Brussel voelt heel ver weg in de Mendip-heuvels, even ten zuiden van Bristol. Goudgele koolzaadvelden worden afgewisseld met glooiend groene weiden, dartelende lammetjes. Dit is het landschap dat William Blake omschreef als „England’s mountains green” in zijn gedicht Jerusalem, het onofficiële volkslied van Engeland.
Maar Brussel is ook dichtbij. Dit is boerenland. En geen branche die zo veel merkt van het lidmaatschap van de Europese Unie als de landbouw, van zowel de regels als de financiële voordelen. Volgens de National Farmers’ Union, de boerenvakbond, krijgen Britse boeren jaarlijks 2,4 miljard pond (3,1 miljard euro) aan directe subsidie van Brussel.
Dat betekent niet dat boeren op 23 juni, als de Britten een referendum houden over hun EU-lidmaatschap, voor ‘Blijven’ zullen stemmen. Integendeel, uit een peiling van vakblad Farmers’ Weekly uit april bleek dat 58 procent voor een Brexit is, een vertrek uit de Europese Unie. In het zuidwesten van Engeland was 67 procent pro-Brexit, onder pluimveehouders was het percentage 82 procent. En hoe minder hectares de boer heeft, hoe groter de kans dat hij pro-Brexit is. Voor 72 procent is frustratie over regelgeving de reden uit de EU te willen.

James Small. Foto Titia Ketelaar
James Small begrijpt het wel. Zijn boerderij, die hij samen met zijn vader en oom runt, strekt zich uit tot aan de Cheddar Gorge, de grotten waarin de gelijknamige kaas oorspronkelijk werd gerijpt. Ruim 222 hectare hebben de Smalls, en ze huren nog eens 243 hectare. Ze houden schapen, koeien, varkens en sinds een paar jaar kun je op Warren Farm ook in houten huisjes luxe ‘kamperen’.
In de keuken van zijn boerderij vertelt Small dat hij op de jaarmarkten de afgelopen weken „zelden een Blijver” tegenkwam. „Persoonlijk denk ik dat Europa goed is: als soort moeten wij mensen samenwerken. Maar de wijze waarop de EU is vormgegeven is het probleem.”
Gehate heggenwet
„Andere sectoren hebben ook te maken met Europese regels. Maar wat men niet begrijpt, is dat wij boeren de kosten van de implementatie niet kunnen doorberekenen”, zegt Small. „Als autofabrikanten morgen een wiebelende antenne moeten invoeren, en dat kost 4 pond, dan worden de auto’s 4 pond duurder. Wij bepalen de prijs van het vlees of de melk niet zelf.”
Om subsidie te krijgen – voor sommige boeren 55 procent van hun inkomen – moeten ze wél aan de regels voldoen. En die worden niet altijd even logisch gevonden. Small vertelt over gewasdiversificatie, bedoeld om monoculturen op bouwland te voorkomen. „Dat is begrijpelijk als je wilt dat in één gebied verschillende gewassen groeien. Maar het moet per boerderij worden ingevoerd. Dus zelfs als je niet veel grond hebt [de regel geldt boven de 10 hectare, red.], moet je meerdere gewassen telen.”

Of neem de door Britse boeren zo gehate heggen- en houtwalwet. Die bepaalt dat er tussen maart en augustus niet mag worden gesnoeid, om broedende vogels te beschermen. Small vertelt waar een heg allemaal aan moet voldoen: „Twee standaardbomen als de heg langer is dan 50 meter maar korter dan 100, en de ruimtes ertussen minder dan 10 procent van de totale lengte.”
Hij is vakbondsvertegenwoordiger voor het zuidwesten. De National Farmers Union (NFU) gaat géén campagne voeren voor Blijven of Brexit. Maar de bond geeft de 55.000 Engelse en Welshe leden wel mee dat „op basis van het bewijs [we] denken dat boeren het beste af zijn in Europa”.
Dat bewijs werd vergaard door de Wageningen Universiteit, die voor de NFU onderzocht wat de gevolgen van een Brexit zouden kunnen zijn. Als er een vrijhandelsakkoord met de EU wordt gesloten maar boeren de helft of alle subsidie verliezen daalt hun inkomen, jaarlijks gemiddeld met 24.000 euro. Als er niets aan de subsidies verandert, profiteren de boeren van een Brexit.
Maar die garantie wordt niet gegeven. „Ik vind het laakbaar dat de regering niets zegt”, zegt Small. „Ze is voor Blijven, en zegt geen plan B te hebben. Maar wij moeten weten waar we aan toe zijn.”
Small vertelt dat hij nu bezig is met het fokprogramma van over drie jaar. „We hebben zekerheid nodig.” De regering kan een principe vastleggen, vindt hij: „ Iets als ‘wat er ook gebeurt, Hare Majesteits regering verzekert dat Britse boeren niet achtergesteld zullen worden’, of ‘Hare Majesteits regering verzekert dat de zelfvoorzienendheid van dit land niet achteruitgaat’.”
Onzinnig papierwerk
De regering is echter verdeeld. Minister Liz Truss van Landbouw is voor Blijven, haar staatssecretaris George Eustice, wiens ouders een fruitboerderij hebben, is voor Brexit vanwege „de groeiende hoeveelheid onzinnig papierwerk en geestdodende regels”. Het BBC-radioprogramma Farming Today, waarmee Margaret Thatcher de dag begon en dat een van de weinige programma’s is die ruim voor de referendumcampagne consequent aandacht besteedde aan ‘Brussel’, verzandt nu ’s ochtends regelmatig in een welles-nietes tussen de twee.
VolgenDefraGovUK Defra UK Leaving the EU will pose a major threat to British sheep farmers, warns @trussliz
https://t.co/sPUDn5n5Ih https://t.co/KMt8EsiyXu
Volgenvote_leave Vote Leave Farming Minister George Eustice believes that if we #TakeControl of agriculture policy, our farmers will thrive https://t.co/u1p4ftRfM1
Wat Small door zijn rol bij de vakbond ziet, is dat sommige regels helemaal niet uit Brussel komen of daar hun oorsprong hebben maar strenger worden geïmplementeerd in Engeland. „Ik moet bijvoorbeeld elk schaap elektronisch kunnen identificeren, en al hun bewegingen registreren. Alleen is de technologie nooit elke keer 100 procent precies, dat is onmogelijk.” Zeker niet in heuvelachtig gebied als de Mendips of Schotland, waar een schaap makkelijk kan verdwalen – als een boer het dan niet kan vinden, wordt hij beboet. Maar de sancties zijn de verantwoordelijkheid van de lidstaten, de Europese Commissie heeft geen nauwkeurigheidseis. „Wij Britten streven meteen de hoogste standaard na, onze regering is doodsbang op de vingers te worden getikt. Wij spelen nog altijd cricket.” Oftewel: een regel is een regel.
Zonder Europese subsidies daalt het inkomen van Britse boeren gemiddeld 24.000 euro
Ander voorbeeld. Small wijst op de varkens buiten. Die gaan binnenkort weg, het levert te weinig op. Nu omdat door het dure pond sterling Nederlandse en Deense bacon goedkoper is. Maar eerder omdat volgens Small de Britse regering „voorop wilde lopen” toen een regel over het hokken van zeugen werd ingevoerd. „Dat moest hier onmiddellijk gebeuren, en dat gaf onze partners in de gemeenschappelijke markt een voordeel. Hun vlees was daardoor goedkoper.” En dat kiest de consument in de supermarkt.
Dergelijke nadelen verdwijnen niet na een Brexit. Het Verenigd Koninkrijk voert meer landbouwproducten in dan uit en de overige 27 landen zijn belangrijkste handelspartner. In 2014 exporteerden de Britten voor 16 miljard naar het vasteland, berekende Wageningen Universiteit. Veertig procent van het lams- en schaapsvlees ging naar andere EU-landen, 60 tot 65 procent van alle landbouwproducten. Die handel blijft belangrijk. Small: „Hoe onze toegang tot de interne markt er ook uitziet, we zullen nog altijd aan de regels moeten voldoen, en het koersverschil blijft bestaan.” Hij lacht even: „Hoewel, misschien dat het pond dan devalueert.”