De twee Rembrandt-schilderijen die Nederland en Frankrijk begin dit jaar samen voor 160 miljoen euro aankochten, zijn op zaterdag 2 juli voor het eerst in het Rijksmuseum te zien. De portretten Marten & Oopjen zullen drie maanden te bezichtigen zijn, waarna ze worden gerestaureerd in het atelier van het museum.
De schilderijen werden overgenomen van de familie De Rothschild, nadat Nederland en Frankrijk daarover een verdrag sloten. De werken uit 1634, waarop de twee jong gehuwden Amsterdamse burgers Marten Soolmans en Oopjen Coppit te zien zijn, waren bijna vierhonderd jaar privébezit. Ze worden sinds begin maart getoond in het Louvre in Parijs. Het was echter de vraag wanneer de doeken naar Nederland zouden komen.
Na restauratie weer te zien in Nederland
Frankrijk en Nederland hebben in een overeenkomst vastgelegd dat de portretten altijd samen getoond zullen worden. Over de voorwaarden van de aanschaf is vier maanden onderhandeld tussen de twee landen en de twee musea. Dat ging niet altijd vlekkeloos.
Eén van de heikele punten bij de onderhandelingen was de vraag waar de restauratie zal plaatsvinden. In Frankrijk wordt namelijk anders gewerkt dan in Nederland. Uiteindelijk is besloten dat de restauratie onder begeleiding van een comité van internationale experts zal gebeuren in het restauratieatelier van het Rijksmuseum. In ruil daarvoor kregen de Franse de doeken als eerste te zien.
Daarna zullen Marten & Oopjen nog drie maanden in het Rijksmuseum worden getoond, en eenzelfde periode in het Louvre. Vervolgens zal het werk voor vijf jaar in Amsterdam te zien zijn om vervolgens weer voor vijf jaar naar Frankrijk te gaan. Daarna worden ze om de acht jaar afwisselend in het Rijksmuseum en Louvre getoond.
Museum op 2 juli gratis toegankelijk
Het Rijksmuseum is op 2 juli gratis toegankelijk tussen negen uur in de ochtend en negen uur in de avond. Afzwaaiend directeur Wim Pijbes is tevreden dat nu bekend is wanneer de Rembrandts naar Amsterdam komen:
“Wat iedereen voor onmogelijk hield is nu bewaarheid: de meest gewilde en minst getoonde Rembrandts ter wereld komen nu, afwisselend in het Louvre en het Rijksmuseum, in het publieke domein en binnen ieders bereik.”