Met een uitdagende tekst vraagt het Nederlandse jeanslabel G-Star RAW aandacht voor een milieuprobleem. WTF are you doing to my oceans? (Verdomme, wat ben je aan het doen met mijn oceanen?) staat deze zomer groot op T-shirts, sweatshirts en spijkerjacks. De kleding maakt deel uit van de Oceans-collectie van Pharrell Williams. De superster, bekend van hits als Happy en Get Lucky, helpt sinds anderhalf jaar kledinglijnen voor G-Star te ontwerpen. Onlangs werd hij zelfs mede-eigenaar van het bedrijf.
Voor de collectie gebruikt Williams garens van vezels uit gerecycled plastic afval uit de oceanen. Het Amerikaans bedrijf Bionic Yarn, waarvan de Amerikaan ook mede-eigenaar is, fabriceert die garens. Voor de Oceans-collectie zijn in zee en op stranden al meer dan 2 miljoen petflessen verzameld, zegt het bedrijf. Pharrell Williams en G-Star zijn niet de enige fabrikanten die aandacht vragen voor de plasticverontreiniging van oceanen.
In de supermarkt is afwasmiddel te koop in flesjes die deels van oceaanplastic zijn gemaakt. Ook zijn er sandalen, sneakers, tapijttegels, brillen, skateboards, surfplanken, krukjes, stofzuigers en wat niet al te koop waarin oceaanplastic is verwerkt.
Wat is de omvang van het probleem?
Sympathieke initiatieven, dat zal iedereen beamen die ooit beelden heeft gezien van albatrossen die hun jongen met plastic voeren, of van dolfijnen en schildpadden die in resten van visnetten of ander plastic afval verstrikt raakten. Fabrikanten die oceaanplastic hergebruiken maken dat meestal luidkeels kenbaar. Tijdens een milieuconferentie op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in New York presenteerde sportfabrikant Adidas vorig jaar bijvoorbeeld zijn sneakers met een zool van gerecycled oceaanplastic. Voor sommige ontwerpen, zoals de Sea Chair van het Deense Studio Swine, zijn gratis doe-het-zelfhandleidingen beschikbaar. Met de oceaanproducten onderstrepen bedrijven ook hun groene imago. Dat roept de vraag op hoe effectief de pogingen zijn om de ‘plastic soep’ te hergebruiken. En ook: hoe groot is het probleem van de watervervuiling eigenlijk?
Groot, zegt Harmen Spek, als Innovation & Solution Manager werkzaam bij de Plastic Soup Foundation (PSF), de in Amsterdam gevestigde stichting die zich sinds vijf jaar inzet om de toenemende waterverontreiniging een halt toe te roepen. De afgelopen tien jaar is meer plastic geproduceerd dan in de hele twintigste eeuw. Nu wordt jaarlijks ongeveer 310 miljoen ton nieuw plastic aangemaakt. Zo’n 8 miljoen ton van dat plastic – dat is 8 miljard kilo – komt in de oceanen terecht. Door verwering, zonlicht en golfslag valt dat plastic uiteindelijk uit elkaar in kleine stukjes, een soep van microplastics. Een deel van die giftige soep zinkt naar de bodem, een ander deel zweeft in de waterkolom en dan is er ook nog een deel dat aan de oppervlakte drijft.

Voor de fotoserie SOUP gebruikte Mandy Barker plastics verzameld van stranden over de hele wereld. Foto: Mandy Barker
Allerlei dieren die in of van de zee leven, zien het plastic voor voedsel aan. Een plastic tas heeft voor een schildpad iets van een kwal, sommige vissen zien kleine stukjes plastic aan voor viseitjes en de microscopisch kleine plastic deeltjes uit zonnebrandcrèmes en andere cosmeticaproducten komen terecht in dieren die water filteren, zoals plankton, schelpen en baleinwalvissen. Een deel van het plastic afval wordt langzaam naar de vijf cirkelvormige zeestromingen in de subtropische zones boven en onder de evenaar gezogen, zogeheten gyres.
De (haalbaarheid van) oplossingen voor oceaanplastic
De 21-jarige Nederlandse uitvinder Boyan Slat, een student van de Technische Universiteit Delft, trok de afgelopen jaren wereldwijd de aandacht met The Ocean Cleanup, zijn project om het plastic afval in de gyres op te ruimen.
Dat wil Slat doen met drijvende installaties en grote schermen, die hij op strategische plekken in zee wil hangen. Door de stroom moet het afval in de schermen blijven hangen. Op zich een briljante gedachte om het afval niet op te zoeken maar het naar je toe te laten komen, zegt Harmen Spek. En onbetaalbaar is de aandacht voor het milieuprobleem die de jonge uitvinder heeft afgedwongen. Maar of de plannen heel realistisch zijn, daar plaatsen veel wetenschappers, en ook Spek, vraagtekens bij.
De mogelijkheden om oceaanplastic te recyclen zijn sowieso nog beperkt, legt Spek uit. Hij haalt een jampot tevoorschijn met afval van een strand op de Bahama’s: een soort muesli van takjes en plastic snippertjes. Standaard recycle-installaties kunnen daar niks mee; de snippers zijn te klein om de verschillende plasticsoorten te kunnen scheiden. Bovendien is de lage olieprijs een complicerende factor: nieuw plastic is nu spotgoedkoop en recyclen is duur.
Symbolische betekenis
Het recyclen van oceaanplastic staat nog in de kinderschoenen. Een groot deel van het plastic is onder invloed van zonlicht en zout op moleculair niveau veranderd en te vervuild om iets mee aan te vangen. Wetenschappers zijn daarom bezig met installaties om van het gemengde plastic olie te maken. De garens in de G-Starkleding en de meeste andere producten met oceaanplastic, zijn gemaakt van plastics die op stranden of dicht bij kusten zijn verzameld.
De Amerikaanse fabrikant Interface maakt tapijttegels met garens gemaakt van visnetten die in Filipijnse riffen zijn gevonden. Adidas maakt zolen van uit zee geviste spooknetten en StarSock sportsokken. Waarschijnlijk, zegt Spek, wordt nog geen promille van alle oceaanplastic gerecycled. „Producten met gerecycled oceaanplastic hebben vooral een symbolische betekenis.”
“We gaan maar door met het dumpen van plastic in zee, terwijl we niet zeker weten wat de langetermijngevolgen zijn.”
Plasticvervuiling is een mondiaal milieuprobleem aan het worden, zeggen ook wetenschappers. Volgens Dick Vethaak van Deltares, een onafhankelijk kennisinstituut op het gebied van water en ondergrond, en hoogleraar ecotoxicologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, hoort de oceaanvervuiling zo langzamerhand thuis in het rijtje met klimaatverandering en oceaanverzuring. Jan Andries van Franeker, als zeebioloog verbonden aan IMARES, het marien onderzoeksinstituut van Wageningen UR, zegt: „Ik hou niet van rampenscenario’s, maar bepleit wel gezond verstand. We gaan maar door met het dumpen van plastic in zee, terwijl we niet zeker weten wat de langetermijngevolgen zijn. Wat we wel weten is dat zulk micromateriaal niet meer op te ruimen is.”
Het zijn vooral de allerkleinste plastic deeltjes waar Vethaak en Van Franeker bezorgd over zijn. Nanodeeltjes plastic kunnen celmembranen passeren en ontstekingen en celschade veroorzaken. Aan die micro- en nanoplastics wordt de mens breed blootgesteld, zegt Vethaak. „En niet alleen door het eten van mosselen en andere zeeproducten. Ook in melk, honing en bier zitten nanodeeltjes plastic. Alle acties om plastic afval uit zee en van stranden te verwijderen en te hergebruiken verdienen ondersteuning, zegt Harmen Spek. Maar net als buitenlandse zusterorganisaties richt de Plastic Soup Foundation zich vooral op het verminderen van het gebruik van plastic.
De pittige strijd tegen wegwerpplastic
Een groepje Nederlandse ‘wereldverbeteraars’ richtte vorig jaar Plastic-Free Tuesday op, een internationale campagne om wekelijks één dag geen plastic te gebruiken. Dat valt niet mee, wegwerpplastic is overal, van het netje om de mandarijnen tot de doppen van frisdrankverpakkingen. Naast de koelkast in het kantoor van de Plastic Soup Foundation staat een in plastic gesealde verpakking met zes grote petflessen met cola. Harmen Spek: „Plastic is een gemaksproduct. En vaak zo vanzelfsprekend dat je goed je best moet doen om alternatieven te bedenken.”
Hoe moeilijk het is om goed te doen, blijkt als Spek de lijst met producten van oceaanplastic nog eens doorneemt. Met een lichte frons wijst hij op de kleding met kunststof garens van G-Star en Adidas, dat nog niet zo lang geleden bekendmaakte jaarlijks 250 miljoen shirts te gaan maken op basis van gerecycled petplastic. Goed bedoeld, zegt Spek, maar wat die bedrijven niet wisten, is dat onlangs nieuw Europees onderzoek is verricht naar de gevolgen van het wassen van kunststof kleding. De resultaten zijn alarmerend. Plastic kleding (zoals fleece, nylon, acryl en polyester) dragen veel meer bij aan de plastic soep in oceanen dan verondersteld. Bij het wassen van één fleecejack van 680 gram komen niet duizenden kleine synthetische vezels vrij, zoals een paar jaar geleden nog werd verondersteld, maar een miljoen vezels. Door hun geringe omvang passeren die kleine plastic vezels de rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Samenwerken voor schonere garens
Begin april besloot de Plastic Soup Foundation daarom het voortouw te nemen om iets te doen aan de vervuiling door plastic kleding. De wereld kan niet zonder fleece en nylon, dus leek het de stichting een goed idee om de krachten te bundelen. Waarom zouden kleding- en wasmachinefabrikanten en technische universiteiten en onderzoeksbureaus niet gezamenlijk kunnen werken aan garens die minder vezels afgeven en wasmachinefilters die zorgen voor schoner afvalwater? De eerste partij die de charter van de Plastic Soup Foundation tekende was G-Star.
De fabrikant die met kledingcollecties al twee jaar aandacht vroeg voor het oceaanplastic is zich gaandeweg bewust geworden dat deze collecties bij wasbeurten ook weer bijdragen aan het milieuprobleem, zegt Frouke Bruinsma, manager duurzaamheid bij het jeanslabel. Bionic Yarn, de leverancier van de kunststof garens in de Oceans-collectie, gaat onderzoeken of garens die omwikkeld zijn met katoen minder vezels afgeven. Bruinsma: „We moeten blijven innoveren.” IJveren tegen de vervuiling blijft hoog op de agenda staan, belooft de manager.