Eind van deze maand, 31 mei, is het weer Wereld Niet Roken Dag, een cri de coeur van de Verenigde Naties. Bijna een kwart van de Nederlanders van vijftien jaar en ouder rookt, ruim de helft van de gebruikers sterft aan deze verslaving – ieder jaar ruim 20.000 mensen.
Angelique Berg, directeur-generaal Volksgezondheid bij het ministerie van VWS vindt dat er een offensief moet komen tegen roken. Haar aanvalsplan, zoals afschrikwekkende afbeeldingen op pakjes en voorlichtingcampagnes voor scholieren, is louter windowdressing. Het helpt niet om rookverslaving tegen te gaan bij jongeren.
Ze heeft het niet over het middel om tabaksgebruik tegen te gaan: verhoging van de accijnzen. In landen waar ze accijnzen wel inzetten tegen het roken, zoals Australië en Zweden, is het aantal rokers beduidend minder dan in Nederland. Een ander probaat middel tegen rookverslaving – verkoop tabak uitsluitend in speciaalzaken met een vergunning – stuit op heftig verzet van de lobby van supermarkten en tankstations. Ook daarover zwijgt Angelique Berg.
Op 28 januari 2016 was er een plenair debat over de Tabakswet. De zaal in de Tweede Kamer oogde verlaten met slechts de tabakswoordvoerders van zeven politieke partijen. Ieder gevoel van urgentie ontbreekt bij veel politici. Alsof we het hier niet over een nationale gezondheidsramp hebben. Er sterven ieder jaar ruim tien keer zoveel mensen aan de gevolgen van tabaksgebruik als bij de watersnoodramp van 1953, er zijn jaarlijks ongeveer 35 keer zoveel rookdoden als verkeersdoden.
Er werden tijdens het debat 13 moties en amendementen ingediend. De VVD en de PVV verwierpen alle tabaksonvriendelijke moties; de PvdA kon zich hier voor een belangrijk deel in vinden. De filosofie van VVD en PVV is simpel: mensen hebben een vrije keuze en kunnen zelf beslissen of ze roken of niet. Ze bedenken niet dat als je eenmaal verslaafd bent je niets meer te kiezen hebt. VVD’er Eric van den Burg, wethouder te Amsterdam, heeft dat wel door. In een debat in De Balie op 8 mei stelde hij dat de VVD en in het bijzonder de tabakswoordvoerder in de Tweede Kamer „de verkeerde gedachte erop nahoudt, namelijk dat iedereen in staat is de juiste keuzes te maken”.
Verslaafden hebben die vrije keuze simpelweg niet, want dat is precies het kenmerk van een verslaving. Van den Burg vindt bovendien dat een sigarettenpakje een tientje duurder moet worden. Maar dat gaat niet gebeuren, zei hij, „de lobby en de machtsmachine van de tabaksindustrie hebben dat tot nu toe weten te voorkomen”. En voegde hij eraan toe, „verhoging van de tabaksaccijns zal de VVD twee tot drie zetels kosten en daar zitten ze natuurlijk niet op te wachten”.
Hetzelfde probleem geldt voor de PvdA waar men ook denkt dat krachtige antitabaksmaatregelen leiden tot zetelverlies. Zelfs de tabakswoordvoerder van de PvdA, huisarts Marith Volp, pleit niet voor accijnsverhoging. Haar angst is begrijpelijk. Het is juist haar achterban – de rokers met weinig inkomen – die het hardst wordt getroffen bij tabaksaccijnsverhoging. De PvdA heeft hier duidelijk een groter probleem dan de VVD. Maar de SP die haar stemmen rekruteert uit dezelfde groep kiezers als de PvdA, is heel wat moediger en vindt de gezondheid van haar kiezers belangrijker dan een paar Kamerzetels.
De conclusie is onontkoombaar: roken is een verslaving die uit angst voor zetelverlies door de coalitie in stand wordt gehouden. De maatschappij betaalt hiervoor een hoge prijs: dodelijke ziekten, vroegtijdig overlijden, terugloop in arbeidsproductiviteit en enorme zorgkosten.
De gang naar de stembus lijkt nog ver weg, maar toch: wat moeten we stemmen als we de maatschappij en in het bijzonder kinderen tegen tabak willen beschermen? Het advies is simpel: stem op een partij met een stevige tabaksparagraaf in het verkiezingsprogramma. In de verkiezingsprogramma’s moet minimaal staan dat accijnzen actief worden ingezet om het roken terug te dringen en dat tabak uitsluitend verkocht mag worden in speciaalzaken met een vergunning.