doen uitspraken die agressie tegen boeren in de hand werken. Zo werd de veehouderij door PVV, SP en GroenLinks onlangs nog neergezet als ‘volledig ontspoord’ en ‘een volledig verziekte industrie’ waarin ondernemers ‘bizar’ bezig zijn. Staatssecretaris Martijn van Dam riep de Tweede Kamer deze maand terecht tot de orde. „Als je van dieren houdt, ga dan ook fatsoenlijk om met mensen.”
De politiek laat zich meezuigen in de agressieve campagnes tegen de veehouderij en de varkenshouderij in het bijzonder, maar verliest de realiteit uit het oog: Nederland heeft een van de meest duurzame veehouderijsystemen ter wereld. De sector kan door extra innovaties nog veel duurzamer worden, mits hij de ruimte krijgt om te ondernemen. NVV en LTO Varkenshouderij dagen de politiek uit zich uit te spreken. Kiest Den Haag voor duurzame ontwikkelingsruimte voor veehouders? Of kiest de politiek voor (op termijn) het einde van een sector met als gevolg vleesimport uit landen met minder dierenwelzijn?
Hetzes, leugens en halve waarheden dragen niet bij aan een duurzame varkenshouderij. NVV en LTO pleiten voor een blijvende dialoog, gebaseerd op ratio in plaats van emotie. En met open vizier, waarin geen ruimte is voor agressie, bedreigingen en intimidatie. Het liefst zodanig dat niet alleen de dieren, maar ook de boeren een ‘beter leven’ krijgen.