‘His royal badness’ is niet meer. Zanger, gitarist, songschrijver, producer en filmster Prince overleed donderdag in zijn villa annex opnamestudio op het landgoed Paisley Park in Minneapolis. Slechts 57 jaar werd Prince Rogers Nelson.
Hij was de grootste funkvernieuwer van zijn tijd; een artiest die rock en soul samenbracht in een flamboyante mix van stijlen waarin zijn muzikale genie op alle fronten naar boven kwam. Met zijn 1 meter 57 was hij een groot showman, een gitarist die Jimi Hendrix en Carlos Santana naar de kroon stak, een zanger die de sensualiteit van de funk belichaamde en een bandleider die muzikanten inspireerde tot het beste ensemblespel sinds de hoogtijdagen van James Brown.
Met songs als 1999, Purple Rain, Kiss en Sign O’ the Times gaf Prince kleur aan de popmuziek van de jaren tachtig. Als producer van eigen werk ontwikkelde hij zich van een briljante eenling met een hang naar de funk van Sly Stone tot een groot muziekvernieuwer die zichzelf telkens opnieuw uitvond: als soulman, als rockmuzikant, als filmster en als zakenman die een eigen internetimperium opbouwde.
Concerten van Prince werden erediensten waar het publiek zich op zijn verzoek in de kleuren zwart en perzik hulde en waar songs als Purple Rain en The Cross vieringen werden van wat iedereen in de concertzaal samenbond: onze liefde voor Prince en diens ongekende vermogen om zijn muziek naar de hemel te laten reiken.
Ronduit geile nummers
Zijn veelzijdige natuur werd al snel duidelijk toen Prince in 1978 debuteerde met het geheel door hemzelf volgespeelde album For You. Hij zocht de controverse met de openlijk seksuele lading van songs als Soft and Wet en Sexy Dancer; thema’s die verder werden uitgewerkt op de albums Controversy en Dirty Mind.
Nederland maakte voor het eerst kennis met Prince toen hij in 1981, gekleed in niet veel meer dan een leren slip, optrad in Paradiso waar hij critici en een handjevol fans in verwarring bracht met de ronduit geile nummers Head en Jack U Off.
Met zijn onweerstaanbare dans op de vulkaan 1999 en het titelnummer uit de film Purple Rain werd hij een bonafide popster. Op Around the World in a Day werd zijn muziek psychedelisch en de soundtrack Parade bij de film Under the Cherry Moon verhulde met sterke nummers als Kiss en Girls & Boys dat Prince er als filmacteur niet zo veel van bakte. Een torenhoog muzikaal hoogtepunt bereikte hij in 1987 met het album Sign O’ the Times, waarop zijn band The Revolution een geoliede machine was achter de funk van Housequake en I Could Never Take the Place of Your Man.
Er volgde een mysterieus Black Album waarop Prince met stemvervormers en duistere muziek in het reine probeerde te komen met hiphop, een genre waarmee hij een haat-liefdeverhouding onderhield. Lovesexy met een narcistisch naaktportret op de hoes was opnieuw een experiment: de tracks vloeiden naadloos in elkaar over en I Wish U Heaven wees naar de religieuze ondertonen in Prince’s persoonlijk leven, die er uiteindelijk toe zouden leiden dat hij als Jevoha’s Getuige langs de huizen ging om zielen te winnen voor zijn overtuiging. Sheila E. was zijn nieuwe drumster en saxofonist Eric Leeds werd zijn sparring partner op de podia, waar Prince met veel enthousiasme lange jamsessies aanrichtte. Na zijn reguliere concerten waren er regelmatig ‘geheime’ afterparty’s, onder meer in Het Paard in Den Haag en in Paradiso. Ook Candy Dulfer werd bij Princeplaten en -concerten betrokken: ,,If I want sax, I call Candy!”
Veilige enclave
In 1991 begon Prince met zijn New Power Generation aan een nieuwe fase waarin zijn moeizame relatie met de platenindustrie aan het licht kwam. Ontevreden met de frequentie waarmee zijn platenmaatschappij albums uitbracht, begon hij zijn eigen label NPG. Zijn productie steeg en hij bracht onder meer het driedubbelalbum Emancipation uit, waarop hij zijn schatplichtigheid aan de soul betuigde met een cover van The Delphonics’ La-la-la Means I Love You. Als ‘Love Symbol’ nam hij een nieuwe gedaante aan. Later noemde hij zich TAFKAP, The Artist Formerly Known As Prince, en verscheen hij bij openbare gelegenheden met het woord ‘slave’ op zijn wang geschreven.
In de veilige enclave van Paisley Park was Prince zo productief dat hij voor jaren nieuw materiaal bij elkaar speelde, met wisselende kwaliteit en een albumoutput die nooit meer zo legendarisch werd als het gouden oeuvre dat hij in de jaren tachtig opbouwde. Live bleef hij een groot publiekstrekker met marathonshows die hun gelijke niet kenden, zoals de 21 optredens die hij in de nazomer van 2007 gaf in Londen. Recent kregen zijn concerten een nieuwe draai met de alleen uit vrouwen bestaande begeleidingsgroep 3RDEYEGIRL, die weer net zo ‘kick ass’ was als al zijn voorgaande livebands.
Spreekbuis van de tijdgeest
Andere artiesten profiteerden van Prince’ immense song-schrijverstalent met de nummers I Feel For You (Chaka Khan), Nothing Compares 2U (Sinéad O’Connor), Kiss (The Art of Noise met Tom Jones) en TLC, die If I Was Your Girlfriend zo trouw aan het origineel zongen dat het verschil nauwelijks te horen was. Latere Prince-hits als Sexy MF en The Most Beautiful Girl in the World onderstreepten zijn veelzijdigheid als funkateer, balladzanger en spreekbuis van de tijdgeest. Met Sign O’ the Times signaleerde Prince als een van de eerste popsterren de aidscrisis. Zijn leven lang bleef hij sjorren aan de tafelpoten van de seksuele moraal in Amerika.
Sexy Motherfucker
Het nieuws van zijn dood, na een hardnekkige griep die hem eerder deze maand twee shows liet afzeggen voor ziekenhuisopname, komt als een donderslag. Wereldwijd daalde donderdag een paarse regen van rouw uit de hemel, met fans die op Twitter zijn Sometimes It Snows in April citeerden om het verbijsterende en ontijdige moment van zijn dood te onderstrepen.
Prince was een grensverleggend artiest die onbeschrijfelijk veel betekend heeft voor de popmuziek, de emancipatie van zwart Amerika en het besef dat een artiest zich een leven lang kan blijven vernieuwen. Een wereld zonder Prince is armer en donkerder, nu onze Sexy Motherfucker er niet meer is.