Schaken rond de Chinese Zee

De VS hebben maandag het wapenembargo dat nog altijd gold voor Vietnam definitief opgeheven. President Barack Obama, hoogstwaarschijnlijk voor de laatste keer op reis in Zuid-Oost Azië, zei er in Hanoi bij dat deze stap onderdeel was van de normalisering van de relaties met Vietnam, ruim veertig jaar na het einde van de Vietnam-oorlog.

Obama’s bezoek komt ook kort nadat de VS, Vietnam en tien andere landen in de regio het vrijhandelsverdrag TPP (Trans-Pacific Partnership) tekenden. Dat kan gezien worden als een signaal dat de VS in Azië de militair strategische koers willen flankeren door een wereldeconomische strategie. Verandering door handel, zoals het oude adagium uit de Koude Oorlog luidt. Concreet draaide het deze week om handelscontracten met Vietnam met een waarde van ruim 14 miljard euro.

Tot nu toe was de Amerikaanse kritiek op de schending van mensenrechten door het communistische Vietnamese regime een rem op volledige opheffing van het wapenembargo. Belangrijker dan de mensenrechten in Vietnam is nu klaarblijkelijk de toenemende territoriumdrift van China. Formeel het ideologisch gelijkgestemde, bevriende buurland van Vietnam. Maar in de praktijk is Hanoi bezorgd over de Chinese claim van 80 procent van de strategische Zuid-Chinese Zee. Daar is ook reden voor. Hanoi betwist met name de annexatie door China van de Paracel-eilanden.

Obama verklaarde in Hanoi dat de opheffing van het wapenembargo niets met China te maken heeft. En officieel heeft Beijing de normalisering van de relaties tussen Vietnam en de VS ook verwelkomd. Tegelijkertijd heeft het Chinese persbureau Xinhua gewaarschuwd dat de Amerikaanse toenadering tot Vietnam „niet moet worden gebruikt als een middel om de strategische belangen van een derde land te bedreigen of zelfs te beschadigen”. Een Chinese analist concludeerde dat Washington en Hanoi een „quasi-militaire alliantie hebben gevormd met China als doelwit”.

Het is de taal die past bij het complexe schaakspel dat nu al geruime tijd gespeeld wordt tussen de VS en China over de status van van Zuid-Chinese Zee: voor Beijing een mare nostrum, zoals de Middellandse Zee dat voor de Romeinen was. En voor Washington een cruciale internationale scheepvaartroute die in principe vrij bevaarbaar moet zijn. China betwist ook de belangen van andere landen in de regio, zoals de soevereiniteit van de Filippijnen over de Spratly-eilanden. Over dat conflict zal het Hof van Arbitrage in Den Haag zich uitspreken. En dat verdient natuurlijk ook de voorkeur boven het beslechten van dit soort spanningen door wapens.