Europa is een consensusmachine, schrijft Bas Eickhout in zijn pas verschenen boek Klimaatmores. „Elkaar suflullen en uiteindelijk tot een deal komen.” Het gevolg is volgens de Europarlementariër dat veel Brusselse wetten tot stand komen in een wedstrijd die eindigt in 0-0, waarin niemand heeft gescoord.
Voor buitenstaanders is dat al snel saai. Maar, schrijft Eickhout, „het is de wedstrijd zelf die je hart sneller doet kloppen […] De besluitvorming, als belangen langs elkaar schuren, politici hun strategieën uitspelen, elkaar de loef afsteken, dat is leuk en spannend om te volgen.”
In Klimaatmores beschrijft Eickhout die wedstrijd aan de hand van de onderhandelingen over klimaat die in december in Parijs leidden tot een internationaal akkoord. Hij volgt de onderhandelingen al jaren, eerst als klimaatwetenschapper van het Planbureau voor de Leefomgeving en sinds 2009 – kort voor de mislukte klimaattop in Kopenhagen – als Europarlementariër voor GroenLinks.
En passant vertelt het boek veel over de politieke mores in Brussel.
Hoe spannend de Europese politiek kan zijn, voelde Eickhout aan den lijve toen hij in 2013 voor het Europees Parlement rapporteur was over F-gassen, krachtige broeikasgassen die gebruikt worden in koelkasten en airco’s. Eickhout blufte zich naar een wet die een stuk ambitieuzer werd dan hijzelf had durven dromen. Het leverde hem in 2014 de eerste plaats op in de ‘Duurzame 100’, de jaarlijkse lijst van Nederlanders die zich inzetten voor duurzame ontwikkeling van Trouw.
Dankzij ‘Parijs’ is klimaat niet langer een thema voor losers
Toch is dat tactische spel voor veel media minder fascinerend dan Eickhout wel zou willen. Zij proberen daarom volgens hem de Brusselse saaiheid een beetje op te pimpen met uitgesproken visies. „Vooral de Angelsaksische media zetten het debat graag scherp neer”, zegt Eickhout in een boekwinkel in Tilburg, waar hij die middag een presentatie geeft over Klimaatmores. „Dat begrijp ik wel. Maar het geeft een verwrongen beeld van de werkelijkheid.” Dat geldt zeker in het Nederlandse politieke systeem, dat helemaal niet zo gepolariseerd is.
Ook politici doen mee aan die polarisatie. Ze vinden het volgens Eickhout steeds moeilijker om een compromis te verdedigen.
„Terwijl mensen volgens mij best begrijpen dat politieke besluiten uiteindelijk compromissen zijn. Maar wat ze terecht niet begrijpen is dat je een compromis gaat verdedigen als iets wat eigenlijk nog beter is dan wat je zelf wilde.”

Het Oekraïne-referendum is een mooi voorbeeld. „Het nee-kamp sprak met veel emotie over een uitverkoop van onze waarden”, zegt Eickhout.
„Terwijl het ja-kamp een lastig compromis moest verdedigen van 28 landen en Oekraïne. Nee, het is geen perfect akkoord, waarin al mijn GroenLinks-idealen zijn verwezenlijkt. En toch ben ik voor. Politici zijn een beetje verleerd om dat uit te leggen. Ze kunnen alleen nog heel erg vóór of heel erg tégen iets zijn. Dan krijg je dat Rutte het associatieverdrag verdedigt door te zeggen: het is alleen maar een handelsverdrag. Hij pikt eruit wat voor hem als VVD’er belangrijk is. Alsof dát het hele akkoord is. Mensen voelen: hier klopt iets niet. Dat maakt Europa ongeliefd.”
<
Daar komt bij dat onderwerpen in Europa vaak heel ingewikkeld zijn. Dat is de paradox, vindt Eickhout: „We willen niet dat Europa iets te zeggen krijgt over onderwerpen als zorg, onderwijs, sociale zekerheid, cultuur. Maar dat zijn wel de thema’s waar mensen meteen een gevoel bij hebben. De meeste Europese wetgeving gaat nog steeds over interne markt. Dat is heel technisch, en voor bedrijven van belang: het stroomlijnen van eisen voor hun producten, zodat ze zich niet in allerlei bochten moeten wringen om hun spullen in 28 landen te verkopen. Maar voor mensen maakt het niks uit wat er in hun koelkast zit, als die maar werkt.”
EU heeft een stem, Nederland niet
Klimaatverandering toont volgens Eickhout waarom Europa het niet bij dit soort technische wetgeving kan laten. Het gaat om de vraag of landen zelf invloed willen hebben op de onderhandelingen, of sterk willen staan als Europa. Eickhout kiest voor dat laatste, ook al beseft hij dat dat neerkomt op het inleveren van soevereiniteit.
„Nederland zou zelfstandig op zo’n klimaattop nauwelijks een stem hebben. De EU wel. Maar dan moet je je erbij neerleggen dat het Nederlandse geluid vermengd wordt met Europa.”
Over de manier waarop Europa nu met klimaat omgaat, is Eickhout niet erg tevreden. Lange tijd was de EU een voorloper, maar China en de VS lijken op dit moment een stuk sneller te gaan. Volgens Eickhout komt dat doordat Europa te veel bezig is met navelstaren.
„We hebben alleen maar oog voor de huidige crises. Eerst voor de problemen met de euro, en nu ook met de vluchtelingen. De Europese Commissie wil niet nog meer gedoe. Dus is klimaat even geen prioriteit. Dat is nou net het domste wat je kunt doen. Je laat je inpakken door een crisis en bereidt je niet voor op de volgende.”
If the European Parliament stands for its decisions, it cannot accept higher emission limits for the car industry.https://t.co/QSMA8TmryS
— Bas Eickhout (@BasEickhout) January 19, 2016
Volgende crisis over grondstoffen
Die volgende crisis zou volgens Eickhout weleens over de strijd om grondstoffen kunnen gaan. „Europa is dichtbevolkt en heeft weinig grondstoffen. Wij zouden dus als eerste moeten nadenken over een grondstofefficiënte economie, een groene economie.”
Eickhout is wat dat betreft teleurgesteld in premier Rutte. „Ik vind het teleurstellend dat hij niets met deze agenda heeft. Toen hij bij de Nederlandse Europarlementariërs de vier prioriteiten van het Nederlandse voorzitterschap kwam uitleggen, vergat hij zelfs de vierde: klimaat en energie. Maar ik weiger te geloven dat dat inherent is aan de VVD. Een goede liberaal zou toch de economische kansen van dit thema moeten herkennen. Ik kan me het chagrijn daarover van Ruttes partijgenoot Ed Nijpels heel goed voorstellen.”
Dat klimaat überhaupt op de agenda van het Nederlandse voorzitterschap kwam te staan, heeft volgens Eickhout te maken met het succes van de klimaattop in Parijs.
„Politici willen bij succesverhalen horen. Na de mislukte klimaattop in Kopenhagen was klimaat een besmet onderwerp. Alleen de echte gelovigen wilden er nog hun nek voor uitsteken. Maar dankzij Parijs is klimaat niet langer een thema voor losers.”