Nu elke filmstudent een digitale tsunami uit zijn laptop tovert, is Hollywoods reflex: meer, kolossaal, daverend. De apocalyps is al bijna routine. In Scandinavië storten ze zich in een gat in de markt: genrefilms op menselijke maat. Zoals rampenfilm The Wave, over het echte Noorse dorpje Geiranger. Ooit, snel, schuift verderop 50 tot 100 miljoen kubieke meter rots van een instabiele bergpas in de fjord waaraan het dorp ligt. Geiranger wordt tien minuten later door een dertig meter hoge tsunami verwoest.
The Wave heeft een bezeten geoloog, Kristian, die verdachte seismische signalen opvangt, sceptische collega’s, een gezin dat in het dorp wacht en een tikkende klok. Alles volgens het boekje, wat een heel effectieve rampenfilm oplevert. Met een geduldige aanloop, want je wilt dat zwaard van Damocles lekker lang boven het dorp zien bungelen. Sensatie werkt het best na suspense: ook dat lijkt Hollywood vergeten.