Jimmy Özkan (20) werkt naast zijn mbo-opleiding halve werkweken bij La Place. Daar verdient hij 5,68 euro per uur. Vanaf juni 2017 kan hij met net iets meer plezier de bakken aanvullen en dienbladen afrekenen: in twee stappen stijgt zijn salaris met twee euro per uur. „Hij gaat er 200 euro per maand op vooruit. Al helpt het ook dat hij in dat jaar 22 wordt”, zegt Paul Haars van vakbond FNV.
Het is een gevolg van het akkoord dat minister Asscher (Sociale Zaken, PvdA), werkgevers en werknemers donderdag presenteerden. De leeftijd waarop jongeren recht hebben op het gewone minimumloon gaat in twee stappen omlaag van 23 naar 21 jaar, in 2017 en 2019. Tegelijkertijd gaat het minimumjeugdloon voor 18- tot 21-jarigen omhoog, om de kloof tussen de verschillende leeftijdsgroepen niet te groot te maken.
Wat betekent de verhoging concreet voor een vakkenvuller? Er zijn nu 400.000 werkende jongeren – geen bijbaantjes – met een jeugdloon, zegt voorzitter Esther Crabbendam van FNV Jong. „Voor hen was het zo oneerlijk: zij verdienden de helft van wat collega’s krijgen.” Een voorbeeld: „Een achttienjarige met een werkweek van 32 uur verdient nu 4,21 euro per uur. In 2017 krijgt diezelfde persoon 5,09 euro. In 2019 wordt dat 9,26 euro.”
De verhoging geldt niet voor alle jongeren in dezelfde mate. De wet bepaalt het minimumloon, maar in een cao kan de beloning hoger zijn. Terugkomend op de vakkenvuller: volgens de supermarkten-cao verdienen jongeren zo’n 10 procent meer dan het minimum voor hun leeftijd.
De verhoging van het jeugdloon is met name belangrijk voor de sectoren waarin jongeren net boven de wettelijke grens verdienen. Haars: „Bij Callcenters was de situatie al beter, maar medewerkers van McDonald’s gaan er echt op vooruit.”