Het kapitalisme heeft zijn langste tijd echt wel gehad

Vorige week publiceerde econoom Frank Boll in NRC een omstreden ode aan het kapitalisme. (28/4: Voor eens en altijd: wij danken onze welvaart aan het kapitalisme). Onderzoeker Pieter Pauw dient hem van repliek.

Wallstreet Bull, New York. Foto ANP/Lex van Lieshout

De aanduiding in Bolls artikel ‘voor eens en altijd’ deed denken aan Francis Fukuyma’s The End of History. Fukuyama betoogde in 1989 dat er geen alternatief meer was voor de combinatie liberalisme-democratie-vrije markt. Het waren de tijden van de Washington Consensus (vrije markt! vrije handel! privatisering! deregulering!) en het instorten van de Sovjet-Unie. Inmiddels weten we dat kapitalisme ook leidt tot schuldenbergen, milieuvervuiling en financiële crises.

Kapitalisme is een economisch systeem waarbij de productiemiddelen meestal in privaat eigendom zijn. Een voorwaarde voor goedfunctionerend kapitalisme is de accumulatie van kapitaal. Dat is echter lastig als de eigen markt verzadigd is (alle consumenten zijn voorzien van auto, mobiele telefoon, huis, etc.). Naast innovatie heeft het kapitalisme daarvoor twee oplossingen: de markt verruimen of iets tot privaat kapitaal verklaren wat voorheen 'publiek' (van iedereen) was.

Dat eerste doet het Westen sinds de Washington Consensus op tamelijk agressieve wijze. Zonder dat het op historische bewijzen gestoeld was, werd gepropageerd dat ontwikkelingslanden flink zouden groeien als ze vrije handel zouden bevorderen en hun markten zouden openen. In ruil daarvoor kregen ze ontwikkelingshulp. Voor bijvoorbeeld de Aziatische tijgers en veel Zuid-Amerikaanse landen heeft het aardig gewerkt. Maar juist de armste landen hebben niet of nauwelijks geprofiteerd. Afrika had en heeft geen noemenswaardige maakindustrie. Doordat zij hun handelsbarrières ophieven, kon het Westen gemakkelijker grondstoffen uit Afrika importeren, en zijn producten exporteren. Een voorbeeld: de Nederlandse consument eet van een kip eigenlijk maar een paar onderdelen. De rest kon tegen dumptarief naar bijvoorbeeld Ghana, waar vervolgens de eigen pluimveesector instortte. Op grotere schaal geldt: ontwikkelingslanden werden geboden hun economie te liberaliseren, maar zowel de EU als de VS blijven de eigen landbouwsector met miljarden subsidiëren. Op Singapore, Hongkong en Vaticaanstad na is iedere economie opgebouwd vanuit de landbouwsector. Maar dankzij kapitalisme is dit Afrika niet gegund.

Dan het tweede: privaat kapitaal vergroten door te privatiseren wat voorheen een publieke gebruikswaarde had. Dit heeft soms voordelen. Zoals Boll ook opinieerde, kan eigendomsrecht mensen bestaanszekerheid geven. Maar er zijn ook uitwassen van wat Karl Marx 'commodificatie' noemde. Zo worden er in Chinese steden flesjes Britse plattelandslucht verkocht. Die frisse lucht was altijd van iedereen, maar nu maakt iemand privaat winst met de verkoop ervan. Dit is niet onschuldig, maar pervers. Het vervoer van de lucht naar China veroorzaakt waarschijnlijk meer luchtvervuiling dan er in het flesje aan frisse lucht zit. Maar wie betaald die kosten? De baten van deze luchtvermarkting zijn privaat, maar de kosten worden afgewenteld op derden. Dit is typisch voor kapitalisme - ook bij de wereldwijde overbevissing, ontbossing, en klimaatverandering zijn de baten privaat, maar worden de kosten afgewenteld op het milieu en op toekomstige generaties.

Ook worden nieuwe markten gecreëerd juist om internationale milieuproblemen te voorkomen. Zo is er een markt opgetuigd om de achteruitgang van biodiversiteit tegen te gaan, en heeft onder meer de EU een prijs gezet op de uitstoot van broeikasgassen om klimaatverandering tegen te gaan. Maar het is bijna onmogelijk om de kosten of de baten van de uitstoot van broeikasgassen in geld uit te drukken. Bovendien lobbyt de industriesector tegen een functionerende markt, want dat zou wel eens duur kunnen uitpakken. De politiek ziet zich vervolgens genoodzaakt compromissen te sluiten. Internationaal vlieg- en scheepvaartverkeer heeft zich zo geheel buiten de markt weten te houden. De weeffout van het kapitalisme: de perfecte markt bestaat alleen op papier.

Inkomensongelijkheid heb ik dan nog niet eens genoemd. Dat is van alle tijden, en die duurt voort tussen rijke en arme landen. Maar het verschil tussen arm en rijk neemt nu ook extreme vormen aan binnen juist die Westerse landen die kapitalisme het meest enthousiast hebben omarmd: de VS en het Verenigd Koninkrijk. Volgens Oxfam zijn de rijkste 62 mensen net zo vermogend als de armste helft van de wereldbevolking. En het verschil groeit: de rijksten worden rijker, en de armsten armer. Ook dat hoort bij het vrije kapitalisme.

Frank Boll beweert dat het kapitalistische kind met het badwater wordt weggegooid in het huidige economische debat. We mogen juist blij zijn dat politici en economen in toenemende mate de ogen openen voor de ernstige tekortkomingen van kapitalisme. De overheid moet haar burgers, het milieu en het klimaat beschermen tegen de uitwassen van het kapitalisme.

Pieter Pauw is onderzoeker bij het Deutsches Institut für Entwicklungspolitik in Bonn. Twitter: @WP_Pauw