‘Brussel moet sorry zeggen’

(80) gelooft dat de Europese cultuur in ons DNA zit. Het slechte nieuws: de typisch Europese waarden verwateren. Het goede nieuws: jonge mensen zijn weer nieuwsgierig naar nieuwe ideeën. De Britse historicus en filosoof spreekt volgende week in Amsterdam.

Foto Geraint Lewis/Writer Pictures

Kunst bindt Europa, ondanks alle interne politieke verdeeldheid. Dat wil historicus Pieter Steinz laten zien in zijn inmiddels beroemde boek Made in Europe (lees komende maandag in nrc.next zijn Europese canon). Steinz focust op de kunstzinnige voorwerpen en literaire werken die zichtbaar maken dat we in West-Europa gedeelde opvattingen, smaak, kortom: cultuur hebben.

In het bosrijke Holland Park, een groene oase in een van de duurste wijken van Londen, waar pauwen krijsend rondlopen, spreek ik met de Britse politiek filosoof en historicus Larry Siedentop (80) die, zou je kunnen zeggen, een stap verder gaat dan Pieter Steinz.

Ook Siedentop is ervan overtuigd dat cultuur Europa, het Westen, bindt – alleen focust hij op cultuur in de brede zin van het woord. Hij heeft een boek gepubliceerd waarin hij duidelijk wil maken dat in de loop van duizenden jaren in heel West-Europa een stelsel van opvattingen en waarden is ontstaan dat ons bindt: de specifiek westerse opvattingen over het individu. De samenleving wordt bij ons gezien als een groep van individuen, gelijkwaardig en met een vrije wil, die allemaal hun eigen geweten volgen. Dat is het organiserend principe geworden voor samenlevingen in het Westen, anders dan in regio’s waar familie, clan of kaste de dienst uitmaakt.

Dat wij als vrije individuen over onszelf willen regeren, in soevereine, democratische staten – dat is de uitkomst van een lang westers proces, dat onze identiteit bepaalt. In zijn boek Inventing the Individual, The Origins of Western Liberalism (2014) betoogt Siedentop dat het christendom (voor God is iedereen gelijk, geloven doe je uit vrije wil) de basis legde voor dat vrijheids- en gelijkheidsideaal van het individu, en dat zich in de afgelopen tweeduizend jaar in Europa, in de Middeleeuwen en door de Verlichting, ontwikkelde tot het westerse seculiere liberale democratische ideaal.

Zeker, hij houdt van kunst, van zeventiende-eeuwse Nederlandse landschapsschilderijen bijvoorbeeld, vertelt Siedentop tijdens een lunch in het statige Belvedère-restaurant in Holland Park. Klassieke muziek ook: „Hoe is het met de nieuwe dirigent van het Concertgebouworkest, de opvolger van Mariss Jansons? Gatti, ja. O, nog niet begonnen?” Hij is op de hoogte. Maar met zulke culturele uitingen houdt hij zich in zijn werk niet bezig.

Cultureel-ideologisch DNA

Als Siedentop over de cultuur spreekt die Europa bindt, bedoelt hij het westerse klassiek liberalisme. Dat is volgens hem het ‘cultureel-ideologische DNA’ van Europa, dat volgens hem veel te weinig onderkend en gewaardeerd wordt. „Wij zijn allemaal in die morele mal gegoten”, vertelt Siedentop. „Onze intuïties zijn erdoor gevormd.”

De groeiende onvrede over de Europese Unie, de opkomst van nationalistische partijen, de roep om uit de EU te stappen, zoals in het Verenigd Koninkrijk... Dat alles is volgens hem voor een belangrijk deel terug te voeren op de veronachtzaming door de Europese leiders van die fundamentele democratische liberale notie bij de burgers van Europa. „Europeanen willen over zichzelf regeren. Ze willen zich vertegenwoordigd voelen door hun bestuurders. Maar mensen voelen zich steeds minder bestuurd door hun gekozen vertegenwoordigers in hun eigen land. En dat is ook zo. In de EU wordt steeds meer geregeld door machthebbers die niet door die burgers gekozen zijn. Als ze in Brussel dat niet duidelijker onderkennen, zal het verzet tegen de EU blijven groeien, en de roep om zaken in eigen land te regelen toenemen.”

Het verwaterde ideaal

In zijn essay ‘On the Identity of the West’ dat hij speciaal schreef voor de essaybundel Re:Thinking Europe voor het symposium op 2 juni in de Balie, stelt hij dat het fundamentele westerse, klassieke liberale ideaal fragiel is, en verwaterd. Het is gereduceerd tot een economisch, utilitair liberalisme. „Door de toenemende welvaart de afgelopen jaren is zo het idee ontstaan dat de Europese eenwording vooral een project is om ons allemaal rijker te maken”, vertelt Siedentop. Dat markteconomieliberalisme, waarin het individu geprivatiseerd wordt ten koste van burgerschap, heeft, vindt hij, niets met klassiek liberalisme te maken. En critici die vinden dat liberalisme tot individuele versplintering en een moreel losgeslagen samenleving leidt, tot decadentie, begrijpen de diepe morele wortels van het klassiek liberalisme niet, dat tot doel heeft een samenleving voor vrije individuen te scheppen.

Voeg daarbij, zegt Siedentop, de immigrantenproblematiek. Daardoor krijg je veel mensen met andere waarden in de EU, die veiligheid en welvaart zoeken. „De islam bijvoorbeeld heeft een typisch op regels gebaseerde cultuur, terwijl Europa een christelijk liberale cultuur en samenleving heeft die op principes gebaseerd is waar het individu met een eigen verantwoordelijkheid centraal staat. Die twee opvattingen botsen, dat levert problemen op.”

Als je zulke problemen voegt bij het gevoel dat burgers zich niet zelf kunnen besturen, maar vanuit Brussel door anonieme ambtenaren die niemand vertegenwoordigen geregeerd worden: „Ja, dan is het niet vreemd dat hun gevoel van identiteit geatomiseerd wordt.”

De overhaaste uitbreidingsdrang van de EU komt daar ook nog bij. „Europa, de Europese politieke klasse heeft zich zelf in de problemen gebracht”, vindt Siedentop. Door niet genoeg de liberale kernwaarden van de Europese identiteit in het oog te houden.

Een mea culpa uit Brussel

Aan Siedentop heeft het niet gelegen. Hij schreef in 2000 een boek, Democracy in Europe, waarin hij dat gebrek aan democratisch DNA van de EU beschreef. „Brussel is eigenlijk nog steeds in ontkenning over dat gebrek aan directe vertegenwoordiging van Europese burgers in het EU-bestuur. Eigenlijk moet er een groot mea culpa komen uit Brussel, aan de Europese bevolking. Ze moeten zeggen: sorry, we hebben het fout gedaan. We moeten meer democratie invoeren. Hoe precies weet ik niet, maar je zou een systeem kunnen maken waarin gekozen vertegenwoordigers uit parlementen van Europese staten afgevaardigd worden die de macht krijgen. Dan zijn burgers in lidstaten vertegenwoordigd en kunnen ze hun vertegenwoordigers ter verantwoording roepen. Het zou geweldig zijn als de pro-EU-Britten nu actie zouden voeren voor een meer democratische, op klassiek liberale beginselen gebaseerde EU. Dat zou een goede inzet zijn voor de discussie om wel of niet in de Europese Unie te blijven. Maar ik geef toe dat ik dat geluid niet hoor.”

Echt somber wordt hij niet van zijn analyse, zegt hij: „Nee, er was een tijd, mede door grote welvaart, dat er weinig interesse was om over deze fundamentele problemen na te denken. Maar ik merk dat jongeren wel nieuwsgierig zijn naar nieuwe ideeën. Dat is hoopgevend.”