Asscher in een tent vol kritiek

Vicepremier Asscher (PvdA) krijgt applaus, maar ook veel kritiek op de Libelle Week. “Ik weet niet of hij genoeg stemmen binnenhaalt.”

Asscher donderdag met columniste Ebru Umar op de Libelle Week.
Asscher donderdag met columniste Ebru Umar op de Libelle Week. Foto Tammy van Nerum

Minister en vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) is op donderdagmiddag niet vanzelf een populaire gast in het Libelle Nieuwscafé, in de clubtent van de Libelle Zomerweek. Bijna alle vrouwen die met vragen komen, zijn kritisch – soms op het agressieve af. Dit kabinet wil iedereen toch laten werken tot z’n 67ste? En ook laten zorgen voor z’n hulpbehoevende ouders en buren? „En wilt u dat we dan ook nog blij zijn op ons werk?”

Asscher zegt dat hij de vragen en de zorgen begrijpt, hij komt ook zeker langs in het verpleeghuis van de vrouw die zegt dat ze acht uur per dag werkt zonder pauze en in haar eentje voor acht demente bejaarden zorgt. De vrouw eist , onder applaus, dat het héle kabinet langskomt om een week lang haar werk te doen.

Politici laten zich graag zien bij Libelle:

Als Asscher nog maar eens zegt dat hij in elk geval komt – beloofd – krijgt ook híj applaus. En dan zegt hij dat de vrouwen in het café natuurlijk ook niet alles weten van het werk van politici. „Jullie zien niet wat wij allemaal proberen te doen. Toen we begonnen met dit kabinet, was er heel weinig geld voor alles.”

Joke de Nooij (65) uit Zevenaar knikt. Groot gelijk, vindt ze. Ze is CDA’er, maar ze vindt Asscher goed. „En hij praat duidelijk.” Ze klapt hard als Asscher aan het eind van de bijeenkomst zegt wat hij nu gaat doen: in Den Haag praten met minister van Financiën Jeroen Dijksselbloem over de begroting van volgend jaar. „Het ligt heel moeilijk, maar we moeten kijken wat we kunnen doen om de koopkracht van ouderen overeind te houden.”

Vals zingen onder de douche

In de tent zitten veel oudere vrouwen en wat Asscher zegt, klinkt als een belofte. Daarmee heeft hij niet alleen Joke de Nooij achter zich. Onder luid applaus stapt Asscher het podium af.

Daar had interviewster Ebru Umar hem laten vertellen over zijn drie kinderen – de oudste was op deze dag jarig – en over zijn vrouw die voltijds werkt en dus meebeslist over zijn toekomst: verder in de politiek of toch niet? „Zij zegt: als jij het echt heel graag wilt, steun ik je.”

Asscher zei ook nog dat hij van smartlappen houdt en onder de douche vals zingt. Zo hoort dat in het Nieuwscafé van de Zomerweek: elke middag treedt een politicus op uit Den Haag die dan óók iets over zichzelf vertelt.

Bij zijn aankomst op het Libelle-terrein, aan het Almeerderstrand, had Asscher meteen een fan aan zijn zij. Of beter: zo lijkt het. Een vrouw van in de zestig pakt hem stevig bij zijn arm en zegt hoe geweldig ze hem vindt. Maar Rutte wat minder.

„Dat geeft niet”, zegt Asscher, „al doet hij ook zijn best.”

Jawel, zegt de vrouw. „Maar jóú vind ik echt goed.” Dan ineens: „En laten we er met z’n allen voor duimen dat Aboutaleb de volgende premier wordt.” Asscher glimlacht een beetje en loopt door.

De vrouw gaat op een terras zitten. Waarom zei ze dat tegen Asscher, nu een flink deel van de partij erop rekent dat hij de PvdA wil leiden – en dan natuurlijk ook premier wil worden? „Van mij mag dat wel”, zegt ze. „Maar ik weet niet of hij genoeg stemmen binnenhaalt.”