Strijd tussen hamer en arbeider

Wanneer er mensen verontwaardigd de zaal verlaten, weet je dat je goed zit. Het gebeurde tijdens de uitvoering van Julia Wolfe’s Steel Hammer. Het gehamer was haast lieflijk in vergelijking met de 144 beukakkoorden uit De Materie van Wolfe’s leermeester Louis Andriessen, maar het was niettemin hard en efficiënt en sommigen werd het kennelijk te veel.

Steel Hammer is gebaseerd op de Amerikaanse legende van John Henry, een spoorarbeider die het opnam tegen een machinale drilboor – en won. Wolfe boetseerde uit de wildgroei aan versies van het verhaal een elementair libretto, dat de tegenstrijdigheden uitbuit. Waar kwam hij vandaan? Hoe zwaar was zijn hamer? Ook haar muziek is eclectisch: wrange dissonanten, middeleeuwse harmonieën, folk uit de Appalachen.

Wolfe is een van de oprichters van het New Yorkse componistencollectief Bang on a Can. Het repetitieve, modale begin van Steel Hammer doet denken aan het vocale werk van haar collega David Lang, maar Wolfe is grilliger, radicaler en onvoorspelbaarder. Ze herhaalt de zin ‘Some say he’s from’ zo lang dat het irritant wordt, maar verrast op de juiste momenten. Herhaling is bij haar geen eenduidig mechanisme; er ontstaat steeds iets nieuws, zodat Steel Hammer als geheel de wording van een mythe toont. Het geweldige ensemble fluisterde en rockte, leefde zich uit in zappaëske klankerupties en creëerde een moment van onaardse schoonheid: een lage klaagzang van contrabas, cello en klarinet, doorsneden door een rammelende banjo.