Zondag reikt de jury de prijzen uit van het 69ste filmfestival van Cannes: wie wint dit jaar de Gouden Palm? De filmmarkt is dicht, de pers vermoeid: staan daarom de laatste dagen in het teken van afkraken en boegeroep? Of ligt het aan Cannes’ filmcompetitie, die sterk begon maar daarna wegzakte?
Slecht ontvangen werd Juste la fin du monde van Xavier Dolan, 27 jaar, en al voor de zesde keer in Cannes. Hoewel het Canadese wonderkind alles zelf doet, zelfs de ondertiteling, verfilmde hij nu voor het eerst de tekst van een ander: een toneelstuk van de in 1995 aan aids overleden Jean-Luc Lagarce, over een schrijver die zijn van hem vervreemde familie komt vertellen dat hij stervende is. Het is een echte Dolan, een intens, lawaaiig en volatiel familiedrama. Maar misschien minder authentiek dan anders: Dolan werkte voor het eerst met Franse sterren als Cassel, Cotillard en Seydoux. Dolan nam de kritiek heel persoonlijk. „Ik heb hier in Cannes de sfeer zien veranderen”, somberde hij in strandtent Majestic Beach. De schuldige was Twitter, die een wedloop richting snel, snedig en gemeen had ontketend, aldus Dolan.
Sean Penn oogde gisteren eveneens somber: meer nog dan Twitter en boegeroep, nekten lachsalvo’s bij teksten als ‘dit is niet grabbelen, dit is liefde’ zijn als epische romance bedoelde The Last Face. Charlize Theron en Javier Bardem vinden in dit hulpverlenersdrama liefde tussen kogelregens en kindertranen, maar Penns goede bedoelingen plaveiden de weg naar een helse draak, die pardoes van teenzuigen bij zonsondergang naar Liberia flashbackt, waar huilende dokters dan boven een piramide kinderlijkjes het nut van noodhulp bespreken.
Op idealisme viel de Deense radicaal Nicolas Winding Refn in The Neon Demon weer niet te betrappen: hij oogstte nog wat dun applaus tussen het boegeroep. De film gaat over de modewereld van LA, die jong vlees als de 16-jarige Jesse op het schild hijst, consumeert en uitspuugt. Hoe hypnotiserend de shots en soundtrack vaak ook zijn, na twee uur had deze glazig voortkruipende videoclip vol lege creeps en kannibalen nog niet veel te melden – al ligt er cultpotentieel.
Dat geldt ook voor die andere met boegeroep ontvangen combinatie van vrouwelijke rivaliteit, mode en horror: Oliver Assayas’ Personal Shopper, waarin Kristen Stewart met innerlijke demonen, haute couture en ecoplasma worstelt na de plotse dood van haar tweelingbroer.
Een lichtpuntje was Bacalaureat van Cristian Mungiu, een subtiele moraalvertelling over de generatie van 90, die Roemenië en zichzelf minder hervormde dan gehoopt. Met een Gouden Palm en Grand Prix op zak is Mungiu een Cannes-veteraan. Andere habitués – Pedro Almodóvar, Jim Jarmusch, Brillante Mendoza, Park Chan-Wook – kwamen met degelijke, emotioneel vlakke films. Dat gold ook voor de broertjes Dardenne, meesters van het sociaal-realisme, die meer waardering dan bijval oogstten met hun als detective vermomde La fille inconnu. Met een Frans smaldeel van geforceerde klucht (Ma Loute) en Bouquetreeks (Mal de pierres) is het aan Paul Verhoeven met zijn vunzige thriller Elle, die vandaag de competitie sluit, om de tricolore hoog te houden.
Al met al een routineuze filmcompetitie: je wenste dat directeur Thierry Frémaux meer selecteerde op avontuur dan prestige. Maar Cannes staat onder druk. Hollywood wil hier best zomerblockbusters uitrollen, maar lanceert zijn prestigetitel tegenwoordig op de herfstfestivals van Venetië en Toronto, in het begin van het Oscarseizoen. De enige film in Cannes met Oscarpotentieel was Loving van Jeff Nichols, een intiem, iets te braaf portret van het gemengde koppel Richard en Mildred Loving, dat niet getrouwd mocht zijn in het gesegregeerde Virginia.
Maar Cannes draait niet alleen om auteursfilms. Het festival kan trots zijn op een - tot nu - rimpelloos festival met goedgevulde rode lopers. Daar ging het over de splitjurk van Bella Hadid, de blote voeten van Julia Roberts en het sixpack van de 69-jarige Iggy Pop, die ook bij de première van documentaire Gimme Danger zijn shirt niet aanhield. De paparazzi hadden pret met Leonardo DiCaprio’s nachtelijke strooptochten met entourage, Paris Hilton en ondergoedmodellen op sleeptouw. Op één plek werd DiCaprio niet gesignaleerd: op het door zijn oude vrienden van Red Granite Picutures afgehuurde superjacht Indulgence of Poole. Red Granite financierde DiCaprio’s The Wolf of Wall Street en had grootse plannen met hem, tot de FBI een onderzoek begon: het bedrijft lijkt zijn kapitaal te hebben ontvreemd uit een regionaal ontwikkelingsfonds van Maleisië.
Maar louche geld hoort erbij in dit jaarlijks trefpunt van de jetset en ’s werelds grootste filmmarkt, waar filmplannen worden gelanceerd in hotellobby’s en gefinancierd op superjachten. De oude Ken Loach, in wiens bozige pamfletfilm I, Daniel Blake een eerlijk man wordt vermalen door de bijstandsbureaucratie, zei op de rode loper dat hij soms moest huilen over Britse armoede. Achter hem rinkelden de juwelen en ruisten de avondjurken. Geen plek op aarde waar zulke rijke mensen naar films over zulke arme mensen kijken.