Op wereldreis gaan is vooral een imagokwestie. Het idee spreekt veel mensen aan, maar dat betekent natuurlijk niet dat iedereen het ook in de praktijk leuk vindt om een rugzak vol te laden en maar te kijken wat er gebeurt. Gerrit Breeuwsma, ontwikkelingspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen: „Er zit een vorm van sociale dwang achter dit reizen. Omdat de een gaat, gaat de ander ook. Vaak blijkt dat niet iedereen geschikt is voor dit avontuurlijke rondreizen; die jongeren zijn dan ook snel weer thuis.”
Volgens Breeuwsma is reizen eerder een vorm van escapisme dan dat je daadwerkelijk een kans hebt om jezelf te leren kennen: „Het is juist een manier voor jongeren om aan zichzelf te ontkomen. Door lang op reis te gaan schuif je bepaalde keuzes voor je uit.” Dat je op reis eindelijk de tijd en ruimte zou hebben om na te denken en op een lumineus idee komt om dingen te veranderen in je leven, is een illusie denkt Breeuwsma: „De realiteit bij terugkomst is dat je het gewoon hebt uitgesteld.” Net als Westenberg ziet ook Breeuwsma de verkorting van de studententijd als een verklaring voor de vele wereldreizen.
Ook kun je je afvragen hoe avontuurlijk het rondreizen is: in de meeste landen bestaat de platgewalste touristtrail, waar alleen de echt avontuurlijke ziel van afwijkt. Bijna iedereen gebruikt dezelfde reisgidsen en wisselt onderling reistips uit. Niet bepaald living on the edge of hoe Christopher Columbus en Marco Polo het vroeger aanpakten.
Om uit je comfort zone te komen, doortastender te worden en erachter komen wat je wilt, kun je ook thuis besluiten om geen gebruik te maken van je sociale vangnet en stappen zetten om nieuwe mensen en culturen te leren kennen. Eva Hoefsloot Schmeink (27), ervaringsdeskundige in niet op wereldreis gaan: „Ik denk dat het onzin is dat je jezelf leert kennen op reis, je doet het op een leeftijd waarop je sowieso al bezig bent met die vraag. Je leert jezelf ook kennen als je besluit om thuis nieuwe dingen uit te proberen.”
Ook hier kun je je grenzen verleggen
Je kunt bijvoorbeeld verhuizen naar een andere stad in Nederland waardoor je meer op jezelf aangewezen bent, nieuwe mensen uit een andere hoek van de samenleving leren kennen bij een cursus bierbrouwen of vrijwilligerswerk doen in een asielzoekerscentrum. In Nederland zijn tal van nationaliteiten en culturen vertegenwoordigd, op kleinere schaal wellicht, maar zeker niet onbereikbaar. Daarnaast: de tredmolen van studeren, werken, trouwen en kinderen krijgen zit vooral in je hoofd. Je kunt ook zelf besluiten het anders te doen – daarvoor hoef je niet de grens over.
Hoefsloot Schmeink: „Het lijkt me ook gewoon echt niet prettig, zo lang en ver van huis met alleen een rugzak en een paar spulletjes.” Weinig spullen en kleren, maar ook: slapen in bouwvallige dorms met snurkende medereizigers en luidruchtige airco op harde matrasjes, vies en vet eten, reizigersdiarree, malariamuggen, verbrande huid door de tropenzon waar geen factor 50 tegen op kan, jetlags, zonneallergie, geen bereik met je mobiel, stress omdat je de lokale taal niet kent en daardoor je vlucht of bus mist – backpacken is niet alleen maar leuk.
De vraag is ook hoe goed je een andere cultuur leert kennen tijdens het rondhoppen van het ene land naar het andere. Je paspoort staat dan misschien vol met mooie stempels maar hoeveel heb je eigenlijk echt gezien van dat land? Bureaucratische rompslomp, corruptie, inefficiënte handelingen van de lokale bevolking en niet-Nederlandse opvattingen over man-vrouw verhoudingen ontgaan je als je ergens maar kort bent. Veel rugzaktoeristen richten zich vooral op de positieve kanten van een ander land. En als het écht tegenzit, weet je dat je altijd terugkunt naar het veilige Nederland.
Hoefsloot Schmeink die sinds enkele jaren in Berlijn woont: „Je hebt niet na drie weken al door hoe het ergens werkt. Daarvoor moet je echt langer in een land zijn, of er zelfs gaan wonen. En dan nog duurt het jaren voordat je het een beetje doorhebt.” Het idee dat je door ver te reizen een cultuur van dichtbij leert kennen en dat dit positief is voor je ontwikkeling, is volgens Breeuwsma verbonden met „fictionele verhalen die het reizen veel groter maken dan het in realiteit is.” Breeuwsma: „Het is onzin dat je zo ver weg moet gaan. Qua feitelijk reizen kun je net zo goed naar Oost-Groningen gaan.”