De LJS Nieuwsmonitor heeft leuke programma’s om het voorkomen van woorden in kranten en televisieprogramma’s te inventariseren. Superleuk, zelfs. Dus vroegen we de onderzoekers of na valt te gaan wie waar en sinds wanneer dat ‘superleuk’ is gaan gebruiken.
Nou en of. De oorsprong dateert heel duidelijk van de zomer van 1997. Rebecca Maart, onder welke naam middelbare scholier Anna Woltz toen een column in de Volkskrant schreef, signaleerde in oktober dat de mode van die zomer om overal super- voor te zetten nu ook in de reclame werd overgenomen en voor haar alweer ouderwets was.
De eerste keer dat ‘superleuk’ in een kop verscheen was een jaar later in Trouw, toen een Groninger werkstudent in diner-café Soestdijk twee collega's, prins Maurits en Marilène van den Broek, „een superleuk stel” noemde.
Daarna begon de opmars pas. LJS Nieuwsmonitor turfde een gestage toename, met een voorlopig hoogtepunt in 2011, waarna het iets daalde maar nu weer min of meer stabiliseert.
Ook in de populaire talkshows rukt superleuk nog steeds op, het meest in De Wereld Draait Door en vooral de WNL-ontbijtshow Vandaag de Dag.
Natuurlijk zijn er meer super-superlatieven. Lauren Verster wil supergraag in een helikopter van de Colombiaanse anti-narcoticabrigade stappen en heeft ook superveel vertrouwen in die mannen, maar vindt het toch ook superspannend. Het enkele woord leuk is bijna een understatement geworden. Als je iets alleen maar leuk vindt, dan houdt het niet over.
Nog steeds geeft de reclame de toon aan, en niet alleen in Nederland. Zeker ouder dan 1997 is het Duitse supergeil dat via de Tiroler sekskluchten al in de jaren 70 hier belandde.
Het omgekeerde van superleuk is ‘heftig’, de eveneens uit het Hoogduits overgewaaide aanduiding voor een breed scala van negatieve fenomenen: gevaarlijk, groot, intens.
We moeten en we zullen meeslepend leven. Vergeet ook vooral niet te genieten, een moment voor jezelf. Net als superleuk lijkt ‘genot’ (nader onderzoek zou gewenst zijn) vooral bij vrouwen voor in de mond te liggen. Menige bakker op het Duitse platteland, zag ik afgelopen week, roept ons ook nadrukkelijk op: „Geniet!” Van de kwarkpunt en de kaaspretzel.