38 kinderen onwettig in gesloten inrichting

Jeugdzorg Kinderen belanden zonder tussenkomst van de rechter in een gesloten inrichting. „Onwettig en onethisch.”

Foto: David van Dam

Ten minste 38 kinderen zitten in een gesloten jeugdzorginrichting zonder de wettelijk verplichte tussenkomst van de rechter. De 38 verblijven in Schakenbosch, een in Leidschendam gevestigde instelling voor jongeren (12 tot 18 jaar) met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen. Schakenbosch perkt hun vrijheid in als zij dat voor hun behandeling nodig acht. Zo kunnen groepsleiders hen onder dwang medicatie toedienen, hen fixeren, hun kamerdeur op slot draaien, en hun kleding, kamer en post controleren.

Plaatsing in gesloten jeugdhulp vereist volgens de wet een zogenoemde ‘machtiging gesloten jeugdhulp’, te verlenen door de kinderrechter. Die moet beoordelen of de gesloten zorg nodig is. Een gedragswetenschapper moet zich uitspreken over het effect van de plaatsing op het welzijn van het kind. Een advocaat moet de belangen van het kind verdedigen, ook tijdens het verblijf in de instelling zelf.

Lees ook het achtergrondverhaal: Onethisch of in belang van het kind?

Ga je nog akkoord?

De 38 kinderen lopen deze rechtswaarborgen mis. Zij zijn niet via de kinderrechter, maar op vrijwillige basis in Schakenbosch beland. Schakenbosch gaat namelijk ook over tot plaatsing als louter de kinderen zelf daarmee instemmen – en hun ouders, bij kinderen onder de zestien. „We gaan zorgvuldig met de jongeren om”, zegt directeur van Schakenbosch Kees in ’t Veld tegen NRC. „Voortdurend gaan wij het gesprek aan: ga je nog akkoord met de maatregelen die we nemen? Hoe sta je er nu tegenover?”

Jeugdinrichting Schakenbosch in Leidschendam.Foto David van Dam

Jeugdrechtadvocaat Reinier Feiner noemt die handelwijze „onwettig en onethisch”. „Ze leggen de verantwoordelijkheid voor het wel of niet meewerken aan vrijheidsbeperkende maatregelen bij het kind. Bedenk wel, dit zijn kinderen die door hun verstandelijke beperking helemaal niet goed in staat zijn om aan te geven of ze het hiermee eens zijn.”

Dat kinderen onwettig in gesloten inrichtingen verblijven, is al langer bekend. De Inspectie Jeugdzorg meldde in augustus 2015 dat instellingen „in toenemende mate” kinderen zonder gesloten machtiging plaatsen. Aantallen kinderen kon de Inspectie niet noemen. Mogelijk verblijven er – naast de 38 van Schakenbosch – ook elders kinderen zonder de juiste machtiging.

De Inspectie noemde de praktijken in augustus „onaanvaardbaar” en verzocht staatssecretaris Van Rijn (Zorg, PvdA) „met klem” ertegen op te treden. Ook de rechtbank sprak zich ertegen uit, in twee uitspraken in het najaar. Van Rijn besloot echter niet tot direct ingrijpen. Hij ging eerst met de Inspectie en jeugdhulpinstellingen om de tafel. De praktijk is niet eenduidig, vond Van Rijn: van sommige instellingen bleek moeilijk vast te stellen of zij zich nu wél of niet aan de wet houden. Bijvoorbeeld omdat zij op hetzelfde terrein niet alleen ‘gesloten’ maar ook ‘open’ jeugdhulp verlenen.

Van Rijn ‘niet doortastend’

De Inspectie Jeugdzorg startte in november een nieuw onderzoek om alle feiten op een rij te krijgen. Voor 8 juli, de start van het zomerreces, komt zij naar buiten met haar rapport. Is er sprake van een overtreding van de wet, zegt Van Rijn, „dan zal de Inspectie betreffende instellingen informeren over de consequenties”.

Volgens het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) treedt staatssecretaris Van Rijn „niet doortastend” op. „Al in augustus noemde de Inspectie deze praktijken onwettig”, zegt Maria de Jong-de Kruijf, NJCM-lid en onderzoeker jeugdrecht aan de Universiteit Leiden. „Dit gaat over een inbreuk op fundamentele rechten van een kind. Daar kun je niet tien maanden mee aanrommelen.”